69
Kitting van Maandag 34 Augustus 1891,
geopend 's namiddags te twee uren.
Voorzitter: de Heer L. M. DE LAAT DE KANTER.
Te behandelen onderwerpen:
1°. Onderzoek van de geloofsbrieven van de benoemde leden van den
Gemeenteraad, de heeren J. Van der Breggen, rar. G. Cock, dr.
M. C. Dekhuyzen, P. L. C. Driessen, dr. M. J. De Goeje, dr. P. J.
Kaiser en W. F. Verhey van Wijk.
2®. Verzoek van C. S. C. Eichman, tot het doen rooien van hoornen
aan het Gerecht. (172)
3®. Staat van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting, dienst
1891. (176)
4°. Voorstel tot beschikbaarstelling van een der lokalen van het gebouw
der O. I. Inrichting voor de Hoogere Burgerschool voor Jongens,
met staat van af- en overschrijving. (177)
5°. Verzoek van J. A. M. Rijk, om ontslag als leeraar aan de Kweek
school voor onderwijzers. (178)
6®. Idem van G. Karg, oni vrijstelling of terugbetaling van schoolgeld,
Hoogere Burgerschool voor Jongens. (179)
7®. Rekening van de inkomsten en uitgaven der gemeente over 1890.
(180, 183 en 184)
8°. Idem van de Stedelijke Werkinrichting. (181)
9°. Voordracht betrekkelijk de verhuring van de Gehoorzaal. (18b)
Tegenwoordig waren 20 leden, als de heeren: Le Poole, Alma,
Bool, Tieleman, Knappert, Zillesen, Van Reenen, De Goeje, De Sturler,
Driessen, Van Lidth de Jeude, Van Hamel, Fockema Andreae, Koetser,
Van der Breggen, Zaalberg, Hasselbach, Schneither, Kaiser, Versier
van Wulverhorst en de Voorzitter.
Afwezig waren met kennisgeving de heeren: Cock, Zaaijer, Juta,
Du Rieu, Was, Van Hoeken en Nijkamp.
De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 30
Juli worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1®. Missive van de Ged. Staten van Zuid-Holland, dd. 3/8 Aug. jl.
B, n®. 2233, (3e afd.) G. S., n°. 28, ten geleide van het Kon. Besluit,
waarbjj wordt goedgekeurd het Raadsbesluit van 2 Juli jl. tot heffing
van marktgelden voor staanplaatsen op de onderscheidene markten in
deze gemeente.
2®. Missive van den Minister van Binncnlandschc Zaken dd. 20
Aug. jl., n®. 3090 afd. O, houdende raededeeling dat het Raadsbesluit
van 30 Juli jl. waarbij Dr. L. Punt is benoemd tot conrector van het
Gymnasium met ingang van 1 October a. s. wordt goedgekeurd.
3®. Missive van de Ged. Stalen van Zuid-Holland dd. 18/21 Aug.
jl. G. S., n®. 7, ten geleide van den goedgekeurden staat van af- en over
schrijving op de begrooting van 1891 van de dienstd. Schutterij.
4®. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 18/21 Aug.jl.
G. S., n®. 92, ten geleide van de goedgekeurde Raadsbesluiten van 30
Juli jl. tot de onderhandsche verhuring van de beweiding van het
Schuttersveld aan J. H. H. Borgerding tot uit®. Dec. a. s. voor 130,
en tot aanvaarding van het door de erven van wijlen mr. Johan Van
Buttingha Wichers aangeboden geschenk bestaande in verschillende
voorwerpen, betrekking hebbende op het schaatsenrijden.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1®. Rekening over den dienst 1890, van de R. K. armen en het
Wees- en Oudeliedenhuis.
2®. Idem als voren van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kin
derhuis.
3®. Verzoek van A. D. W. Langeveld, om vergunning tot het leggen
van eene stoep vóór het perceel Hooigracht 30a.
4°. Verzoek van P. Koomen, pachter van de tolgelden aan de Span-
jaardsbrug, om schadevergoeding tot een bedrag van f 100, wegens
de latere oplevering van de vernieuwde brug.
5®. Adres van J. Dirkse en andere fruitverkoopers, houdende verzoek
om verplaatsing van de Ooftmarkt en Westlandschemarkt, betzij naar
den Nieuwen Rijn, de Oude Vest of den Ouden Singel.
C®. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hunnen aan
slag in de Plaats. Dir. belasting dienst 1891.
7®. Verzoeken van het Bestuur der afd. Leiden van de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw tot het toekennen van een bedrag van
f 2000, als subsidie in de kosten van het houden van de tentoon
stelling vanwege de Maatschappij van Landbouw, in 1892, en van een
bedrag van 500 in de kosten voor de daaraan verbonden feestelijk
heden.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
Nog wordt medegedeeld.
Dat een bedrag van 52000 der op prolongatie belegde gelden bij
de Leidsche Bankvereeniging is opgezegd, zoodat nog belegd is ƒ19000.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Aan de orde is alsnu:
I. Onderzoek van de geloofsbrieven van de benoemde leden van
den Gemeenteraad, de heeren J. Van der Breggen, Mr. C. Cock, Dr.
M. C. Dekhuyzen, P. L. C. Driessen, Dr. M. J. De Goeje, Dr. P. J.
Kaiser en W. F. Verhey van Wijk.
jDe Voorzitter. Mag ik de heeren Fockema Andreae, De Sturler en
Koetser verzoeken zich in Commissie té vereenigen om die geloofs
brieven te onderzoeken.
De Vergadering wordt nu voor eenige oogenblikken geschorst.
Na heropening zegt de heer Fockema Andreae M. d. V.Namens
de Lommissie van onderzoek der geloofsbrieven van de gekozen
Raadsleden heb ik de eer mede te deelen, dat blijkens de aan ons
overgelegde stukken de heeren J. Van der Breggen, Mr. C. Cock, Dr.
M. C. Dekhuyzen, P. L. C. Driessen, Dr. M J. De Goeje, Dr. P. J.
Kaiser en W. F. Verhey van Wijk allen hebben verkregen het aantal
stemmen voor hunQe verkiezing vereischt, dat zij voldaan hebben aan
de verplichtingen bij de Gemeentewet opgelegd door overlegging van
de gevorderde stukken, waaruit is gebleken dat tegen hunne toe
lating geene bezwaren bestaan. Wij hebben dus de eer tot toelating
van genoemde heeren te advisceren.
Nadat de heeren Van der Breggen, Driessen, De Goeje en Kaiser
zich achtereenvolgens uit de Vergadering verwijderd hebben, wordt
dienovereenkomstig besloten.
II Verzoek van C. S. C. Eichman, tot het doen rooien van hoornen
aan het Gerecht.
(Zie Ing. St. n°. 172.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming toegestaan.
III. Staat van af- en overschrijving op de Gemeentebegrooting,
dienst 1891.
(Zie log. St. n®. 176.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
IV. Voorstel tot beschikbaarstelling van een der lokalen van het
gebouw der O. I. Inrichting voor de Hoogere Burgerschool voor
Jongens, met staat van af- en overschrijving.
(Zie Ing. St. n». 177.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
V. Verzoek van J. A. M. Rijk, om ontslag als leeraar aan de Kweek
school voor onderwijzers.
(Zie Ing. St. n°. 178.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten, het
gevraagd ontslag eervol te verleenen met 1 September a. s.
VI. Idem van G. Karg, om vrijstelling of terugbetaling -van school
geld, Hoogere Burgerschool voor Jongens.
(Zie Ing. St. n®. 179.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming toegestaan.
VII. Rekening van de inkomsten en uitgaven der gemeente over 1890.
(Zie Ing. St. n°. 180, 183 en 184.)
Wordt zonder beraadslaging met algemecne stemmen, uitgezonderd
die der Wethouders, die zich van stemming onthielden, voorloopig
vastgesteld, met de daarbij overgelegde suppletoire begrooting, dienst
VIII. Idem van de Stedelijke Werkinrichting.
(Zie Ing. St. n°. 181.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
IX. Voordracht betrekkelijk de verhuring van de Gehoorzaal.
(Zie Ing. St. n°. 185.)
De heer Fockema Andreae. M. d. V.Wanneer u mij toestaat naar
aanleiding van dit voorstel een vraag te doen, die daarmee slechts
zijdelings in verband staat, zou ik gaarne van u willen vernemen of
wij weldra een voorstel tot verpachting van de Gehoorzaal kunnen:
tegemoet zien?
De Voorzitter. Een dergelijk voorstel is binnenkort van ons te
verwachten. Het is bij ons in bewerking, maar wij konden het niet
doen voordat de zaal nagenoeg geheel gereed was en de gegadigden
konden zien wat eigenlijk verpacht zal worden.
De heer Fockema Andreae. Dank u, M. d. V.!
Het voorstel wordt alsnu zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Thans krijgt de heer Bool het woord, die het gevraagd heeft.
De heer Bool. Ik heb 't woord gevraagd, omdat dit de laatste
Raadszitting is, welke ik zal bijwonen en ik ongaarne deze zitplaats
zou verlaten zonder een woord van afscheid te hebben gesproken.
Dat woord van afscheid strekt in de eerste plaats om U mijn har-
telijken dank te betuigen voor het vertrouwen en de welwillendheid,
welke ik gedurende ruim tien jaren heb ondervonden. Die jaren
vormen een tijdperk in mijn leven, waarin ik, ook door Uwe mede
werking, zooveel goeds heb ondervonden, dat het mjj steeds in dank
bare en dierbare herinnering zal blijven.
Voorts is het mij eene behoefte bij dien dank den hartelijken
wensch te voegen, dat het en de Uwen steeds moge welgaan en
dat de besluiten, die gij hier zult nemen, steeds zullen strekken tot
bevordering van den bloei en de welvaart der gemeente, die mij in
nig lief is en die ik dan ook met weemoed zal verlaten.
Ik eindig met de verzekering, dat ik u allen in vriendschap zal
gedenken en beveel mij wederkeerig in uwe vriendschap aan;
(Toejuichingen.)
De heer Knappert. M. d. V.! Ook voor mij is het uur van schei
den aangebroken en is dit de laatste vergadering, die ik de eer heb
bij te wonen. Evenals mijn geachte collega de beer Bool, wensch ik
ook een kort woord van afscheid te spreken.
Ik zal U evenwel niet behoeven te zeggen M. 11., dat ik dat met
geheel andere gevoelens doe dan de heer Bool; hij toch gaat heen
uit eigen beweging, tcrwjjl ik mijn afscheid neem omdat de kiezers