62
geworden, dan zouden de twee overige leden van onze Commissie
hebben voorgesteld oin het advies van den hoogleeraar Henket in
zijn geheel te volgen. Hij had de brug goedgekeurd en de hoofd-
afmciingen van de leggers, evenals van de andere deelen ruim vol-
voldoende bevonden, en alleen enkele verbeteringen voorgesteld tot
vermeerdering van veiligheid van het verkeer.
Waar men eenmaal een deskundige raadpleegt, was 't o. i. 'l beste
zijn advies in zijn geheel op te volgen. Ook met het oog op een
mogelijk later beroep op dat advies.
Inlusschen werd de behandeling van de zaak verdaagd en hebben
wij bet nader rapport van den hooglceraar Henket alsnog in de
stukken doen opnemen. Daarop is gevolgd een tweede voorstel van
Burg. en Weth., waarop zij in aansluiting met de door hen reeds
voorgestelde verbeteringen nog adviseeren tol het aanbrengen van
steunplalen en stcuuijzers aan de achlerharreu om achlerwaartsche
uitwijking te voorkomen.
Dal vooral was een punt waaraan de hooglecraar Henket veel ge
wicht hecht; wel heeft hij die verbetering niet als direct noodzakelijk
aangegeven, maar toch zeer wenschelijk geacht. Nu deze verbetering
ook door Burg. en Weth. is voorgesteld, komt het ons voor dat tus-
schen hunne voorsteilen en die van den hoogleeraar Henket de ge-
wensclue overeenstemming is verkregen. Wel blijven er nog een
paar punten onopgelost; het eene betreft de bevestiging van de op-
sluitijzers welke de heer Henket voorstelt te doen aan elk der beide
vallen, terwijl Burg. en Wethwaarschijnlijk in vereeniging met
de Commissie van Fabricage of Gemeente-Architect, van meening
zijn dat de tegenwoordige wijze de voorkeur verdient.
Het andere punt waaromtrent nog geen voorstel gedaan is, betreft
het alsnog beproeven van de \erbinding van de voorkellingen met
de balansen en vallen. Wanneer mocht worden overgegaan tot eene
beproeving van de gehcele brug, zou de proef met de kettingen
natuurlijk kunnen vervallen, omdat deze dan van zelf genoegzaam
beproefd zullen worden.
Omtrent de opsluitijzers zal ik geen voorstel doen, omdat ik mij
daartoe niet bevoegd acht; de Commissie wenscht de beslissing daar
omtrent over te laten aan den Raad.
Wat het beproeven van de brug aangaat, er is zeker daarvoor veel
te zeggen; men zou dan de meest absolute zekerheid verkrijgen om
trent de soliditeit der brug. De kosten kunnen ook geen bezwaar
opleveren, want die zijn betrekkelijk gering. De heer Henket toch
heeft zich bereid verklaard bij de beproeving tegenwoordig te zijn
en die te leiden, zonder daarvoor extra kosten in rekening te brengen.
Daartegenover staat de uitspraak van den Gemeente-Architect dat
sedert November jl. de artillerie reeds verscheidene malen over de
brug is gegaan, waardoor zij derhalve genoegzaam beproefd is ge
worden Direct noodzakelijk dus, acht onze Commissie de beproeving
niet; zij laat ook dit punt aan de beslissing van den Raad over.
Terwijl uwe Commissie zich overigens geheel vereenigt met de
voorstellen van Burg. en Weth geeft zij eindelijk den Raad in over
weging Burg. en Weth. uit te noodigen afschriften te zenden, zoowel
van de ingekomen rapporten van den hoogleeraar Henket als van de
besluiten van den Raad, aan Burg. en Weth. van Leiderdorp.
De Commissie meent dat zij hiermede aan het haar opgedragen
mandaat heeft voldaan.
De heer Dekhuyzen. M. d. V.! Wanneer ik de zaak goed begrepen
heb, dan is er grootendeeis overeenstemming tusschen de voorstellen
van de Commissie en die van Burg. en Weth. Een punt, waaromtrent
de Commissie de beslissing aan den Raad wenscht over te laten,
heeft in het bijzonder mijne aandacht gelrokken, dat is nl. de ligging
der draaipunten van de vallen en balansen. Ik begeef mij nu wel
op een gebied dat mij vreemd is, maar dat mag mij toch niet weer
houden er iets over te zeggen, daar de bewoordingen der rapporten
uitvoerig en duidelijk genoeg zijn. Op bladz. 34 van de Ingekomen
Stukken, 2e kolom, wordt in het rapport van Prof. Henket gezegd:
Wenschelijk is 't het vierde punt, namelijk dat aan de vooreinden
der balanspriemen eenige (5 a ti) centiniers achteruit te plaatsen en
levens de voorketting in te korten, een en ander zóó, dat de vier
draaipunten juist komen te liggen in de hoekpunten van een paral
lellogram Dat inkorten kan natuurlijk eenvoudig geschieden, door het
uitnemen van twee a drie schalmen."
De reden waarom Prof Henket dit wenscht, vindt men eenige
regels later, waar hij zegt: «Worden de voorkettingen, tot de hiervóór
besproken lengte ingekort, dan zal de val zich bij nagenoeg ver
ticalen stand der balans meer openen dan thans het geval kan
zijn, en daardoor zal bij dien stand het moment van de val in over
eenstemming kunnen gebracht worden met dat der balans."
En wij \inden eenige regels hooger iets dergelijks, nl dat in ge-
openden of nagenoeg verticalen stand der brug hel moment der balans
nog te klein of dat van de val te groot is, zoodat de vallen der brug
niet volledig geopend worden, maar toch in den regel wel zoo, dat
ze de doorvarende schepen niet hinderen. De wenschelijkheid van
die veranderingen, M. d. V., welke Prof. Henket aanbeval, wordt
door den Gemeente-Architect niet ontkend, want ik lees op pagina
37, alleen de woorden: «Hel verplaatsen van het aangrijpingspunt
der voorkettingen is een lastig werk en zou /100 kosten, doch
het kan geschieden." Verder is dit punt in de later gewisselde
stukken niet bijzonder ter sprake gekomen; het behoorde nu meer
of minder tot die punten, waarover de Commissie voor het onderzoek
van de Spanjaardsbrug de beslissing aan den Raad wilde overlaten.
Ik stel thans echter voorop, dat ik mijn mcening, welke ik thans
ga uitspreken, gaarne voor beter geef.
Toen de Commissie nog niet benoemd was, deelde een deskundige
mij mede, dat hij, toen hij de Spanjaardsbrug zag openen en sluiten,
den indruk gekregen had, dat het parallellogram niet geheel in orde
kan wezen; thans is gebleken, dat dit juist was, al is 'took maar
een kleinigheid van 5 of 6 c.M. En nu frappeert 't mij toch, dat er
overeenstemming is tusschen dien indruk a vista van mijn deskundige
en het oordeel van Prof. Henket en op grond van zijne meetingen.
Welke beteekenis hebben wij hieraan nu te hechten? M. d. V.! Ik
moet bekennen, dat 't niet tot mijn vak behoort, maar 't blijkt mij
duidelijk uil de verschillende stukken, dat als 't een parallellogram is,
de brug gemakkelijker hij alle weer en wind bediend kan worden,
en 2'. dat de brug verder zal kunnen open gemaakt worden.
Ziedaar het zakelijke, wat ik heb in 't midden te brengen. Ik
stel mij niet op het standpunt van een deskundige, maar ik geef dit
slechts als eene opmerking, die ik meende te moeten maken naar
aanleiding van hel gebeurde. Ik zou dus, nu de Gemeente-Architect
verklaard heeft, dat deze verbetering slechts 100 zal kosten, aan
den Raad willen voorstellen ook deze verbetering te doen aanbrengen.
Als 't toch niet zooveel moeite is, meen ik, dal wij die /lOOooknog
maar voor een goede verbetering moesten aannemen.
De heer Zillesen. Ik wensch op te merken, dat, wanneer men
ook deze verbetering noodig mocht achten, de Commissie er geen
bezwaar tegen zal hebben. VVij hebben aan deze verandering echter
minder waarde gehecht, üc heer Dekhuyzen heeft wel het eerste
gedeelte van het advies hierover van den Gemeente-Architect voor
gelezen, inaar niet het tweede. Daarin leest men toch: »Immers dc
eisch van Gedep 'Staten luidt: a dat de nieuwe dubbele ophaalbrug
op de hoogte van het bovendek een doorvaarlwijdle aanbiedt van
10 M. en de constructie zoodanig zij dal de vrije ruimte bovenwaarts
gemeten bij geopende brug op het eind der vallen nog minstens 7 M.
bedrage".
Dan volgt nog: »Aan dezen eisch is meer dan voldaan, daar de
beide gestelde maten in plaats van 10 en 7 M., II en 8 M. bedragen".
Deze verbetering is dus, naar''tons voorkomt, minder noodzakelijk.
Daar het toch eene uitgave van ƒ100 betreft, kwam 'tons niet
wenschelijk voor de rekening van de kosten voor de brug nog meer
te verhoogen.
Had Prof. Henket in zijn tweede rapport nader de aandacht daarop
gevestigd, dan zou de Commissie ook op deze zaak wel het oog ge
houden hebben. Nu hij dit echter niet gedaan heeft, meenen wij
dal daaraan door hem niet zooveel belang wordt gehecht, maar dat
het hoofdmotief voor dat tweede rapport voornamelijk is het aan
brengen van versterkingen. Mocht de Raad evenwel wenschen ook
die verbetering aan te brengen, dan zullen wij ons daartegen zeker
niet verzetten.
De heer Van Hoeken. M. d. V.! Ik zou er niet voor zijn om de
verbeteringen door den heer Dekhuyzen gewenscht aan te brengen.
Ik zal niet in beschouwingen treden over de verschillende opmer
kingen door Prof. Henket gemaakt, want mijne overtuiging is en
blijft dat de balansen te kort zyn. De kleine verbeteringen door de
Commissie aangegeven kunnen worden aangebracht, maar eene ver
andering van de balansen is toch moeielijk tot stand te brengen. Om
die reden ben ik er niet voor om nog meer ten koste te leggen aan de
brug, zonder dat het, mijns inziens, eenig resultaat zal opleveren.
De heer Dekhuyzen. Mag ik den heer Zillesen even doen opmerken
dat ik het laatste gedeelte wel degelijk had gelezen en er zelfs op
gewezen heb dat wij als het ware twee vliegen in eene klap slaan,
dat wij nl. de brug wijder kunnen openzetten en dat zij gemakke
lijker beweegbaar is, beide voordeelen die, nu de brug toch ver
anderd zal worden, zonder eenig bezwaar kunnen bereikt worden,
vooral nu uit de woorden van het rapport blijkt dat hier aan geen
bepaalde fout in de constructie te denken is, doch dat het alleen
eene kleine verbetering is te achten Ik stel dan ook thans voor
die kleine verandering alsnog aan te brengen.
De Voorzitter. Ik zal beginnen met het punt speciaal door den
heer Dekhuyzen ter sprake gebracht, voornamelijk om de aanneming
van het door hem voorgestelde amendement te ontraden. De heer
Dekhuyzen zegt dat het slechts 100 zal kosten. Vooreerst acht ik
het verkeerd ƒ100 uit te geven wanneer dit niet bepaald noodig is;
maar in de tweede plaats heeft hij niet genoeg aandacht gewijd aan
de woorden welke zijn voorafgegaan, nl. waar de architect zegt dat
het een zeer lastig werk zoude zijn: De geachte spreker maakt daar
integendeel van: »dat hel toch niet zooveel moeite is". Er zullen
dan nieuwe galen moeten worden geboord in dc balansen van eene
brug die telkens open en dicht gaat, en ik behoef dus verder niet
te wijzen op de groote bezwaren welke daardoor de uitvoering in
den weg zouden slaan. Het werk zoude niets te beduiden hebben
gehad toen dc brug in aanbouw was; maar nu zij eenmaal in wer
king is, is het een hoogst lastig werk. Daarenboven was de opdracht
der brug te maken met eene doorvaartwijdte van 10 meter op de
hoogte van het bovendek en de constructie zoodanig zij dat de vrije
ruimte, bovenwaarts gemeten, bij geopende brug op het eind der
vallen nog minstens 7 M bedrage, terwijl deze wijdten zijn respec-
tivelijk 11 en 8 meter. Er is dus meer dan aan de gestelde eisehen
voldaan De hoofdzaak blijft echter, ik herhaal dit, dat de voorge
stelde verandering thans bijna niet is aan te brengen, ten minste
niet zonder groote bezwaren, voor dc passage te water en te land
beiden.
Wat betreft de opmerking van den heer Van Hoeken dat de
balansen te kort zijn, de reden daarvan is bekend. Uit besparing
van kosten zijn de oude balansen, die nog slechts betrekkelijk korten
lijd geleden nieuw waren, gebruikt. Waren wij vrij geweest in de
constructie, dan zouden dc balansen langer zijn gemaakt.
De quaestie van de ijzeren platen, om de doorzakking van de
brug te voorkomen, is eene quaestie van opvatting; de een hecht
meer waarde aan een gcmakkelijken oprid van de brug, de ander aan
grooter stabiliteit; Prof. Henket behoort tot de laatste. Nu hij aan
zijn denkbeeld blijft vasthouden, hebben wij geen bezwaar gemaakt
zijn voorstel over te nemen, te eerder omdat de kosten gering zijn.
Ik kan met genoegen constateeren, dat uit het onderzoek gebleken
is, dat inderdaad de soliditeit van de brug om niet meer te
zeggen goed is. De verschillende punten, die door Prof. Henket
voor verbetering vatbaar zijn verklaard, kan men noegten: «verschil
van opvatting''. Ik durf beweren, dat wanneer men weer eene