114 Vervolgens zou ik meenen dat het verstandig zou zijn de Gehoor zaal voor korten tijd, liefst voor niet langer dan twee jaren te ver pachten in dat geval zou echter de gemeente zelve den inventaris dienen aan te schaffen en dien aan den pachter onder zekere voor waarden ten gebruike geven. Bij het geringe uitzicht dat hierop bestaat, wenseh ik voor te stellen de Gehoorzaal voor hoogstens vijf achtereenvolgende jaren te verpachten. De Voorzitter. Betreffen uwe wijzigingen alleen de huurprijzen 's avonds? De heer Zillesen. Och, die lokalen worden toch meestal alleen 's avonds gebruikt. Maar mijne bedoeling was toch, dat wanneer zij overdag ook verhuurd werden, de tarieven dan ook evenredig ver laagd dienen te worden. Over de juiste sommen heb ik nog niet nagedacht; mocht 't evenwel naderhand blijken, dat men algemeen mijne gevoelens deelt, dan kan ik of een ander lid van den Raad een nader voorstel hiertoe doen. De heer De Stürler. Ik heb niet medegewerkt aan de vaststel ling van deze voorgestelde tarieven, anders bad ik zeker een lager tarief voorgestaan. Des te meer vind ik hiertoe thans aanleiding gelezen het adres van de Leidsche afdeeling van de Maatschappij tot bevor dering der Toonkunst. Ik zou de zaak willen vereenvoudigen (ook wal de voorstellen van den heer Zillesen betreft), door 25 pCt. verlaging op de tarieven voor te stellen, en een extra verlaging van 15 pCt. voor die verceni- gingen, welke geen entree aan de deur heffen. De verschillende gezelschappen zullen daarmee beter gebaat zijn; zij zullen meer ge bruik kunnen maken van de verschillende localen, hetgeen al weer tengevolge zal hebben, dat de gemeente een hoogcre pachtsom zal kunnen krijgen, daar de zaal dan meer gebruikt zal worden. Bij hooge tarieven wordt het vinden van een goeden pachter onmogelijk. De Voorzitter. Mag ik den heer De Sturler doen opmerken, dat wij dan tot zonderlinge cijfers zouden komenniet alle voorgestelde sommen zijn door vier deelbaar. De heer De Sturler. Ik bedoel ongeveer 25 pCt.; 30 pCt. zal misschien nog beter zijn. De heer Van Reenen. M. d. V.! Zou ik ook mogen weten welke leidende gedachte heeft voorgezeten bij de vaststelling van deze hooge prijzen De Voorzitter. Wat naar ons oordeel een billijke vergoeding voor de huur der zalen zou zijn. De heer Du Rieu. M. d. V.Zou ik aan den heer De Sturler mogen vragen, of 't mogelijk zou zijn om zijn plan uit te voeren? Hoe wil hij het verschil aanwijzen en met zekerheid aanduiden, tusschen Vereenigingen, die entree heffen, en die, welke 't niet doen Is dat wel altijd uit te maken De heer De Sturler. Ik geloof dat dit wel mogelijk zal zijn. Vereenigingen bijv. die voorstellingen alleen toegankelijk voor hare leden geven, heffen geen entree. De pachter engageert ook wel eens gezelschappen om hier te komen spelen, met kermis bijv., en daar beb ik voornamelijk 't oog op. De heer Fockema Andreae. Misschien werd ik door den loop der diseussicn op een dwaalspoor gebracht, en ik durf nauwelijks den voorzitter aan art. 18 van ons Reglement van Orde herinneren. Dit artikel zegt, dat, indien een voorstel in artikelen of onderdeden is gesplitst, over elk dezer afzonderlijk wordt beraadslaagd en beslist. Nu loopen tot nog toe de discussien, die weinig op algemeene be schouwingen gelijken, geheel over art. 22. Ik zou u wel wenschen te vragen of u voornemens zijt, na deze besprekingen nog alle artikelen en ook art. 22, waarover ik eene opmerking heb te maken, afzonderlijk in discussie te brengen. Zoo ja, dan zal ik mijne opmerking tot de behandeling van het artikel uitstellen. De Voorzitter. De algemeene beraadslagingen zijn geopend: niet alleen over art. 22, maar ook over de tarieven die niet tot art 22 behooren, maar een afzonderlijk onderwerp uilmaken. Men kan dus spreken over de voorwaarden van verpachting, over de tarieven en over het adres van de afdeeling Leiden der Maatschappij tot bevordering van Toonkunst. De heer Fockema Andreae. Nu ja, M. d. V.! ik bedoel het tarief dat op art. 22 volgt. Ik vergiste mij omdat het n". 22 er even boven staat. Ik wenschte te weten of het tarief ook nog in zijn onderdeelen in behandeling zal komen; ik kan mijn opmerking dan bij die gelegenheid maken. De Voorzitter. De voorwaarden van de verpachting hebben niets, althans niet direct, te maken met het tarief. De heer Fockema Andreae. Is dan wel het tarief en zijn niet de voorwaarden van verpachting aan de orde? De Voorzitter. Over al de door mij opgenoemde onderwerpen zijn de algemeene beschouwingen geopend. Wil men deze zaken splitsen, dan is 't mij goed. Nu is echter het geheele onderwerp in behandeling, ofschoon 't eigenlijk twee voorstellen zijn; het eene stelt de voorwaarden vast waaronder wij het gebouw zullen ver pachten, en het tweede betreft de voorwaarden, waaronder de ver schillende lokalen verhuurd zullen mogen worden. Daartusschen bestaal geen onmiddellijk verband. De heer Fockema Andreae. Het is mij niet te doen om een aan merking te maken, M. d V., maar om te weten ol u afzonderlijk het tarief nog in behandeling zult brengen. Dan bewaar ik mijne opmerking tot later. De Voorzitter. Ja. Wanneer de algemeene beraadslaging wordt gesloten, komt alles arlikelsgewijze in behandeling. De heer Kaiser. M. d. V.! Uit de door u voorgestelde voorwaarden van verpachting meen ik te mogen afleiden dat de pachter door Burg. en Weth. zal worden gekozen en aangesteld. Het komt mij wenschelijk voor, dal de pachter van de Stadsgehoorzaal benoemd worde door den Raad. De reden daarvan is dat het niet onver schillig is wie pachter wordt en alle ingezetenen daarbij belang hebben. Hoe grooter het aantal personen alzoo is, dat den pachter kiest, hoe meer kans men heeft dat daartoe een persoon zal worden aangewezen, die billijke wenschen zal vervullen. Ik stel daarom voor om den pachter door den Raad te doen benoemen. De heer Van Hamel. Ik wenschte wel het denkbeeld van den heer Zillesen te ondersteunen, dat echter naar 't mij voorkomt wel wal prematuur wordt uitgewerkt en beter kan worden geformuleerd straks bij de behandeling van 't tarief. Ik ben ook voor een zeer aanzienlijke verlaging der tarieven, evenwel ik zal eerst straks bij de behandeling van de artikelen, eenige amendementen voorstellen, welke dan, naar ik hoop, onderstennd zullen worden. 't Komt mij toch voor, dat 't wenschelijk is de Gehoorzaal te ex- ploiteeren ten meeste bate van de stad; en dan vind ik 't beter te ontvangen weinig van velen, dan veel van weinigen; dan ook zal zij beter aan hare bestemming beantwoorden. Uver de voorwaarden van verpachting zou ik echter gaarne eene inlichting wenschen te ontvangen. Ik mis nl. in die voorwaarden eene bepaling over de verwarming, en daarom wenschte ik graag van Burg. en Weth. te vernemen ten wiens koste zij zich voorstellen die kosten van verwarming te brengen. Ik weet nog niet bij welk artikel ik een amendement, daarop be trekking hebbende, zou moeten indienen. Ik meen tusschen de regels door te kunnen lezen dat het Dagelijksch Bestuur zich voorstelt de verwarming van gemeentewege en op kosten der gemeente te doen plaats hebben, maar nergens staal 't duidelijk uitgedrukt. De Voorzitter. Ik heb met eenige verwondering de stelling van den heer Kaiser aangehoord, dat daar hoe meer personen over eene benoeming geschied, hoe beter dat is! Ik geloof dat een benoeming daardoor wel moeilijker, maar niet gemakkelijker wordt. Het is mij echter volkomen onverschillig, maar ik geloof niet, dat 't in den geest van den Raad zou zijn. Ik zal er mij evenwel niet tegen verzetten. Maar de heer Kaiser heeft zich ook vergist; de pachter wordt niet benoemd; hij schrijft in, evenals alle anderen en de nadere informa- tiën, die Burg. en Weth. of de Raad nemen, beslissen dan of zijne inschrijving al dan niet wordt aangenomen. Tevens doe ik nog opmerken, dat onder de huur van de zaal ook de verwarming begrepen is, welke van gemeentewege geschieden zal, om zeker te zijn dat ze goed wordt aangelegd en ingericht. De heer Zillesen. M. d. V.! Er is gesproken over een adres van de Maatschappij voor Toonkunst; mag ik ter verduidelijking doen op merken, dat 'tniet afkomstig is van de «Maatschappij voor Toonkunst", maar van de "Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst," afdeeling Leiden. Ik releveer zulks even, omdat een adres zooals is ingediend, in het eerste geval geene reden van bestaan zou hebben. De heer Was. M. d. V.! Ik zie dat onder de voordeelen voor den pachter staat: »c het leveren van ververschingen en verdere benoo- digdheden bij het gebruik der lokalen", en nu lees ik in het tarief, •ingeval partijen of diners worden gegeven en de levering van de benoodigdheden en ververschingen geschiedt buiten den pachter om, enz." Daar blijkt dus uit, dal het niet van den pachter zal afhangen of hij de ververschingen levert. Zou nu de pachter zich op grond van het contrlct daar niet tegen kunnen verzetten? Deze mogelijkheid zal vervallen, wanneer er sub c bijgevoegd wordt: «behoudens het geen hierna omtrent het geven van partijen en diners bepaald wordt. De Voorzitter. Ik geloof, dat de heer Was gelijk heeft, en ik ben gaarne bereid deze woorden er aan toe te voegen: «behoudens hetgeen nader omtrent hel geven van partijen en diners bepaald zal worden". De heer Dekhuizen. M d. V.! Zou 'tniet wenschelijk wezen na iedere gebruikmaking van de zalen van gemeentewege den gasmeter te doen opnemen? Dan kunnen er geen klachten komen, dat de pachter te veel voor verlichting aan de huurders in rekening brengt. De Voorzitter. Dat geschiedt reeds, en in artikel 11 is ook al bepaald: «hij zorgt voor het tijdig in orde brengen der lokalen, het aansteken der lichten", enz. omdat er vroeger wel eens geklaagd werd (en dat zult u ook wel op 't oog hebben gehad) wordt thans na iedere gebruikmaking der lokalen de gasmeter van gemeentewege opgenomen. De heer Van Hamel. M. d. V.! Ik zou er op willen wijzen, dat uit deze bepalingen ecu alinea is vervallen die in het oude contract wel voorkwam en waarover ik gaarne eene inlichting wenschte te ontvangen, nl. de bepaling: «hij zorgt voor een behoorlijke verlich ting van het portaal bij den achteruitgang". Is nu misschien door de verbouwing van den achteruitgang deze bepaling onnoodig ge worden? En is er dus bezwaar tegen, deze alinea in de nieuwe voor waarden op te nemen? De heer Zaalberg. Ik geloof, dat het in dit geval niet noodig is. Vroeger moest de pachter het gas zelf leveren, maar nu is hij van die verplichting ontslagen, zoodat hij er geen belang bij heeft of er een pitje meer of minder gebrand wordt. Ik meen dus, dat wij hier geen bepaling daaromtrent behoeven op te nemen. De heer De Sturler. Ik moet er op wijzen, dat wanneer de pachter de zaal in eigen exploitatie wenscht te nemen, dit geval toch in het contract moet zijn voorzien. Ik vind dus de opname van de nieuwe alinea, waarop de heer Van Hamel gewezen heeft, wel noodig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1891 | | pagina 4