18 gebleken zijn dat verscheidene ijzeren binten zwaarder moesten wezen, dat het aantal kubieke meters hardsteen en zandsteen ontoereikend was, dat ook bet aantal uilgetrokken kilogrammen zink en lood tot geen soliede constructie in staat stelden. Uit gebleken zijnde en de definitieve begrooling opmakende zouden wij lol een te boog bedrag gekomen zijn en 61 getracht hebben bet gebouw eenvoudiger te maken (boewei aan luxe niet veel is besteed/ óf een verbooging van bet uitgetrokken bedrag zou alsnog z(jn aangevraagd. Voor een en ander was echter geen tijd; de nadere globale begrooting welke bier de definitieve begrooling verving, stemde vrij wel met bet uitgetrokken bedrag na alirek vaii eenige zaken, welke niet in het bestek waren opgenomen en de aannemingssom kwam vrij wel met deze nadere begrooling overeen. Nu deed zich echter de ongelukkige omstandigheid voor dat alle ramingen bleken te zijn aan den lagen kant. Heelt men anders in dergelyke gevallen posten welke mede en posten welke tegenvallen, bier waren de medevallende rubrieken uiterst gering en dit is weder niet onverklaarbaar, daar ik bij bet maken van bet ontwerp verrast werd door de hooge sommen waartoe rnjjn raming voerden en daar door een onwillekeurige neiging ontstond alles zoo zuinig mogelijk te ramen, vooral in de hoop bij hel maken van hel bestek op de een of andere wijze in eventuecle tegenvallende posten, door bezui niging op andere plaatsen te kunnen voorzien. Bestond nu bij deze gemeente de gewoonte een Hinken post voor onvoorziene werken uil te trekken als bij ryk en provincie gebrui kelijk is en zooals men ook in de meeste bestekken voor particuliere werken van eenige beleekenis aantreft, zoo zou de bjjrekening na tuurlijk even goed ontstaan zijn, doch dan ware de oorspronkelijke raming hooger geweest en de overschrijding niet zoo beleekend geworden. Hier was echter in bel geheel niets voor onvoor ziene omstandigheden, wat van zelf, nu die omstandigheden zoo on gunstig zijn, tot een groole bijrekening voeil. Zooais uit de staten blijkt bestaat de byrekeniug voor een groot deel uil kleinigheden, doch kleinigheden welke zich door de uitge strektheid van den bouw ettelijke malen herhalen. Wanneer een bardsteenen neut b. v. blijkt breeder te moeten worden, dan wordt dit bij een twintigtal geheel gelyke deuren een belangrijk stuk hardsteen en zoo is bet met al die kleine onderdeden. Vandaar ook dal een overzicht van de byrekening eerst aan het eind van bet werk te verkrijgen was. Uit kon vooral hier niet anders door het weinige personeel voor het dageijjkscli opzicht by den bouw beschikbaar. Heeft men eenige opzichters zoo kunnen alle staten behoorlijk bijgehouden en men kan b. v. iedere maand wel niet volledig, maar toch in hoofdzaak de ver houding van meer en minder werk overzien. (Bij het Rijk is gewoonlijk veel personeel en ook de gemeente Utrecht vroeg dezer dagen voor den bouw van beurs en fruilhal een opzichter-teekenaar en eenige op zichters). Hier was echter één opzichter met het geheele dagelyksch opzicht belast en bij de groote eischen, welke hel eigenlyke toezicht stelde, was voor de administratieve zaken wel eens geen tijd overig, waardoor eerst aan het eind van het werk, een voldoend overzicht was te verkrijgen. Waar vakgenooten mij herhaaldelijk verklaard hebben, dat van hetgeen verkregen is de bouwkosten bepaald gering zijn te noemen, hoop ik dat ook bij U de overtuiging zal bestaan dat geen onnoodige uitgaven zyn gedaan, maar integendeel getracht is de meest mogelijke zuinigheid in acht te nemen, zoodat ja bij een andere werkwyze vóór den bouw de noodzakelijkheid der nu noodige gelden reeds dadelijk zoude gebleken zyn, doch die nood zakelijkheid in allen geval bestond, wensebte men niet het gebouw bepaald onsoliede te maken of de brandveiligheid in gevaar te stellen. Aan sierlijkheid en weelde zijn geen belangryke sommen ten koste gelegd. Aan den Heer Voorzitter der Commissie van Fabricage. De Gemeente-Architect, Knuttel. N*. 58. Leiden, 25 Februari 1892. Bij gelegenheid van het bezoek van Hare Majesteiten de Koningin- Regentes en de Koningin aan onze gemeente op Donderdag 18 Februari jl zijn door hel Garnizoen belangrijke diensten bewezen bij de handhaving der orde bij de aankomst aan het station, het verblijf in en het vertrek uit de gemeente van Hare Majesteiten. Wij achten het billijk dat daarvoor eene zekere belooning worde toekend en geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging daarvoor een bedrag van ƒ100 beschikbaar te stellen, ter uitreiking ten voor schreven einde aan den heer Kolonel Garnizoens-Kommandant, met vaststelling van den hiernevens overgelegden staat Model A tot vol doening ter zake van ƒ100 uit den post voor Onvoorziene Uitgaven. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N*. 5». Leiden, 29 Februari 1892. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van de Wed. Dr. J. A. Van Dissel, hebben wij de eer U mede te deelen dat de leerlinge Annie Lantzius met 1 December jl. de Hoogere Burgerschool voor Meisjes heeft verlaten, omdat hare ouders toen uit Indië terugkeerden en zich vestigden te 's Gravenbage. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressante vrijstelling of terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor de leer linge Annie Lantzius, die de Hoogere Burgerschool voor Meisjes met 1 December jl. heeft verlaten, over de laatste drie kwartalen van den cursus 1891/92. Aan den Gemeenteraad. Burg, en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft te kennen Wed. Dr. J. A Van Dissel, dat Annie Lantzius, leerlinge der Hoogere Burgerschool voor Meisjes alhier, wegens het terugkeeren harer ouders in Nederland en het elders gaan wonen, die school den laatsten November heeft veriaten. Redenen waarom adressante verzoekt haar vrijstelling van betaling te geven van het schoolgeld over de drie laatste kwartalen van den cursus 1891/92. Leiden, 23 Februari 1892. 't Welk doende enz.. Wed. Dr. J. A. Van Dissel. Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Moré. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1892 | | pagina 4