95
Zitting van Vr||dag SO October 1891,
geopend 's namiddags le twee uren.
Voorzitter: de Heer L. M. DE LAAT DE KANTER.
Te behandelen onderwerpen
1®. Voortzetting der behandeling van de Gemeente-Begrooting, dienst
1892.
Tegenwoordig waren 21 leden, als de heeren: Drucker, Hassel-
bacli, Zaaijer, Zillesen, Verhey van Wijk, Van Lidth de Jeude, Van
der Breggen, Van Reenen, Le Poole, Verster van Wulverhorst, Tieleman,
Dekhuyzen, Zaalberg, De Goeje, Kaiser, Was, Schneither, De Sturler,
Fockema Andreae, Van Hamel, Juta en de Voorzitter.
Afwezig waren met kennisgeving de heeren: Cock, Driessen, Koetser
Siegenbeek van lleukclom. Du Ricu en Van Hoeken.
De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering, van 29
October, worden gelezen en goedgekeurd.
(De heer Van Hamel komt ter Vergadering.)
De Voorzitter deelt mede, dat er sinds de vorige Vergadering geen
stukken zijn ingekomen.
Aan de orde is alsnu:
1°. Voortzetting der behandeling van de Gemeente-Begrooting, dienst
1892.
Volgn. 172177 worden goedgekeurd.
Hoofdstuk X wordt goedgekeurd.
Aan de orde komt nu de afdeeling Inkomsten.
Volgn. 1la worden goedgekeurd.
Hoofdstuk I wordt goedgekeurd.
Volgn. 215 worden goedgekeurd.
Volgn. 16 wordt, met 975 verminderd, goedgekeurd.
Volgn. 17 wordt met f 350 verminderd en daarna goedgekeurd.
Volgnrs. 1826 worden onveranderd goedgekeurd,
Volgn. 27 wordt met 165 verminderd en daarna goedgekeurd.
Volgnrs. 2829 worden onveranderd goedgekeurd.
Volgn. 30. Ontvangsten, resultaat van afzonderlijk beheer.
De heer Van Lidth df. Jeude. M. d. V.! Het zij mij vergund een
enkel woord te spreken ter verdediging van den raad tot tijdelijke
verhooging van den gasprijs, door mij gegeven in de sectie, waarin ik de
eer had zitting te nemen! Zooals het sectie-verslag meldt, werd deze raee-
uing in de sectie bestreden, en een der bestrijders ging zelfs zoo ver van
te beweren, dat de gasprijs slechts dan Verhoogd mocht worden als
de Gasfabriek met nadeel werkte.
Ik meende toen, en geloof nog, dat de door mij aanbevolen tijde
lijke verhooging past in het systeem van exploitatie van de Gasfa
briek, hetwelk op T oogenblik in onze gemeente wordt gehuldigd, en
dat een principieel vasthouden aan den eens gestelden prijs, totdat
fabricage met verlies ons dwingt dien prijs te verhoogen, in een
systeem als het onze niet thuis behoort
Ons tegenwoordig systeem M. H. streeft er toch niet naar om het
gas zoo goedkoop mogelijk le leveren, en op die wijze onder ieders
bereik le brengen. Hoeveel aanlokkelijks zulk een stelsel voor velen
uwer en ook voor mij moge bezitten, wij kunnen ons op 't oogenblik
in onze gemeente eene dergelijke luxe niet veroorloven. Wij trachten
in onze gasleverantie te combineeren het leveren van goed en goed
koop gas en het behouden van een batig slot voor onze gemeentekas.
Het zal overbodig zijn M. H. er op te wijzen dal de gasprijs
hooger, waarschijnlijk veel hooger, zoude zijn indien de Gasfabriek
eene particuliere onderneming was, die, op welke wijze ook, bet mo
nopolie in onze gemeente had gekocht of verkregen!
Ünze gemeente-financiën zijn in het systeem van exploitatie der
Gasfabriek, dat hier nü wordt gehuldigd, onafscheidelijk verbonden
aan het batig saldo, dat de exploitatie dier Gasfabriek oplevert.
Dat batig saldo is een van de inkomslposten op onze Begrooting,
de geheele Begrooting van elk jaar steunt op dat saldo. Of ik bet
eene ideale of zelfs maar benijdenswaardige toestand vind, dat nauwe
verband tusschen gemeente-financiën en gasproductie, ik zal mij daar
op 't oogenblik niet over uitlaten; ik constateer eenvoudig het feit
dat dit verband op dit oogenblik zóó bestaat!
Welnu M. H., door de stijging der kolenprijzen is in het afge-
Ioopen jaar het batig saldo, dat volgens Begrooting ongeveer ƒ54000
moet zijn, gedaald tot ongeveer 34000; dus eene fout in onze Be
grooting van ruim f 20000. Onze Begrooting, onze geheele gemeente-
rekening was in de war gestuurd door dit tekort Naar mijne mee
ning had een tijdelijke gasprijsverhooging nu in ons stelsel gepast
om dit tekort te dekken.
De Voorzitter. Wat is uwe bedoeling? Wenscht u een motie of
een bepaald voorstel in te dienen?
De heer Van Lidth de Jeude. Neen, M. d. V.Maar ik zou gaarne
vernemen wat er in 't algemeen tegen mijne stelling is in te brengen.
Er wordt wel gezegd, dat de gasprijs niet verhoogd kan worden,
maar de gronden door mij aangevoerd, zijn nog nooit wederlegd..
De Voorzitter. Ik meen dat ik reeds bij een vorige gelegenheid
vrij duidelijk de door u aangevoerde gronden Leb weerlegd, toen ik
er o. a. op wees. dat niettegenstaande de laatste verlaging van den
gasprjjs, het tijdelijk verlies van ontvangsten binnen zeer korten tijd
weer was ingehaald; ik heb toen ook medegedeeld dat de prijsver
laging van 1885 door de inkomsten van 1888 niet alleen was gedekt,
maar zelfs overtroffen; ik heb aangetoond dat het aantal gasverbrui-
kers, dat gemiddeld sedert de oprichting van de fabriek met 66 per
jaar toenam, in dien tijd met 263 was vermeerderd, dus met onge
veer zesmaal zooveel; dat, nadat de prijs van het gas in 1888 van 6
op 5 cent per M3 was gebracht, het aantal verbruikers in de jaren
18888990 met 509 was vermeerderd, hetgeen bijna tweemaal
zooveel is als in het vorige driejarig tijdperk, en dat desniettegen
staande het winstcijfer (ondanks de verhooging van de kolenprijzen)
toch gebleven was, wat men vroeger heeft genoemd het normale
winstcijfer, dat men gerechtigd was uit de Gasfabriek te maken.
Mij dunkt, dat hetgeen ik toen heb gezegd zoo zeer pleitte voor
een lagen prijs, dat 't mij verwondert nu te hooren, dat uwe gronden
nooit zijn weerlegd.
Dat de winst, wanneer de fabriek in handen van een particulier
was, grooler zou zijn, wil ik gaarne aannemen, maar 't zou met an
dere woorden beteckenen, dat de ingezetenen die het gas gebruiken,
eenvoudig meer zouden betalen, dat het aantal personen die er thans
van genieten minder zou zijn, en dat de winst die gemaakt werd,
niet zou vloeien in de gemeentekas en tot verlaging van de belasting
dienen, maar in de brandkast van de concessionarissen terecht zou
komen.
't Komt mij voor dat de heer Van Lidth de Jeude zich alleen stelt
op het standpunt van den industrieel, en dat hy uit 't oog verliest
dat een gemeente zulks nooit mag doen, daar een gemeente die een
Gasfabriek exploiteert, verplicht is haar gas zoo goedkoop moet geven,
als met behoud van een behoorlijke winst mogelijk is, en den prijs zoo
moet vaststellen, dat het grootst mogelijk aantal ingezetenen er ge
bruik van kan maken. De Gasfabriek is eene inrichting die aan alle in
gezetenen toebehoort, en daarom verheug ik mjj dat door de verla
ging van den prijs in de laatste jaren het aantal verbruikers is ver
dubbeld.
Ook heeft de heer Van Lidth de Jeude gezegd dat de winst, op
f 54000 geraamd, tot f 34000 is gedaald. Dat is niet volkomen juist,
want de winst was aanvankelijk op f 70000 geraamd en heeft nage
noeg 50000 bedragen. Maar dit is slechts een bjjzaak: het verlies
of liever de winstderving is inderdaad f 20000; want dit verlies
van f 20000 zal slechts Van lijdeljjken aard zijn; het is een gevolg
van de verhoogde kolenprjjzen.
Of zoo'n verlies nu het gevolg is van een prijsverlaging of van een
verhooging van de kolenprijzen komt op hetzelfde neer, want het
steeds toenemend verbruik maakt dat de tijdelijke schade binnen
korten tijd weer wordt ingehaald.
Wanneer 't ons alleen te doen moest zijn om zooveel mogelijk
winst te maken, dan zouden wij misschien nog wel wat meer uit de
fabriek kunnen halen, maar dan zouden wij groote belemmeringen
in den weg leggen van industrieelen en neringdoenden. Vergeljjkt
men het bedrag aan gas dat met den tegen woordigen prijs wordt
betaald, met hetgeen zou worden betaald indien in 1885 de prijs
van 8 ets. was gehandhaafd, dan zien wjj dat de gezamenlijke gas-
verbruikers met niet minder dan f 102600 zijn gebaat. En zelfs al
wilde men dé geheele toename van het getal gasverbruikers aan die
verlaging toeschrijven, dan nog zoude dat voordeel ruim f 72000 be
dragen. En ieder die de staten heeft ingezien welke wij aan den
Raad hebben aangeboden, heeft zich kunnen overtuigen dat er ver
scheiden ingezetenen zijn, die hunne geheele belasting kunnen be
talen uit hun verminderde uitgaven voor gas. Ik heb er verscheidene
onder gevonden, die dat eenige malen zouden kunnen doen; een zelfs
voor wie het voordeel 16-maal zijne belasting bedraagt. En men
lette er wel op dat die staten uitsluitend industrieelen en nering
doenden bevatten, voor wie het verbruik van gas eene onvermijde
lijke noodzakelijkheid is. Nu is het toch niet legen te spreken, dat
wanneer inen de ingezetenen een ton minder laat opbrengen, dit een
krachtige factor is tot vermeerdering van de algemeene welvaart.
Voornamelijk, ik druk daarop, wanneer daardoor de door mij ge
noemde categorie van gasverbruikers worden bevoordeeld, omdat de
meerdere welvaart van dezen op zoo ruime schaal op anderen terug
werkt.
Wanneer iemand het plan heeft om in Leiden een fabriek of eene
nieuwe industrie te stichten, dan verheugen wjj ons daarin omdat
wij weten dat daardoor velen zullen worden gebaat en vooral de
winkelstand er van zal profileeren, voor velen de gelegenheid wordt
geschapen om werk le krijgen en in hun levensonderhoud te voor
zien; in een woord, dat daardoor welvaart en vertier zullen worden
bevorderd. Die voordeden brengen wij met de Gasfabriek ook aan,
zij hel ook op eenigszins andere wijze, als het gevolg nl. van de
verlaging van den prijs van het gas, waardoor wij haar bovendien
binnen hel bereik van het grootst mogelijk aantal ingezetenen bren
gen, eene wijze van handelen die door den Raad altijd is gevolgd en
blijkens de ondervinding zulke goede vruchten heeft gedragen.
Ik wil er ook nog op attent maken dat een verhoogde gasprijs de
verhooging van de kolenprijzen niet zal kunnen beletten. Hel finan-
cieele nadeel blijft dus tamelijk wel hetzelfde; want als de begroo
ting, waarop de geraamde winst is uitgetrokken eenmaal in ontvangst
en uitgaaf sluit, dan heeft eene onverwachte verhooging der kolen
prijzen natuurlijk altijd hetzelfde gevolg als wij er nu van onder
vonden hebben.
In 1876 besloot de Raad dat hier een duinwaterleiding zou wor
den gemaakt, waarvoor wij ons verplichtten eene rente te garan
deeren van f 22500, nml. 5 pCt. over een kapitaal van f 450000.
Dit gaf een plotselinge opdryving van de inkomstenbelasting met
ƒ22500, en aanvankelijk vreesde men dat dit een onoverkomelijk be
zwaar zou zijn. Het tegendeel is echter gebleken; onze verwach
tingen werden ver overtroffen en de duinwatorleiding is thans voor
de gemeente een rjjke bron van inkomst geworden.
Met de prijsverlagingen van het gas is het resultaat hetzelfde ge
weest. En als wij nu het gas weer duurder gaan maken, dan zullen
wij niet alleen het meerdere verbruik tegenwerken, maar ook in 't
algemeen achteruit gaan; de cijfers van 188590 spreken zoo dui-
dclyk, dat ik geloof dat er weinig tegen in te brengen is. En't spreekt