73 Kitting van Dinsdag 1 September 1891, geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitter: de Heer L. M. HE LAAT DE KAN IER. Te behandelen onderwerpen: 1°. Beëediging en installatie van de toegelaten leden van den Ge- meenteraad. 2®. Onderzoek van de geloofsbrieven van bet benoemd lid van den Gemeenteraad, Mr. 11. L. Drucker. 3*. Benoeming van de leden in de vaste Commissiën, als. a. drie leden van de Gommissie van Financiën en uit dezen van den Voorzitter. b. twee leden van de Commissie voor de strafverordeningen. c. drie leden van de Commissie voor de Huishoudelijke Veror deningen en uit dezen van den Voorzitter. d. twee leden van de Commissie van Fabricage. e. twee leden van de Commissie voor het Oud-Archief.^ 4°. benoeming van twee Bestuurders der Stedelijke Werkinrichting. 5°. Idem van een leeraar in de Nederlandsche taal- en letterkunde aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (188) 6". Voorstel betrekkelijk eene tijdelijke voorziening in het onderwijs in het Uuiisch aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (187) 7°. Idem tol verhooging van de jaarwedde van den Leeraar in uet Boekhouden aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (18J) 8°. Verzoek aan J. C. De Munck Jr., om een kiosk te plaatsen aan den Nieuwen Rijn. (190) 9°. Rekening over 1890 van het H. G. of Anne Wees- en Kinder- huis. (192) 10'. Idem als voren van het R. C. Wees- en Oudeliedenhuis. (U3) 11°. Idem als voren van het R. C. Armbestuur. (193) 12°. Idem als voren van Vrouwen-Kraammoeders. (194) 13°. Verzoek van het Bestuur der afdeeling Leiden en Omstreken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, om een subsidie voor de tentoonstelling. (195) 14®. Verdeeling van den Raad in sectiën. Tegenwoordig waren 23 leden, als de lieeren: TieleraanVan Reenen, Koetser, Van der Breggen, Le Poole, Verster van Wulverhorst, Van Hoeken, Hasselbach, Was, Schneither, Zillesen, Juta, Du Kieu, Zaaijer, Van Lidth de Jeude, Van Hamel, Fockema Andreae, Verheij van Wijk, Dekhuyzen, De Goeje, Kaiser, Driessen, Zaalberg en de Voorzitter. Afwezig waren met kennisgeving de heeren: Cock en De Sturler. Aan de orde is: I. Beëediging en installatie van de toegelaten leden van den Ge meenteraad. De heeren Van der Breggen, Driessen, De Goeje, Kaiser, Dekhuyzen en Verheij van Wjjk leggen de bij de wet gevorderde eeden af en nemen zitting. De Voorzitter. Ik wensch den herkozen en nieuwgekozen leden geluk met het vertrouwen dat de kiezers in hen gesteld hebben, en ik hoop en vertrouw dat hunne medewerking tot de besluiten door den Raad te nemen, zullen strekken tot heil en voordeel van de Gemeente. (Applaus.) De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 24 Augustus worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Missive van den heer H. J. Bool, dd. 30 Augustus jl. w aai bij deze aan de gemeente ten geschenke aanbiedt drie bustes een van Van Beethoven, één van Auber en één van Rossini ter plaatsing in den foyer van de Nieuwe Gehoorzaal. Deze missive luidt aldus: Leiden, den 30 Augustus 1891. Toevallige omstandigheden stelden mij onlangs in de gelegenheid om door aankoop in het bezit te komen van een drietal bustes, als eene van Van Beethoven, eene van Auber en eene van Rossini, allen van den Fransehen beeldhouwer Dantan Jeune. Ik heb de eer deze bustes ten geschenke aan te bieden aan de gemeente, met verzoek ze eene plaats te willen geven in den boyer van de nieuwe Gehoorzaal. In de hoop dat dit blijk van hulde aan de gemeente, die mij liet is, door U welwillend zal worden aanvaard, verblijf ik hoogachtend Aan den Raad Uw dienstw. dienaar, der Gemeente Leiden. H. J. Bool. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. en van de Commissie van Financiën. 2® Missive van de Gedep. Staten der provincie Zuid-Holland dd. 25/31 Augustus jl. B, n®. 2242, (le afd.) G. S. n®. 40, houdende mede- deeling dat het Raadsbesluit van 2 Juli jl. waarbij wordt gewijzigd de Verordening voor de vaste Commissiën uit den Gemeenteraad, van 6 Maart 1852, wat betreft den werkkring der Commissie van Financien, door hen voor kennisgeving is aangenomen. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1®. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hunnen aan slag in de Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1891. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 2°. Adres van Commissarissen van den Schouwburg, houdende ver zoek om toekenning van het gewoon jaarlijksch subsidie ad 1500, voor het jaar 1892, onder bijvoeging van een afschrift der rekening over het speelseizoen 1890/91. Te behandelen bij de Gemeentebegrooling voor 1892. 3®. Adres van J. De Koning Sr. en drie andere bewoners van den Nieuwen Rijn, waarbij wordt verzocht om de door J. C. De Munck Jr. gevraagde vergunning om een kiosk le plaatsen aan den Nieuwen Rijn voor de Beschuitsteeg niet te verleenen. Dit adres luidt aldus: Aan den Edel-Achtb. Burgemeester en Raad der gemeente Leiden. Geven met versehuldigden eerbied te kennen de ondei'geteekenden, om het verzoek van J. C. De Munck Jr, om een kiosk te mogen plaatsen aan den Nieuwen Rijn niet zal worden toegestaan daar hunne panden in de Beschuitsteeg en hoek Nieuwe Rijn in waarde zullen verminderen, met het oog op het benemen van hel uitzicht zoowel van beneden- als bovenwoningen. 't Welk doende, J. De Koning Sr. P. J. Hüeber. Leiden, 31 Augustus 1891. A. L. Ouwerkerk. Wed. J. A. Kaldenberg. Te behandelen bij punt 8 der agenda. 4°. Begrooting, dienst 1892, van de Stedelijke Werkinrichting. Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 5°. Ontwerp-begrooting deelgemeente voor 1892 met Memorie van Toelichting; de begrooling bedraagt in ontvangst en uitgaaf 908824, de opbrengst der Plaatselijke Directe Belasting wordt geraamd op 165000. Zal worden behandeld in de sectien. Nog wordt medegedeeld. 1®. Dat aan Mej. H. M. Schaepman, eervol ontslagen leerares in de Plant- en Dierkunde aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes een pensioen is toegekend van f 327.71, ingaande 1 September 1891 be rekend naar eene gezamenlijke jaarwedde van /'165U, als 1200 voor de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, 1 SU van Opleiding van onder wijzers en ƒ300 voor de Kweekschool voor Onderwijzers, en 11 jaren en 11 maanden diensttijd. 2®. Dat met ingang van 1 September 1891 wachtgeld voor den tijd van 4 jaren is toegekend aan den heer Mr. G. J. Grashuis tot een bedrag van ƒ625 en aan den heer D. F. Van der Pant, tot een be drag van 1000 per jaar, zijnde de helft hunner jaarwedden ad f 1250 en 2000. Beide heeren waren lector aan de Instelling tot opleiding van O. I. Ambtenaren, die krachtens Raadsbesluit van 5 Maart 1891 met 1 September van dal jaar is opgeheven. 3°. Dat de verkiezing van één lid van den Gemeenteraad tengevolge van het bedanken voor de benoeming door den heer Dr. H. Treub, zal plaats hebben op 15 September a. s. en dat zitting hebben in het hoofdbureau de heer Burgemeester, voorzitter en de heeren P. J. Van Hoeken en Mr. F. Was, leden; in het onderbureau aan den Burg de heeren J. A. Van Hamel, voorzitter en de heeren A. L. De Sturler en L. G. Le Poole, leden en in het onderbureau aan de Mare de heeren W. F. Verheij van Wijk, voorzitter en de heeren Dr. Th. W. Van Lidth de Jeude en Mr. 11. L. Drucker, leden. Worden voor kennisgeving aangenomen. Aan de orde is alsnu: II. Onderzoek van de geloofsbrieven van het benoemd lid van den Gemeenteraad Mr. H. L. Drucker. De Voorzitter. Mag ik de heeren Was, Van Hamel en Van Lidth de Jeude verzoeken zich met het onderzoek van de geloofsbrieven te belasten. De Vergadering wordt nu voor eenige oogcnblikken geschorst. Na hervatting der Vergadering brengt de heer Was het volgende rapport uit: De Commissie benoemd tot onderzoek van de geloofsbrieven van Mr. H. L. Drucker heeft zich van hare taak gekweten en bevonden dat de heer Drucker met meerderheid van stemmen by herstemming tot lid van den Gemeenteraad is gekozen. Verder zijn door hem overgelegd alle stukken bedoeld bij de Ge meentewet, zoodat de Commissie de eer heeft te concludeeren, dat de Raad besluite tot toelating van den heer Drucker als lid van den Gemeenteraad. Deze conclusie wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. III. Benoeming van de leden in de vaste Commissiën als: a. drie leden voor de Commissie van Financiën en uit dezen van den Voorzitter. De heer Driessen. M. d. V.! Ik zou wel willen vragen of deze benoeming niet kon worden uitgesteld totdat de Raad voltallig is. Wanneer daartegen geen overwegend bezwaar bestaat, zou ik daartoe wel het voorstel willen doen. De Voorzitter. Bij mij bestaat daartegen geen bezwaar; wij hebben zoo lang zonder Commissie van Financiën geleefd, dat wij het nog wel een 14 dagen langer kunnen doen. Op ééne vacature na is de Raad evenwel voltallig, maar ik zal de beslissing gaarne aan den Raad overlaten. De heer Juta. M. d. V.! Ik ondersteun het voorstel van den beer Driessen, omdat ik geloof dat de stemmingen zullen doen zien dat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1891 | | pagina 1