21 1°. Dat blijkens ingesteld onderzoek het perceel hoek Langebrug en Pieterskerkgracht van wijlen den heer Kneppelhout eerst in 1866 is afgebroken, zoodat er geen sprake van kan zijn dat de gemeente door verjaring de rechten zoude hebben bekomen- op het tengevolge van den afbraak ontstaan open erf. (Raadsbesluit van 7 Januari 189:2.) Wordt voor kennisgeving aangenomen. 2®. Brief van Commissarissen van de Bank van Leening. Deze brief luidt aldus: Leiden, 10 Februari 1892. Wij hebben de eer Uw College te berichten, dat wij lijdelijk groole behoefte hebben aan kasgeld, en verzoeken U vriendelijk, daartoe een som van f 3000 ter onzer beschikking te stellen, om bij de eerste gelegenheid te restitueeren. Aan HH. Burg. en Wcth. Commissarissen v/d Bank van Leening, van Leiden J. T. Buvs, Voorzitter. W. De Jongh, Secretaris. Op voorstel van den Voorzitter wordt zonder hoofdelijke stemming besloten deze zaak heden te behandelen en daarop mede zonder hoofdelijke stemming besloten het kapitaal der gemeente in'de Bank van Leening met f 3000 te vermeerderen en tevens den overgelegden suppletoiren staat van begrooting, dienst 1892, vast te stellen. Aan de orde is alsnu: Elttlni van Vrijdag 10 Februari 1093, geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitter: de Heer L. M. DE LAAT DE KANTER. Te behandelen onderwerpen: 1°. Benoeming van een derden onderwijzer aan de school 4e klasse n°. 1 (39) 2°. Voorstel betrekkelijk de afwerking van de Gedempte Binnenvest gracht met het amendement van den heer Fockema Andreae, waaromtrent in de zitting van 4 Februari de stemmen hebben gestaakt. (14 en 26) 3®. Verzoek van Mrs. H. B. Greven en W. Van der Vlugt, ter be koming van grond aan de Booramarkt voor de oprichting van een gebouw ten behoeve van den werkmansstand. (18, 29 en 40) 4°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting van bel Gere formeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, dienst 1891. (34) 5®. Verzoek van A. Van Schie te Noordwijkerhout, om een dam te herplaatsen in de sloot langs de Haarlemmervaart. (35) 6®. Idem van P. H. Schouten, om vrijstelling of terugbetaling van schoolgeld. Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (36) 7®. Idem als voren van J. A. Van Gulden. (41) 8®. Idem als voren van K. Vogel, Hoogere Burgerschool voor Jongens (43) 9®. Idem van de Leidsche Duinwater-Maatschappij, om goedkeuring voor het aangaan van eene geldleening. (42) 10®. Bezwaarschriften tegen het Kohier der Plaatselijke Directe Belas ting, dienst 1691. (38) Tegenwoordig waren 24 leden, als de heeren: Verster van Wulver- horst, Siegenbeek van Heukelom, Tieleman, Dekhuyzen, Was, Kaiser, De Goeje, üriessen, llasselbach, Van Reenen, Le Poole, Van der Breggen, Van Lidlh de Jeude, Fockema Andreae, Verhey van W(jk, Zaaijer, Du Rieu, Drueker, Zillesen, De Sturler, Jula, Van Hoeken, Cock en Koelser, alsmede de Burgemeester, Voorzitter. Afwezig waren met kennisgeving de heeren: Van Hamel, Zaalberg en Schneitber, allen wegens ziekte. De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering, van 4 Februari, worden gelezen en goedgekeurd. (De heer Cock komt ter Vergadering.) De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Dispositie van Gedep. Staten van Zuid-Holland dd. 2/6 Februari jl., B, n® 223, (3e afd.). ten geleide van het goedgekeurd RaadsDesluit van 21 Januari jl. tot verhooging der Gemeenlebegrooting, dienst 1892, in ontvang en uitgaaf met 40000. (Geschenk van wijlen den heer A. J. Krantz 2°. Idem als voren dd. 2/6 Februari jl., B., n®. 213, (3e afd.) G. S., n®. 64, lol afstand van eene strook gemeentegrond van de stoep op de openbare straat vóór het perceel Breeslraat 127 aan de dames Zaalberg. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1®. Missive van Mevrouw Du Rieu, geb. Sautyn Kluit, waarbij deze aan de gemeente ten geschenke aanbiedt, ter plaatsing in hel Sted. Museum, eenige voorwerpen belrell'ende Leiden, afkomstig van den heer Mr. Pieter Van Lelyveld Pzin leven Burgemeester van Leiden, Hoogheemraad van Rijnland enz. 2®. Verzoek van de dames G. W. en H. A. C. Zaalberg, om een balcon te plaatsen voor het perceel Breestraat 127, ter breedte van één meter. 3®. Verzoek van de firma Seret en Barnevcld, om geheele of ge deeltelijke kwijtschelding van boete voor de te late oplevering van de Spanjaardsbrug. Worden gesteld in handen van Burg. en Wetb. 4®. Rekening, dienst 1891, van de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 5®. Missive van Mevrouw de Wed. Van Kaathoven, geb. Van Overzee, ten geleide van een Spaarbankboeje, waarin is ingeschreven het saldo van de gelden voor nagelalen betrekkingen van in 1866 overleden choleralijders bijeengebracht, bedragende met de sedert verloopen rente 674 12. 6®. Bezwaarschrift van J. W. Prinsenberg tegen zijn aanslag op het suppletoir kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1891. 7®. Verslag van de Raadscommissie omtrent het ondeirzock naar de deugdelijkheid der constructie van de Spanjaardsbrug, (krachtens Raadsbesluit van 3 December 1891.) 8®. Verzoek van A. Schaft, om eene waterloozing te maken in het stadsriool in de Hoefslraat. 9®. Adres van P. Van Ulden, om ontheffing van de pacht van haard- asch en vuilnis over de jaren 1890/91, 1891/92 en 1892/93. 10°. Verzoek van J. Mooten, om teruggave van ingehouden boete wegens te laten oplevering van de brug over de Groenhazengracht. 11°. Verzoek van de Wed. F. Boekee, om een walmuur te plaatsen in- en een brug te leggen, over de Zoeterwoudsche Singelsloot. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. Nog wordt medegedeeld I. Benoeming van een derden onderwijzer aan de school 4e klassse n®. 1. (Zie Ing. St. n®. 39.) De Voorzitter. Mag ik de heeren Siegenbeek van Heukelom, Tiele man en Van Hoeken uitnoodigen met mij het stembureau te willen uitmaken Benoemd wordt de heer A. Horrée, met 22 stemmencén briefje was in blanco. (Zie Ing. St. n®. 14 en 26.) De heer Zillesen. M. d. V.! Ik weet niet of de usance mee brengt dat, wanneer de stemmen over een voorstel gestaakt hebben, men zonder verdere discussie tot eene nieuwe stemming overgaat. Ik was de vorige vergadering, wegens eene lichte ongesteldheid, niet tegenwoordig, inaar is 't mij nu veroorloofd nog even een vraag over deze zaak te doen? (Hiertoe wordt door de vergadering verlof gegeven.) De heer Zillesen. Het gedrukte verslag van de vorige vergade ring is nog niet in onze handen gekomen, dus wat ik over de zaak weet, heb ik le danken aan de welwillendheid van onzen geachlen secretaris. Als ik echter goed begrepen heb, zou lusschen de rechts geleerden in die vergadering verschil van opinie hebben bestaan over de vraag of de gemeente verplicht is mede te werken tot afsluiting van particuliere erven van den publieken weg. Nu heeft de heer Fockema Andreae een amendement ingediend om het bedrag van f 4430 uitgetrokken voor het maken van bestratingen en verdere werken te verminderen met f 400, als vermoedelijk aandeel van de gemeente in de kosten van daarstelling van afsluitingen. Daarom zou ik gaarne deze vraag beantwoord wenschen te zien, of uit aanneming van dit amendement volgt, dal voortaan 't maken van dergelijke afsluitingen geheel achterwege zal blijven, of dal Burg. en Wcth.. wanneer zij 't noodig mochten achten, de eigenaren van perceelen, die aan gemeentegrond grenzen, kunnen verplichten een afsluiting te maken, in dat geval dus geheel voor rekening der eigenaren In het eerste geval zou ik vóór het araendement stemmen, maar in het tweede geval zou ik er mij, uit billijkheidsredenen, niet mee kunnen vereenigen. De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Ik vermoed, dat u 't goed zult keuren, dat ik een enkel woord als antwoord aan den heer Zillesen geef, omdat ik 't best in staat ben mijn eigen amendement toe te lichten. Ik begin met den heer Zillesen de verzekering te geven, dat er onder de rechtsgeleerden in deze vergadering geen verschil van meening heeft bestaan over de verplichting tot afsluiting; wij waren het er over eens, dat de juridische verplichting niet bestond. Zoo er verschil van opinie bestond, dan was 't alleen hierover, of niet somtijds de billijkheid kan medebrengen, dat de gemeente mede werkte tot het maken van afsluitingen. En de bedoeling van mijn amendement is alleen deze: de gemeente moet zich, zoolang nog geen eigenaar afsluiting van zijn erf van den openbaren weg heeft verlangd, niet bereid verklaren om een deel te dragen in de kosten. Mijn amendement prejudicieert dus in zooverre niets; komt er later een eigenaar, en hij vraagt aan de gemeente om tot de afsluiting mede te werken, dan kan men nog naar bevind van zaken oordcelen. De heer Zillesen. Ik dank den heer Fockema Andreae zeer voor de gegeven inlichtingen; ik ben thans genoeg op de hoogte van de zaak. De beraadslagingen worden gesloten. (De heer Koetser komt ter Vergadering.) Thans wordt in stemming gebracht het amendement van den heer Fockema Andreae, oin het bedrag met f 400 te verminderen. Wordt aangenomen met 14 tegen 9 stemmen. De Voorzitter. Ik dank de leden van het stembureau voor hunne welwillende medewerking. II. Voorstel betrekkelijk de afwerking van de Gedempte Binnen vestgracht met het amendement van den heer Fockema Andreae, waaromtrent in de zitting van 4 Februari de stemmen hebben ge staakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1892 | | pagina 1