SarsvaS"c" -Volgn-88 0"de'hLd -
Len"« tJLÏÏ 8e™' ""'de erf!oheidi"S
De kosten van een en ander worden geraamd-
Srton,,,z'der bes,r*"nB °p3000 8e,,"d
4
3rraalVh V Len 1?" :°rLden' onder bePalin8 dat len laste van
de Gasfabriek komen a le afscheidingen die aan de Zand- en Twee-
de Vereenigde Vergadering in hare eerstvolgende bijeenkomst ter tafel
e brengen en te ondersteunen, en dat de opbrengst van het bruggeld
en de kosten van bediening hebben bedragen over de laatst verloopen
drie maanden als volgt: r
?atobel'K 0Pbr?»gs' gewoon f 58.44, buitengewoon f 52.92, totaal
t 111.36, bediening f 1/8.56 te kort 67.20.
r ü7°9/emkCj' °Pbre"ost gewoon 52.86, buitengewoon ƒ44 48. totaal
f 97.34, bediening f 172.80. te kort 75.46.
°Pbre"gst gewoon f 84, buitengewoon 40, totaal
124, bediening f 178.56, te kort 94 16.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
14- Leiden, 14 Januari 1892.
Krachtens Raadsbesluit van 17 Juli 1890 is overeenkomstig onze
voorstellen tot de demping overgegaan van de Binnenvestgracht van
de Mare tot aan de Gasfabriek en mede van bet gedeelte gelegen
tnsschen de Gasfabriek en de Tweelingstraat, waarvoor een bedra»
schikbaar gesteld. V' Ult de B«^ngewor.e ontvangsten, werd be-
Tevens werd bepaald dat later zoude worden beslist omtrent de
bestemming te geven aan den door de demping verkregen grond
Lr zal, naar het ons voorkomt, alsnu tot verdere afwerking van
het verkregen terrein door bestrating er. afscheiding van de beien-
dende perceelen behooren te worden overgegaan, waarvoor in overleg
met de Commissie van Fabricage een plan is opgemaakt. Volgens dat
plan wordt tusschen de Mare en Reineveststeeg de straat gebracht op
een breedte van 6 meters, het talud van den Vestwal flauwer ge
maakt bezood en beplant met eenvoudige dekheesters. terwijl te4n-
over de Re.neveststeeg een dubbele oprid is ontworpen. De be-
straling is doorgezet tot aan de terreinen der Gasfabriek Langs de
begraafplaats zal dan een ijzeren hek en langs de opening der 24
huizen, zoo noodig, een muur hehooren te worden geplaatst.
Deze afscheidingen moeten worden opgemaakt voor gezamenlijke
rekening van de gemeente en van de eigenaars der aangelegen per
ceelen. In de opgemaakte begrooting voor de hier bedoelde werken
is dan ook slechts op de helft der kosten van afscheiding gerekend.
Het terrein dat zich langs de Gasfabriek en de fabriek van den heer
Bots uitstrekt, op de schetsteekening aangeduid met de letters a, b
c en d, kan aan die inrichtingen worden afgestaan en in onderling
overleg tusschen hen worden verdeeld; de voorwaarden van dien
afstand kunnen nader worden vastgesteld, en daarbij zal moeten
worden bepaald dat de afscheiding bij a en b zal moeten gemaakt
worden voor hunne rekening.
Het terrein tusschen de Gasfabriek en de Tweelingstraat is aan
de eene zgde geheel begrensd door de Gasfabriek en zoude geheel
lingstraten geheel en die langs particuliere erven gezamenlijk met
de eigenaren en langs het terrein van de Turfschuur met de
gebruikers, de Diaconie der Nederd. Hervormde gemeente.
Verder is het wenschehjk het laatste gedeelte nabjj de Tweeling
straat in tweeen te deelen, zooals nu reeds voorloopig is geschied
ten einde een toegang te behouden voor de onlangs door P. Kooreman
gebouwde huizen, waardoor een poort gevormd wordt, toegang
gevende zoowel tot de bovenbedoelde woningen als tot het erf van
hestrating2650
ophooging, bezoden en beplanten 1080
afscheidingen40o._
i». lotaa' - f 4100-
ïerbj] is gerekend dat de bestrating in eigen beheer geschiedt
en derhalve geen arbeidsloonen behoeven uitgetrokken te worden.
Vermits het wenscheljjk wordt geacht de straatmakers aan hun
gewoon werk, het doen van herstellingen en vernieuwingen van
straten, te laten, zal o. i. het bestratingswerk moeten worden aan-
Verder bljjkt uit de mede hierbij overgelegde kadastrale teekening
dat enkele van de aan de vroegere gracht uitkomende perceelen ver-
groot zijn ten koste van liet eigendom der gemeente.
Bij n». 1893 (hoek Reineveststesg) is 3.5 M1 ingenomen, welk
stukje zal moeten worden teruggenomen, ten einde een geregelde
rooilun te verkrijgen, welke lijn op de teekening voor de te maken
afscheiding is aangewezen.
Bij de nummers 2340 en 2841 loopt de grenslijn door gebouwde
perceelen. De eigenaars zouden o. i. moeten worden uitgenoodigd
om aan te vragen den grond waarop is gebouwd te mogen behouden
tegen betaling van eene behoorlijke recognitie, met bepaling dat,
wanneer de bedoelde perceelen mochten worden verbouwd, de grond
waarop thans is gebouwd, weder vrjj aan de gemeente terugkomt.
De jaarlgksche recognitie zoude in dit geval op niet minder dan 1
no1" nm T^nT^i* 7°rden b'paa]d- Ue .eigenaars der perceelen
verhooging der begrooting voor dit jaar met genoemd bedra- bij
nevensgaanden suppletoiren staat van begrooting, strekkende tot "ver
hoog, ng van Volgn 5! Geldleening ter voorziening in de koste! van
vnfr rC0lle?e ma''btipen de noodige maatregelen te nemen
van de»In Huimin? d00r de be'anghebbende eigenaars en gebruikers
inaenoincn 3.„ ^""«nvestgracht gelegen perceelen van den
ingenomen giond, zullende te zijner tijd aan Uwe Vergadering de
ïefik vTT ,W°^en ingediend tot afsland eigendom of
gebiuik van de eventueel aangevraagde perceelen
Aan den Gemeenteraad.Burg. en Weth. van Leiden.
N"- ,S- Leiden, 13 December 1891.
Mede namens de andere leden der Commissie tot onderzoek van
Gurc,u beb ,k de eer U te berichten dat van het crediet ad
t 300 voor dit onderzoek toegestaan op 1 December was besteed
2Ij voornamelyk uitgegeven aan arbeidsloonen voor het maken
van een belangrijke ontgraving. In het midden van den heuvel
werd een kuil gestoken van 4 bjj 7 meters, ter diepte van 8 meter.
Met dit werk wordt nog voortgegaan, zoodat weldra het crediet zal
zijn uitgeput. Bij de ontgraving zijn aanvankelijk enkele niet on
aardige vondsten gedaan, doch voorloopig kunnen wij er niet meer
uit besluiten, dan dat de heuvel kunstmatig is gemaakt en wel niet
ophoogingen *IJ" tegenwoordiSe hoogte, maar met herhaalde nieuwe
Moet de Commissie zich bepalen tot hel toegestaan crediet, zoo
zu.len wij de kuil weldra moeten dichten; mocht U met ons van
oordeel zijn, dat het onderzoek behoort te worden voortgezet door
ie graven van zijkanalen, zoo zal eene verhooging van het crediet
noodig wezen.
Aan HH. Burg. en Weth. De Geraeente-Architect.
der gemeente Leiden. Knuttel.
Leiden, 9 Januari 1892.
In antwoord op Uwe Missive van 28 Dec. jl. hebben wij de eer U
.te. deelen. da' wij reeds vooruit kennis genomen hadden van
en brief door den Stads-Architect ook namens ons, als medelid onzer
Lommissie U toegezonden.
Ofschoon het verkregen resultaat meer negatief, dan positief kan
tieeten, zoo is door de uitgraving der kuil van 4—7 in de lagenrij
waardoor het kunstmatig opgeworpen terrein verkregen is, eene niet
onbelangrijke ontdekking.
Wij zjjn genaderd tot over de helft van de hoogte tusschen het
plateau en het watervlak van den Rijn en indien nog eenige meters
dieper gegraven kon worden en zoo nog eene zijcoupure kon worden
gemaakt naar den muur, zouden wij wellicht over den geheelen bouw
unnen oordeelen. Van al at gevonden is, is nauwkeurigaanteekening
gehouden en de gezichten op en in den kuil, zijn behoorlijk in tee
kening gebracht onder leiding van den Stads-Architect. Met weinige
meerdere kosten zal thans het onderzoek voortgezet kunnen worden
en 'n zeker opzicht voldoende kunnen worden beschouwd.
schoon er tot nog toe niets is. dat een vermoeden wettigt, dat
er een andere b. v. Frankische of Romeinsche versterking aan den
middeleeuwschen bovenbouw is voorafgegaan, zoo zoude dit b i verdere
on graving stellig moeten blijken; wij zouden daarom wenschcn, dat
er niet terstond tot het dichtwerpen der kuil werd overgegaan, maar
dat een matig crediet b. v. van 200 k 300 ons in staat stelde
verdere nasporingen te doen; om beter te kunnen oordeelen zouden
wij dus wenschen, dat het onderzoek werd voortgezet.
Dr. Leemans wegens zijnen hoogen leeftijd verhinderd werkzaam
op te treden is met ons overeengekomen Dr. W. N. Du Rieu uit te
noodigen tot onze Commissie toe te treden; deze heeft bereidwillig
die taak op zich genomen.
Aan HH. Burg. en Weth. NameDs de Commissie,
der gemeente Leiden. VV. N. Du Rieu.
W Pleyte.
Knuttel.
1301, 1850, 1511 die geen of ondergeschiktrb7uwwerkenopTen
ingenomen grond hebben geplaatst, zullen moeten worden genood-
5 iHm" gem1e®"'egrond verlaten, terwijl ook de gebruikers van
n. 1Ö10 en 1312 de oorspronkelijke grens moeten in acht nemen
kreglTan\ordenterrem Gasfabriek een regelmalig verloop ver-
Wat de bestrijding van de aan bedoelde werken verbonden uitgaven
betreft, meenen wg dat deze, evenals de kosten van de demping zelve
zullen moeten worden gevonden uit de Buitengewone ontvangstenen
wel uit het restant van de onlangs gesloten geldleening.
Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging:
i*. het bovenbedoeld plan van afwerking van het door demping
verkregen terrein goed te keuren,
2". een bedrag van f 4450. ter zake beschikbaar te stellen door
l6- Leiden, 20 Januari 1892.
Naar aanleiding van het rapport der Commissie van Financiën om
trent ons voorstel tot vernieuwing van de houten loods op den Vest-
wal, bestemd voor het uitkloppen en bergen van tapijten, meenen
wij Uwe Vergadering in herinnering te moeten brengen, dat krachtens
Raadsbesluit van 27 Februari 1879 tot de oprichting van zoodanige
loods is overgegaan, in verband met de in genoemde Raadszitting
vastgestelde Verordening tot aanwijzing van eene plaats, waar klop-
perijen van tapijten kunnen worden opgericht zonder voorafgaande
vergunning van het Gemeentebestuur.
Die Verordening is vastgesteld naar aanleiding van art. 4 der Wet
van 2 Juni 1875 (Stbl. n». 95). tot regeling van het toezicht bij het
oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen
veroorzaken, en terwijl sub. 2 der Verordening is bepaald dat be-
terrein, in het belang van de openbare gezondheid, wordt
aangewezen voor het oprichten, hebben of gebruiken van'klopperijen
van tapijten, met verbod om elders in de gemeente dat bedrijf uit
te oefenen, en de Verordening geldt voor den tijd van 20 jaren.
Het komt ons voor dat, zoolang deze Verordening bestaat en alzoo
nn„„rs- Ui ge,neente 8ee"e klopperijen van tapijten mogen worden
opgericht, de gemeente behoort zorg te dragen dat op het terrein eene
oods aawfflg is, waar bij regenachtig weder de tapijten en kleeden
tijdelijk kunnen worden geborgen.
Wij meenen Uwe Vergadering mitsdien te moeten ontraden, met
het nemen van eene beslissing omtrent de vernieuwing van de door
s orm vernielde loods te wachten totdat de begrooting voor 1893 aan
de orde wordt gesteld.
Aan den Gemeenteraad Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebhoedebs MuaÉ.