De heer Schneither. Mag ik er even op wijzen, dat bjj de vorige
Gehoorzaal de klacht was dat de bovenzaal te dicht aan de straat
was gelegen, en zij daarom vooral voor kamermuziek werd afgekeurd,
omdat trams, rijtuigen enz. te veel geraas maakten. Dat is juist
de reden geweest waarom nu de bovenzaal niet aan de straat is ge
bouwd, wat anders de aangewezen plaats zou zijn geweest.
De heer Fockèma Andreae. Wanneer dit een bezwaar is, dan zal
van den foyer voor het door mij beoogde doel waarschijnlijk geen
gebruik worden gemaakt, maar laat ons in elk geval de gelegenheid
openstellen om den foyer voor dat doel te kunnen verhuren.
De Voorzitter. Er is nog een ander bezwaar, nl. dat de foyer
door het geven van concerten nog al lyden zal. Er zal telkens een
orchest moeten worden opgeslagen, wat niet strekt om alles goed in
orde te houden. Door het opslaan en afbreken van het orchest, de
plaatsing en het gebruik van de stoelen, zal vooral de parketvloer
zeer lijden. De foyer is daarenboven niet geschikt voor het geven
van concerlen, want, zooals men zich zal herinneren, was het groote
bezwaar tegen de vroegere bovenzaal juist dat zij aan de straat was
gelegen.
De heer Jdta. Ik zou het zeer jammer vinden indien de foyer
werd gebezigd voor het geven van muziekuitvoeringen. De Quartet-
Vereeniging zal, ik wil dit aannemen, niet zooveel schade aan foyer
of vloer aanrichten, maar. waar men één muziekgezelschap toelaat,
kan men moeielijk een ander het gebruik weigeren. De foyer ziet
er nu neljes uit, en wij hopen dat hij er over ecnige jaren nog
netter zal uitzien, maar dan moet hij ook zeker niet verhuurd wor
den voor het geven van concerten.
De beraadslaging wordt gesloten.
De alinea in stemming gebracht wordt goedgekeurd met 13 tegen
7 stemmen.
Tegen stemden de heeren Driessen, Fockema Andreae. Van Reenen,
Verster, Van Lidth de Jeude, Verhey van Wijk en De Sturler.
De alinea: Bij verhuring van de bovenzaal of receptiekamers is de
ingang aan de Aalmarkt, met gebruik van de garderobe en den ach
tertrap aldaar."
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De Voorzitter. Thans komt in stemming het amendement van
den heer Was, dat de receptiekamers alleen worden verhuurd voor
het houden van vergaderingen.
De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Herhaaldelijk heb ik hooren
zeggen, de heer Was heelt ook die uitdrukking gebezigd, nu het
tarief zoo laag is zouden de receptiekamers kunnen worden misbruikt
voor het geven van diners enz. Ik zie niet in waarin dit misbruiken
bestaat, wanneer er schade wordt aangebracht moet deze natuurlijk
worden vergoed.
De heer Was. De Gehoorzaal biedt buiten de receptiekamers ge
legenheid aan lot het geven van partijen en diners, nl. den foyer.
Wanneer men nu de goedkoope receptiekamers niet uitzondert, dan
zullen zuinige menschen niet den foyer maar een der receptiekamers
voor partijen en diners huren.
De Voorzitter. Wij treden dan in concurrentie met ons zeiven.
De heer Zaalberg. M. d. V.Nu de receptiekamers alleen gebruikt
mogen worden voor vergaderingen, wanneer deze niet begrepen zijn
in eene gelijktijdige verhuring van de groote zaal, zoo stel ik voor
den foyer, behalve voor partijen en diners, ook beschikbaar te stellen
voor hen die receptie of félicitalie willen houden, wat bij huwelijken,
promotiën of andere gelegenheden kan voorkomen.
De heer Was. Wat de heer Zaalberg daar aanvoert is, geloof ik,
eigenlijk meer een woorpenspcl. Wij weten toch allen wat men met
de receptiekamers bedoelt. Maar het bezwaar van den heer Zaalberg
wordt geheel opgeheven wanneer men slechts het amendement aan
neemt, zooals ik dit zelf heb geformuleerd. «De receptiekamers
zullen niet mogen worden bestemd tot het houden van partijen en
diners."
De Voorzitter. Ik wil het denkbeeld van den heer Zaalberg niet
geheel in den wind slaan. Ik stel voor bij de bepalingen omtrent het
gebruik van den foyer ook nog te voegen «en félicitaties."
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel van den heer Was wordt in stemming gebracht en
aangenomen met 15 tegen 5 stemmen.
Tegen stemden de heeren: Fockema Andreae, Van Reenen, Siegen-
beek van Heukelom, Van Lidth de Jeude en Verhey van Wijk.
In behandeling komt nu het amendement II van den heer Verhey van
Wijk: «Wanneer tooneel- en gymnastiekvereenigingen en muziekgezel
schappen de groote zaal voor één avond gehuurd hebben, en deze
mede den avond te voren voor de repetitie gebruiken, wordt voor
beide avonden het tarief voor één geheelen dag toegepast".
De Voorzitter. Indien de woorden «tenzij de zaal voor een ander
doeleinde verhuurd is" er aan toegevoegd worden, hebben Burg. en
Weth. geen bezwaar tegen het voorgestelde amendement. Het komt
nl. meermalen voor, dat vóór een voorstelling of een concert, eene
repetitie moet worden gehouden of de zaal vooraf voor tooneel- of
andere voorstellingen in orde moet worden gemaakt. Vroeger werd
dan daarvoor ook de zaal beschikbaar gesteld, altijd natuurlijk onder
voorbehoud, dat zij niet door anderen was gehuurd.
liet amendement aldus gewijzigd wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Alsnu komt in behandeling punt III van het amendement: «De
lokalen der Gehoorzaal worden niet verhuurd tot het houden van
magazijnen of winkels".
De heer Driessen. 't Zou kunnen, dat men de zaal vroeg voor een
fancy fair. Zou ze daarvoor niet verhuurd mogen worden?
De heer Verue? van Wijk. M. d. V.! Ik wil door mijn amende
ment voorkomen, dat handelaren van buiten met goederen, die zoo
genaamd benaderd zijn, hier komen om onzen winkeliers concurrentie
aan te doen, die er schade door zouden lijden. Ik wil de zaal niet
voor commercieele doeleinden beschikbaar stellen.
De Voorzitter. Ik merk op, dat de gelegenheid om aan de straat
te étaleeren er met de nieuwe zaal niet beter op is geworden.
De heer Verhey van Wijk. Ik moet nog mededeelcn, dat ik met
genoegen in het Handelsblad gezien heb, dat op een vraag, omtrent
de verhuring van het Barak op het Damrak te Amsterdam, Burg. en
Weth. geantwoord hebben, dat zij 't maar voor één maand gedaan
hadden. Verscheidene leden van den Gemeenteraad aldaar deelen
mijn meening, dat zoo iels niet op den weg der gemeente ligt.
De heer Jdta. M. d. V.! Wanneer ik mij wel herinner wordt van
de gelegenheid om in de Gehoorzaal tijdelijk verkoopingen te houden
meestal des zomers gebruik gemaakt, dus juist in een tijd dat de
zalen weinig of niet verhuurd worden. Dat is dan eene geschikte
gelegenheid om de zalen nog wat rentegevend te maken. Ik her
inner mij niet dat het vroeger ooit tot misnoegen aanleiding heeft
gegeven en toch is de zaal herhaaldelijk voor dat doel verhuurd.
De Voorzitter. Ik zie ook het nut van het verbod niet in, vooral
niet omdat ik niet geloof dat de zaal voor dat doel meer gevraagd
zal worden De gelegenheid is zooveel slechter geworden dan vroe
ger. Doch buitendien moet men zoowel op de belangen van de
koopers als van de verkoopers letten. Wanneer men zich op eene
goedkoope wijze het een of ander kan aanschaffen, is het niet ver
standig daarvoor de gelegenheid te onthouden. Ook kan het voor
komen (dat geschiedt van tijd tot tijd) dat de zaal wordt gevraagd
voor executoriale verkoopingen.
De heer Verhey van Wijk. Dan treedt de gemeente in concur
rentie met het venduhuis en andere voor dat doel bestemde zalen.
Maar de Gehoorzaal mag niet gebezigd worden om concurrentie aan
te doen aan de Leidsche neringdoenden. Ik stel mij toch voor dat
de winkeliers het met leede oogen zullen aanzien dat iedereen in de
Gehoorzaal zal kunnen étaleeren. De gemeente ontvangt de belasting
niet van die verkoopers die hier te hooi en te gras maar eens ko
men, doch van de ingezetenen.
De Voorzitter. Er is geene quaestie van in concurrentie treden
met anderen, dan in zooverre dat wij onze zalen verhuren; daarvoor
is het gebouw opgericht. Men zou dan ook kunnen zeggen dat wij
door de gelegenheid open te stellen tot het geven van partjjen en
diners in concurrentie treden met Levedag en andere hotels. Het
komt meermalen voor dat de zaal voor publieke verkoopingen, op
ruimingen van wijn, sigaren, tapijtgoederen enz. wordt gehuurd.
De heer Verhey van Wijk. Voor boekverkoopingen, aucties als
van de firma Brill bijv. zou ik de zaal ook niet wenschen gesloten
te zien. Ik had alleen het oog op dén verkoop van winkelgoederen
door niet-ingezetenen.
De Voorzitter. Wanneer er, zooals herhaaldelijk gebeurt, groote
voorraden sigaren, tabak enz. worden verkocht, dan kan men toch niet
zeggen, dat zulke verkoopingen vallen onder de rubriek van publieke
boekverkoopingen waarvan de heer Verhey van Wijk spreekt. Dan
moet de zaal ook voor dergelijke verkoopingen gesloten worden,
want dat is eveneens eene wijze waarop men zich uit andere plaatsen
hier van zijne goederen ontdoet.
De heer Verhey van Wijk. M. d. V.! Dan wijzig ik mijn amen
dement in dien zin dat het moet gelezen worden: «De lokalen der
Gehoorzaal worden niet verhuurd tot het houden van magazijnen,
winkels of publieke verkoopingen".
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement in stemming gebracht wordt verworpen met 11
tegen 9 stemmen.
Voor stemden de heeren: Van Reenen, Verster, Van Heukelom,
Tieleman, Van Hoeken, Van Lidth de Jeude, Du Rieu, Verhey van
Wijk en Zillesen.
De Voorzitter, In behandeling komt nu de «verlichting". «De
prijs van het verbruikte gas wordt aan de huurders der lokalen in
rekening gebracht volgens daarvoor vastgesteld tarief."
Wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De heer Van Hoeken. M. d. V.! Ik zal niet voorstellen om aan
de 22 artikelen van deze voorwaarden nog een toe te voegen, doch
wensch Burg. en Weth. wel in overweging te geven om voortaan
niet meer op Zondag zulke spektakel-concerten toe te laten als het
gaval is geweest. Van verschillende zijden zijn daaromtrent opmer
kingen tegen mij gewaakt. Doch al ware dit niet het geval geweest,
dan zou ik deze zaak toch ter sprake hebben gebracht.
By vorige gelegenheden hebt u, M. d. V., wel eens gezegd dat u
eerbied hadt voor mijne beginselen. Dat klinkt schoon, maar als op
die betuiging daden waren gevolgd zou beter geweest zijn.
Het is daarenboven niet een beginsel van mij, waarvan mij de eer
toekomt, maar het is een beginsel van God, die wil dat wij op dien
dag zullen rusten. Ik weet wel dat ik de 26 overige leden van den
Raad tegen mij zal hebben, maar heb toch gemeend Burg. en Weth.
op deze zaak te moeten wijzen, niet alleen uit eerbied voor God, maar
ook om rust te verschaffen aan de personen welke bij die gelegen
heid dienst moeten doen.
De Voorzitter. Mijnheer Van Hoeken! ik zal u op dit terrein niet
volgen. U hebt gezegd dat ik wel eens betuigd heb eerbied te
hebben voor uwe gevoelens, maar uwe opmerking bewijst dat u geen
eerbied koestert voor de gevoelens van andersdenkenden.