115
De Voorzitter. Ik geloof dat 't niet doenlijk zal zijn deze bepa
ling op te nemen, tenzij de gemeente zelf de kosten op zich neemt.
Iemand, die nu de zaal huurt, bepaalt zelf hoeveel en waar hij licht
wil hebben en 't zou dus onbillijk zijn hem de verplichting op te
leggen, dat hij ook licht laat branden op plaatsen, waar hij 'l niet
wenseht te hebben.
Zoo iets kan ook invloed hebben op de verpachlingssom, welke
wij zullen ontvangen, want hoe meer verplichtingen wij den pachter
opleggen, hoe lager hij zal inschrijven.
De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Moet niet bij iedere voor
stelling het licht op die plaats branden, omdat daar ook een nood-
uilgang is?
Tevens wenschte ik te vragen hoe 't met den meter staat. Is er
één voor het geheele gebouw of zijn er meerdere voor de afzonderlijke
gedeelten, en bij welk gedeelte behoort het licht van den achter
uitgang?
De Voorzitter. Alle gedeelten hebben afzonderlijke meters.
Hoe 't evenwel met de verplichting om daar gas te branden staat,
weet ik niet.
De heer Fockema Andreae. Zou 't daarom maar niet beter zijn,
om de alinea, waarop de heer Van Hamel gewezen heeft, er in op
te nemen? Of wij de kosten dan in pachtsom lijden of zelf direct
betalen, komt op hetzelfde neer.
De Voorzitter. Dit punt is niet van overwegend belang, want al
brandt dat pitje alle avonden, dan zou 't nog zelfs geen belangrijke
som op de pachtsom uitmaken. Wanneer de ingang aan de Aalmarkt
is, dan moet 't branden.
De heer Du Rieu. Ik wenschte met het oog op de veiligheid te vragen
of dit ook niet geldt, niet alleen voor de zijde van de Aalmarkt,
maar ook achter de kerk? Moet daar ook niet altijd licht branden?
Ik zou aan Burg. en Weth. in overweging willen geven, om het
branden van licht op die plaatsen, met 't oog op de veiligheid, te
regelen.
De heer Verhey van Wijk. M. d. V. Wordt onder de verplichtingen
van den pachter ook begrepen het verschikken of verplaatsen van de
stoelen in de zaal, wanneer er b. v. een concert, eene voorstelling of
een bal plaats heeft
De Voorzitter. Wij hebben reeds een amendement in dien geest
klaar. Maar misschien is 't beter dit bij artikel 11 te regelen.
De heer Van Reenen. Zou 't niet beter zijn, dat, wat onder art.
2b is bepaald, te doen geschieden voor rekening der gemeente
De Voorzitter. Daar is wel iets voor te zeggen. Dan zou 't eens
en voor al in overeenstemming met de zaal kunnen gemaakt worden,
en dan zouden de opeenvolgende pachters de verplichting hebben 't
volgens taxatie over te nemen. Maar wij kunnen in allen geval den
pachter dwingen een buffet te maken in overeenstemming met de
zaal; dat staat in de voorwaarden.
De heer Van Hamel. Wij zouden misschien 't best doen, om als
amendement voor te stellen de woorden: «voorts enz." te doen ver
vallen. Dan ware daarmee in eens uitgemaakt, dat het buffet van
wege de gemeente zal worden gemaakt.
De heer Was. Ik zou mij met dat denkbeeld niet kunnen ver
eenigen; wjj moeten in dit contraet zooveel mogelijk verplichtingen
op den pachter en niet op de gemeente leggen. Bovendien geloof
ik niet, dat het de pachtsom zal drukken als wij deze kleine uitgave
voor rekening van den pachter brengen.
Op sub. d zou ik eene verandering willen voorstellen. Ik vind het
zeer goed, dat eens per jaar van voege de gemeente de groote schoon
maak plaats heeft, maar ik zie niet in, dat het niet zou geschieden
voor rekening van den pachter. Hij is natuurlijk wel verplicht de
lokalen in een zindelijken staat te houden, maar als hij de groote
schoonmaak niet te betalen heeft, zal hij allicht 't een of ander uit
stellen en achterwege laten, en denken: »Och, de gemeente doet het
toch."
Ik wenschte er dus de woorden aan toe te voegen: «voor rekening
van den pachter."
De Voorzitter. Ik moet opmerken, dat 't mogelijk is, dat een
pachter al een dergelijk buffet bezit, en dan zou 't toch onbillijk zijn
hem de verplichting op te leggen er ook nog een van de gemeente
over te nemen.
De amendementen van de heeren Van Hamel en Was worden onder
steund en kan dus een onderwerp van beraadslaging uitmaken.
De heer Juta. Ik kan mij niet vereenigen met het voorstel
van den heer Van Hamel, omdat daardoor de gemeente m. i. onnoodig
op kosten gejaagd wordt; bovendien verliest de pachter op die manier
het eigenbelang om voor een goed onderhoud van het buffet te
zorgen, en als dan zijn pachttijd om is, zou de gemeente weer op
nieuw uitgaven voor een nieuw buffet moeten doen.
Ik ben 't echter met den heer Was eens, dat 'tgoed is de groote
schoonmaak voor rekening van den pachter te doen geschieden.
De heer De Goeje. Ik heb het amendement van den heer Van
Hamel ondersteund, omdat het buffet in overeenstemming met de
zaal moet zijn en dus op de pachtsom zou kunnen drukken. Er is
toch heel veel kans, dat de pachter een dergelijk buffet niet heeft,
maar er een zal moeten laten maken; ik vind 't daarom beter, dat
de gemeente zich een aanschaft, dat aan de zaal blijft behooren.
De heer Van Reenen. Ik zou den heer Juta wel willen vragen
waarom zijn vrees alleen dit punt geldt. Wannéér de pachter slordig
is op het gebouw, dan kunnen wij hem immers volgens het contract
eene boete opleggen. De inschrijvers zullen zich door die bepaling
afgeschrikt gevoelen, en alleen wanneer de pacht voor veel jaren
gegeven wordt, zal men er minder bezwaar in hebben. Zoo'n buffet
is ook nagel- en spijkervast en bljjft in het gebouw.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het amendement van den heer Van Hamel (om het buffet voor
rekening van de gemeente te laten maken en tegen taxatie aan den
pachter af te staan) wordt alsnu in stemming gebracht.
Het wordt verworpen met 20 tegen S stemmen.
Voor stemden de heeren Van Reenen, Zillcsen, Oekhuyzen, De
Goeje en Van Hamel.
Het amendement van den heer Was wordt vervolgens in stemming
gebracht en aangenomen met 23 tegen 2 stemmen.
Tegen stemden de heeren Van Reenen en Van der Breggen.
De heer De Goeje. M d V Zou ik een voorstel inogen doen'
Al wordt er nog zoo hard voortgemaakt, wij komen toch van
middag niet klaar. Ik zou daarom willen voorstellen de verdere be
handeling van deze zaak tot eene volgende Vergadering uit te stellen.
L)e Voorzitter. Ik heb daar niets tegen. Ik kan nog geen dag of
uur van de volgende vergadering noemen, maar ik zal deze toch zoo
spoedig mogelijk uitschrijven.
Thans wordt, overeenkomstig het voorstel van den heer De Goeje,
de vergadering door den Voorzitter gesloten.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Mure.