(.KilEKMKHAAf) VA LEI DO, 89 Bü Raadsbesluit van 23 September 1886 werd tot wederopzeggens in gebruik gegeven aan J. M Platteel, echlgenoote van F. O. De Vries, een strook grond groot 30 centiaren aan den Vestwal of Boisot- kade om te worden omrasterd en verbonden aan het perceel op den Vliet n#. 49, legen betaling van het recht bepaalt bij art. 3 n#. 26 van het tarief, ad f 0.03' per centiare. INGEKOMEN STEKKEN. N'. 112. Leiden, 14 April 1892. In de Raadszitting van 31 Maart jl. werd besloten ons College te machtigen twee derde gedeelten van bet bedrag der bijrekening door de aannemers der nieuwe Gehoorzaal ingeleverd, uit le betalen, onder voldoende borgtocht voor teruggave als later de Raad mocht meenen dat van de bijrekening iets of alles moet worden afgetrokken. Ter uilvoering van dit besluit is door ons, na overleg met den rechtskundigen adviseur, een concept-contract opgemaakt, hetwelk in de Leeskamer ter inzage van de leden is nedergelegd. Ue aannemers zijn bereid, bij uitbetaling van 2/3 der bijrekening als voorschot, zich tol terugbetaling te verbinden, wanneer hunne eventueele rechten om betaling door de gemeente te vorderen, daar door niet worden verwerkt. Aau dit bezwaar kan worden te gemoet gekomen wanneer in de door hen te onderteekenen verklaring wordt opgenomen, dal, niettegen staande de terugbetaling, de rechten van de aannemers om van de gemeente betaling dier bijrekening te vorderen en die van de ge meente ora tegenspraak daartegen te doen, geheel ongepraejudicieerd blijven. Vermits zoodanig voorbehoud niet in het Raadsbesluit van 31 Maart jl. is opgenomen, hoezeer bet toch o. i. overeenkomt met de bedoeling van den Raad, achten wij ons niet gerechtigd lot uilbe taling over te gaan, alvorens wij nader tot de opneming van bedoeld voorbehoud in liet contract door den Raad worden gemachtigd. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging, die machtiging alsnog te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N#. 113. Leiden, 11 April 1892. In verband met de oprichting van het Archiefgebouw met conciërge woning was het noodig een gedeelte van den bovenbedoelden in ge bruik gegeven grond in le nemen, ten einde eenen afstand van on geveer 10 meter tusschen het Archiefgebouw en de conciërgewoning te kunnen behouden. Vermits met de werken voor het Archiefgebouw, waarvan de aan besteding heeft plaats gehad, onmiddellijk een aanvang moest worden gemaakt, hebben wij spoedshalve het gebruik van een gedeelte van bovenbedoelden grond aan Mej. De VriesPlatteel voornoemd, opge zegd, tegen evenredige vermindering van de verschuldigde recognitie, voor zoover betreft eene strook breed 0.90 meter, met uitnoodiging het hek 0.90 meters naar binnen te verplaatsen en met opheffing van het draaihek, dat toegang geeft tot het terrein van het Archief, terwijl vergunning werd verleend een draaihekje te maken aan de zijde van de Vlietbrug. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging de door ons gedane opzegging van het gebruik van bovenbedoelden grond goed le keuren. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 114. Leiden, 11 April 1892. Na overleg met de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Ver gadering, naar aanleiding van nevensgaand adres van W. Daamen, aan adressant vergunning te verleenen tot hel leggen van een brug over de sloot langs den Hoogen Rijndijk tot toegang naar perceel Sectie A., n'. 4458 onder Zoelerwoude, onder voorwaarde dat het werk worde uitgevoerd onder toezicht van den Gemeente-Architect, door adressant alle schade aan den berm worde vergoed en eene jaar- lijksche recognitie worde betaald van 1, overeenkomstig art. 3, n®. 35 van het Tarief. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Heeft de ondergeleekende W. Daamen. te Leiden, de eer te be richten, dat hij gaarne over de sloot langs den Hoogen Rijndijk eene brug wenscht te leggen lot toegang naar hel perceel kadastraal bekend onder Sectie A, n°. 4458, gemeente Zoelerwoude. Hjj behoeft daartoe de vergunning van UEd.Achlb. en neemt mits dien de vrijheid die beleefdelijk le verzoeken. 't Welk doende, Leiden, 15 Maart 1892. W. Daamen. N®. 115. Leiden, 11 April 1892. Bij Raadsbesluit van 4 Februari jl. werd een bedrag van f 675 beschikbaar gesteld voor de vernieuwing van de loods voor het uit kloppen van tapijten aan den Vestwal aan het einde der Uost-IIaven- straat, onder bepaling dat het gebruik aan de behangers zal worden toegestaan tegen betaling van eene matige vergoeding. Ter uilvoering van dit besluit is door ons een tarief ontworpen voor het gebruik van de loods door de behangers, waardoor de kosten van oprichting en jaarlijksch onderhoud zouden kunnen worden goedgemaakt. Het aantal gebruikers wordt geschat op 30, van welke 12behooren tot de grootere en 18 tot de kleinere behangers. Wanneer nu, in verband met het gebruik van de loods te maken, voor ecrslgenoemden het tarief wordt bepaald op 4 en voor laatst genoemden op f 2 per jaar, dan zal de jaarlijkschc opbrengst onge veer bedragen f 80 per jaar, aangenomen dal door alle belanghebbenden van de loods gebruik wordt gemaakt. De beoordeeling in welke klasse de gebruikers zullen worden ge rangschikt behoort o. i. aan ons College te worden overgelaten, ter wijl. bij vaststelling van hel tarief, door ons de noodigc maatregelen zullen worden genomen dat van de loods alleen gebruik wordt gemaakt nadat het verschuldigd bedrag is voldaan. Op grond van het vorenstaande bieden wij Uwe Vergadering hier nevens hel navolgende concept-besluit ter vaststelling aan. Raadsbesluit houdende vaststelling van het tarief voor de onder- handschc verhuring van de loods voor het uitkloppen van kleeden enz. aan den Vestwal, aan het einde der Oost-Havenstraat. De Raad der gemeente Leiden gezien art. 138 en 194 litt. e der gemeentewet Heeft besloten Onderhands le verhuren de loods voor het uitkloppen van kleeden enz., aan den Vestwal, aan het einde der Oost-Havenstraat, tegen het volgend tarief: voor de behangers welke door Bnrg. en Weth, gerang schikt worden in klasse A vier gulden per jaar, voor de behangers welke door Burg. en Weth. gerangschikt worden in klasse B. twee gulden per jaar. Alle aanvragen betreffende het gebruik van de loods geschieden ter Secretarie en worden door of van wege den Burgemeester beslist. Geene vergunning tot gebruik van de loods wordt verleend, dan nadat de bij dit tarief bepaalde huurprijs is voldaan. Gedaan le Leiden, ter openbare Raadsvergadering van Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N®. 116. Leiden, 12 April 1892. Door het Bestuur der Praktische Ambachtsschool is bij nevensgaand adres medegedeeld dat, behalve de bij Raadsbesluit van 3 Maart jl., ten behoeve van den bouw der nieuwe school met Directeurswoning, afgestane grond aan den Haagweg, mede benoodigd is een gedeelte van de daaraan gelegen sloot, hebbende eene oppervlakte van onge veer 400 centiaren, terwijl de eigendom van dat gedeelte sloot wordt verzocht tegen betaling van f 0.50 of minder per centiare. Vermits tegen bedoelden afstand in eigendom bij ons geen bezwaar bestaat en te dempen water in den regel wordt afgestaan tegen 0 50, per centiare met het oog op de kosten aan de demping verbonden, welke ook in dit geval komen ten laste van de Ambachtsschool, geven wij Uwe Vergadering in overweging gunstig op het verzoek te beschikken, onder geljjke voorwaarden als waaronder de grond werd afgestaan bij het bovenaangehaald Raadsbesluit van 3 Maart jl. en mitsdien te besluiten dat aan de Praktische Ambachtsschool in eigendom wordt afgestaan een gedeelte der sloot gelegen tusschen het aan de Am bachtsschool afgestaan terrein aan den Haagweg en de terreinen van den Staatsspoor ter grootte van ongeveer 400 centiaren, nader op te meten, tegen betaling van een koopsom van vijftig cents per centiare en van de kosten van overdracht, onder de volgende voorwaarden, a. de koopsom wordt betaald in drie termijnen van één jaar ten bedrage van één derde dier som; de eerste termijn wordt betaald in 1893, de tweede in 1894 en de derde in 1895; b. door de Vereeniging wordt aan de gemeente betaald eene rente van 4 pCt. 'sjaars van het nog niet betaalde gedeelte van de koopsom. c. wanneer de Vereeniging de sloot of na demping den grond, den grond afgestaan krachtens Raadsbesluit van 3 Maart 1892 of de ge bouwen te zamen of afzonderlijk mocht willen vervreemden, zal de Vereeniging verplicht zijn hiervan schriftelijk kennis te geven aan de gemeente, die bevoegd zal zijn den grond met het gebouw over te nemen tegen betaling van de oogenblikkelijke verkoopwaarde ter taxatie van drie deskundigen. De gemeente zal binnen drie maanden moeten verklaren of zij van deze bevoegdheid wil gebruik maken. Van de drie deskundigen zal één worden benoemd door de gemeente, de tweede door de Vereeniging, de derde door den Kantonrechter te Leiden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Het Bestuur der Vereeniging »de Praktische Ambachtsschool" alhier, geeft den Raad der gemeente Leiden eerbiedig te kennen: 1°. dal na de opmeting, de oppervlakte van de sloot aan de west zijde van het voor de nieuwe school bestemde terrein buiten de voormalige Wittepoort, eene oppervlakte heeft van 400 centiaren en alzoo volgens Raadsbesluit van 3 Maart jl daarvoor eene som van betaald zouden moeten worden; 2" dat volgens beslaande usance hier ter stede water bij verkoop niet meer dan legen 0.50 de centiare berekend wordt; 3° dat de Vereeniging mitsdien f 1000 meer zoude betalen dan billijkerwijze gevorderd kan worden; 4". dat de vereeniging bij den bouw harer school de meest mogelijke zuinigheid in acht moet nemen; 5°. dat de sloot, gedempt zijnde op kostenrekening van de school eigendom dient te zijn van de Vereeniging. Redenen waarom de Vereeniging meent nader met het verzoek tot den Raad te moeten komen ora haar die sloot tegen f 0.50 of minder per centiare in eigendom af te staan. 't Welk doende enz., Het Bestuur der Vereeniging »de Praktische Ambachtsschool." P J. Kaiser. Voorzitter. G. Van Uriel, Secretarie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1892 | | pagina 1