GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 11 INGEKOMEN STUKKEN. N®. 31. Leiden, 28 Januari 1892. Bij Raadsbesluit van 8 Mei 1890, goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten bij beschikking van 27 Mei d. a. v. werd eeu bedrag van 152530 beschikbaar gesteld voor den bouw der Gehoorzaal, te vinden uit opbrengst van geidlcening, als voor het gebouw ƒ117000, meubilair 8000, verwarming 15000, verlichting 7900, bouwen van eene kosterswoning e. a. 4650. In de zitting van 30 October 1890 werd besloten dat de verlichting der Gehoorzaal zoude geschieden met gas en tevens de raming der kosten van verlichting met 2250 verhoogd en gebraeht op 10150, terwijl in ons betrekkelijk rapport werd medegedeeld dat later een voorstel tot verhooging van dc voor den bouw der Gehoorzaal toe gestane som zoude worden ingediend. In het jaar 1890 is van die som gebruikt 92647.25 en bij Raads besluit van 24 Augustus 1891, goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten, bij beschikking van 6 October d. a v, werd een bedrag van 59902.75 op den post der Onvoorziene Uitgaven van de begrooting voor 1891 overgebracht voor de voldoening van de uitgaven die in 1890 niet hadden kunnen geschieden, terwyl uit dien post thans reeds betaald is een bedrag van 56030.04. Inmiddels is gedurende het werk gebleken dat de geraamde som men niet voldoende zijn. De geheele kosten van het gebouw toch hebben bedragen 133468.02', als aannemingssom van I. Van der Kamp en S. Van Leeuwen 115910, rekeningen van G. Van Driel voor veranderingen Waalsche kerk 750, idem voor het overbrengen van het Archief 250. Van Malsen parke'tvloer 1907.50, Bourgonjon beeldhouwwerk ƒ638, Gebrs. Koch, carton-pierre 403.32, arbeidsloon volgens maandstaten 69.66 en berekening van de aannemers van het geboirw 13523.54', te zamen133468.02' Rekening waterleiding2348 14 Idem verwarming21700.44 Idem verlichting10335.83 Meubilair7868.62 Toezicht en teekenloon1930. Totaal 177651.05' De meerdere kosten welke de bouw boven de raming gevorderd heeft, zijn aan de volgende oorzaken toe te schrijven: 1®. De schade veroorzaakt door den strengen winter, waardoor de gemeente aan langer toezicht, cement, stoken enz. ongeveer ƒ1000 extra heeft uitgegeven. 2°. De meerdere uitgaven voor den aanleg der verwarmingsin- riehting ad 6700, doordat allerlei kanalen, deuren en andere inrich tingen noodig bleken, welke in de avant-projets der firma, waarop de raming was gegrond, niet waren aangegeven, terwijl de leiding bij het avant-projet op 12000 geraamd, bij definitieve inschrijving 14000 bleek te kosten, met een latere bijrekening ad ^60, 3®. Dc slechte toestand van den bodem, waarvan bij voorloopig onderzoek niets gebleken was, terwijl bij den bouw vele riolen, beerputten, kelders, moerasachtige plekken gevonden werden, welke allerlei voorzieningen noodig maakten. Evenzoo vereischte de toestand van het gebouw der Waalsche kerk kostbare voorzieningen en vielen de muren van de koffiekamer, welke zouden behouden blijven, zeer tegen. Ook aan de andere belendende gebouwen waren verschillende extra werkzaamheden te verrichten (bij elkander ongeveer 3800.) 4®. De bovengenoemde slechte toestand van den ondergrond, maakte een buitengewone verankering noodig. Dat het gebouw zich zonder iets beteekenende scheuren gezet heeft ondanks den slechten ondergrond en de verschillende druk moet vooral aan het gebruik van veel ijzer worden toegeschreven. Daarenboven bleken de geschatte zwaarten der ijzeren binten on voldoende, toen werd uitgerekend wat zij voor hunne rekening kregen. Ook hier mocht niets gewaagd worden. Vandaar dat aan bint- hoek-, plaat-, smeed- en gietijzer voor 4436 meer is besteed dan waarop gerekend was. 5®. De rabitzwanden hebben een extra uitgave van 720 gevorderd. De leverancier kwam bij de uitvoering tot andere eischen dan hij had opgegeven en door den Architect waren medegedeeld op de aan wijzing. Dit verschil kon niet geheel door de aannemers gedragen worden 6°. De groote haast, waarmede het bestek, ten einde voor den winter onder de kap te zijn, is opgemaakt (het Raadsbesluit is van 8 Mei 1890, de bestekken waren 24 Mei reeds afgedrukt en de be steding had 9 Juni plaats; het eene vel van het bestek werd opge steld, terwijl de proefdruk van het andere werd gecorrigeerd) heeft tot misrekeningen aanleiding gegeven, welke helaas alle in het nadeel waren, wat weder niet te verwonderen is, waar steeds getracht was het eindcijfer zoo laag mogelijk te houden. Toen werden er hout- en steen- maten en hoeveelheden lood en zink uitgetrokken welke bij het detaillecren bleken tot onsoliede constructie aanleiding te geven. Hadde er gelegenheid beslaan, zooals bij den bouw van de school Langebrug en nu weder bij bet Archief-gebouw, om vóór de aanbe steding de groote werkteekeningen en de voornaamste details gereed te maken, dergelijke tegenvallen hadden voorkomen kunnen worden en zooals bij de school zouden de beschikbare gelden (om die reden) niet geheel aangesproken, laat staan overschreden behoeven te zijn. De zeer groote afmetingen van het gebouw droegen er toe bij om elke kleine wijziging en verzwaring aanzienlijk te maken, door het groote aantal van alles benoodigd. Zoo is aan meerdere kozijnen met toebehooren uitgegeven 410, aan meerder hardsteen ƒ1450, aan meer zandsteen 1416, aan meerder lood en zink 976. Het maken van sanitaire closets op de privaten heeft met eenig bijwerk 470 vereischt en de bouw van een retirade meer naast de kleine concertzaal, uit privaat en urinoir bestaande ƒ129. Het amphitheatersgewijze maken der balkonvloeren, vereischte een extra uitgave van 160. Hel beeldhouwwerk, zeker moeielyk te schatten, heeft 600 meer gekost dan was geraamd, de waterleiding viel 348 tegen. Voor het overbrengen der W aalsche bibliotheek werd 250 besteed. De carton-pierre versiering van den foyer kostte 404.32. Overigens zal U uit de staten van meerder werk blijken, hoe een aaneenschakeling van kleinigheden tot de hooge bijrekening heeft geleid. liet is zeker hier de plaats om er op te wijzen hoe bij rijks- en provinciale werken het uittrekken van een groot bedrag voor onvoorziene werken regel is, terwijl hier niets daarvoor was aange wezen. De 6000 voor de verwarming uitgezonderd,, hebben de extra werken geen buitengewoon karakter; op alle werken komen zjj voor en niet vooraf te berekenen omstandigheden doen ze grooter of kleiner worden. Tot verdere toelichting zijn in de Leeskamer ter inzage van de leden nedergelegd een nader uitvoerig rapport van den Gemeente- Architect, waarin de redenen worden uiteengezet, op grond waarvan de oorspronkelijke raming moest worden verhoogd, alsmede de ge specificeerde staten van meerder werk ten behoeve van den bouw, van het meubilair, van de verwarming, van de verlichting en een staat van minder werk betreffende den bouw. Inmiddels behoeft de post voor Onvoorziene Uitgaven voor 1891 tot dekking van de bovenbedoelde meerdere uitgaven niet te worden verhoogd en evenmin tot dekking dier uitgaven over een gedeelte van het restant der geldleening van 1891 te worden beschikt. Bij Raadsbesluit namelijk van 18 September 1890, goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten bij beschikking van 30 September d. a. v. is voor de uitbreiding der Gasfabriek een bedrag van 153900 beschik baar gesteld, ter aanvulling van het.Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds, mede te vinden uit de opbrengst van Geldleening. In 1890 is daarvan aan Commissarissen uitbetaald 50000 en gelijk bedrag in 1891, terwyl voor de uitvoering van de noodige werken het Uitbreidings- en Vernieuwings fonds slechts behoeft te worden aangevuld met ongeveer 128800, en bij het bovenaangehaald Raadsbesluit van 24 Augustus 1891 op den post voor Onvoorziene Uitgaven der begrooling voor 1891 is overgebracht het geheele toegestaan bedrag van 153900 na aftrek van de som van 50000 waarover in 1890 reeds was beschikt, alzoo van 103900. Het bedrag van den staat Model A tot voldoening uit den post voor Onvoorziene Uitgaven, begrooting 1891, vastgesteld bij heimeer aangehaald Raadsbesluit van 24 Augustus 1891, zal alzoo, wanneer de meerdere uilgaven in zake den bouw der Gehoorzaal worden goedgekeurd, niet behoeven te worden verhoogd. Alleen moet alsdan de omschrijving in de kolom Toelichting worden gewijzigd. Daarin zal moeten worden vermeld dat voor den bouw der Gehoorzaal wordt overgebracht 85003 80' en voor de aanvulling van het Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds 78798.94', te zamen bedragende 163802 75, welk bedrag op de vastgestelde staten is vermeld, waarin kan worden voorzien door af en overschrijving op de verschillende onderdeelen van den post voor Onvoorziene Uitgaven. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging den hierby over- gelegden staat van af- en overschrijving op den post voor Onvoorziene Uitgaven der begrooling, dienst 1891, vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. :N«. 38. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 1824 Januari 1892. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsenr. 1 Januari. 18 4.45—6.30 7 16.2 2 19 4.45—6.45 8 16.6 3 20 4.45—6.30 7 16.6 4 21 4.45—6.30 8 16.4 5 22 4.456.45 7 16.4 6 23 4.45—6.30 8 16.8 7 24 4.45—6.45 8 16.6 N®. 33. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 2531 Januari 1892. JN°. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 Januari. 25 4.45—6 45 7 16.6 2 26 4.45—6.45 8 16.6 3 27 4.45—6.30 7 16.4 4 28 4.45—6.45 8 16.2 5 29 4.45—6.45 7 16.2 6 30 5. 6.45 8 16.0 7 31 5.6.45 8 16.2 1» 9

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1892 | | pagina 1