GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
Y
35
N«. na.
INGEKOMEN STUKKEN.
N#. IO®. Leiden, 13 April 1891.
Wij hebben dc eer aan Uwe Vergadering hierbij over te leggen
het verzoek van Dr. J. F. A. Meilink, leeraar in de Natuurlijke His
torie aan bel Gymnasium en dc Hoogere Burgerschool voor Jongens
alhier, daartoe strekkende dal hem mei I Augustus a s. de Iweede
periodieke tractemenlsverhooging worde toegekend, met dc daaromtrent
door ons ingewonnen adviezen van dc Curatoren van het Gymnasium
en de Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar
Onderwijs.
Krachtens de bestaande verordeningen worden de periodieke trac-
tementsyerhoogingen van telkens 200 alleen toegekend voor het
Gymnasium, doch wordt op verlangen der Regeering in verhand met
het Rijkssubsidie ad 50 pCt. der kosten voor hel Gymnasium de helft
der verhoogingen gebracht op den post der begrooting uitgetrokken
voor de Hoogere Burgerschool.
Met Curatoren van het Gymnasium zijn wij van oordeel dat in
casu geen buitengewoon geval aanwezig is op grond waarvan de
verhooging thans i-eeds, vóór dat de zesjarige diensttijd is verstreken
zoude moeten worden toegekend, op grond waarvan wij Uwe Ver
gadering in overweging geven afwijzend op het onderwerpelijk ver
zoek te beschikken
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wcth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met vcrsehuldigden eerbied te kennen Ur. Jacob Frans Antonie
Meilink, leeraar in de Natuurlijke Historie aan hel Gymnasium en de
Hoogere Burgerschool alhier.
dat bij van af 1 Sept. 1882 tot I Aug. 1888, dus gedurende zes
jaren is geweest leeraar in de Natuurwetenschappen aan de Rijks
Hoogere Burgerschool met driejarigen cursus te Bergen op Zoom;
dat hij van af 1 Aug 1888 is werkzaam geweest aan hel Gymnasium
en aan de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus alhier en hij I
dus met 1 Aug. e. k. aan heide inrichtingen een driejarigen diensttijd
zal hebben volbracht;
dat het U in Uwe Vergadering van den 20 September 1888 behaagd
heeft aan een leeraar van het Gymnasium gelijktijdig de beide ver
hoogingen toe te kennen
dat indien ondergeleekende op den 1 Aug. 1888, drie jaar les had
gegeven aan eene Hoogere Burgerschool met 5 jarigen cursus en
daarop drie jaar aan een Gymnasium, hij onmiddellijk bij bet aan
vaarden zijner tegenwoordige betrekking in het genot zoude gesteld
zijn eener bezoldiging van 2400, bij nu daarentegen op I Aug. e. k.
met een diensttijd van negen jaren aan eene Hoogere Burgerschool
en drie jaren aan een Gymnasium slechts f 2200 ontvangt, omdat de
drie dienstjaren H. B. S. met 5-jarigen cursus en Gymnasium onge- I
lukkig samenvallen, zoodal hij op den len Aug. 1894, den dag waarop
zijn Iractcinenl van 2400 ingaat, twaalf jaren leeraar zal zijn ge
weest bij het Middelbaar en zes jaren bij hel Hooger Onderwijs;
dat het gelijktijdig toekennen der beide verhoogingen onderge-
teekende bovendien nog billijk voorkomt omdat hel aantal zijner
lesuren, deor splitsing van klassen en wijziging van het leerplan
der Hoogere Burgerschool, van 19 tot 22 uren is geslegen.
Redenen waarom ondergeleekende eerbiedig verzoekt dat het U
moge behagen hem zijne beide verhoogingen gelijktijdig toe te kennen,
ingaande op I Aug. e k.
't Welk doende,
Leiden, 13 Februari 1891. Dr. J. F. A. Mullink.
Leiden, 20 Februari 1891.
Namens de Plaatselijke Commissie van Toezicht op dc scholen voor
Middelbaar Onderwijs heb ik de eer, U mede te deelen, dat zij geen
advies meent te kunnen uitbrengen omtrent het hiernevens terug
gaande adres van den heer Ur. J. F. A. Meilink, dat bij Uw schrijven
van 17 dezer, n°. 12(5, in hare handen werd gesteld In de veror
dening toch van den 4en Augustus15en September 1879, regelende
het getal der lesuren, verbonden aan de gemeente-instellingen van
Middelbaar Onderwijs, en het bedrag hunner jaarwedden, is voorden
leeraar in de Natuurlijke Historie aan de Hoogere Burgerschool
eene onveranderlijke jaarwedde vastgesteld. Derhalve is het de
bezoldiging, van den heer Meilink als leeraar aan hel Gymnasium,
die de verhoogingen ondergaat, waarvan in zijn adres sprake is. I
Aan HH. Burg. en Welh. De Secretaris der Commissie voornoemd,
van Leiden. 11. A. Loreistz.
Leiden, 28 Maart 1891.
Met terugzending van hel in onze handen gestelde adres van den
heer Dr. J. F. A. Meilink, benevens het daarop uitgebracht advies
van de Commissie van Toezicht op dc scholen voor Middelbaar On
derwijs, hebben wij de eer U het volgende mede te deelen.
Volgens art. 3 van de Verordening van Juni 1879 regelende het
getal leeraren verbonden aan het Gymnasium te Leiden en bet bedrag
hunner jaarwedden, genieten de leeraren, genoemd in art. I dier
Verordening onder letter a tot en met g en derhalve ook de leeraar
in de Natuurlijke Historie tweemaal eene verhooging van jaarwedde,
telkens van f 200. De eerste verhooging gaat voor die leeraren in op
den dag waarop zij een driejarigen diensttijd, de tweede verhooging
op den dag waarop zij een zesjarigen diensttijd aan eene Hoogere
Burgerschool met vijfjarigen cursus of aan een Gymnasium volbracht
hebben.
In buitengewone gevallen echter kan de Gemeenteraad volgens
art. 5 dierzelfde verordening de beide periodieke verboogingen ook
toekennen, vóórdat de drie- ol' zesjarige diensttijd is geëindigd.
Naar onze meening is een zoodanig buitengewoon geval hier niet
aanwezig en kunnen wij in het door den heer Meilink aangevoerde
geen voldoenden grond vinden om te adviseeren tot afwijking van
den gewonen regel, vervat in art. 3 hierboven aangehaald.
Wij zien ons derhalve verplicht in overweging te geven, het ver
zoek van den beer Meilink niet toe te slaan.
Aan HH. Burg. en Welh. Curatoren van het Gymnasium te Leiden,
der gemeente Leiden. C. Cock, President.
O. W. Sipkes, Secretaris
N#. HO.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
20 April2 Mei 1891.
N".
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng. Standkaarscn.
1
April
2(5
7 15-9.—
7
16 2
2
9
27
7.15-9.15
8
16.2
3
9
28
7.15—9.15
7
16 2
4
9
29
7.15—9.—
8
16.4
5
0
30
7.15—9.15
7
16 2
6
Mei
1
7.15—9.15
8
16 0
7
9
2
7 15—9.15
8
162
ft0- Leiden, 11 Mei 1891.
Bij de openbare verpachting van de mestspeciën afkomstig uit de
riolen en kolken gehouden op 27 April jl. was de eenige inschrijver
J. Van Ulden tegen ontvangst van eene toelage van 215 uit de ge
meentekas, op grond waarvan door ons werd besloten de pacht onder
de aangeboden voorwaarde niet te gunnen, terwijl ten vorigen jare
de stoffen verpacht waren aan VV. J. Zwetsloot, landbouwer onder
Leiderdorp voor f 0.19 de kubieke meter voor de riool- en de
kolkspeeie.
Vermits genoemde Zwetsloot thans verzocht heeft bedoelde mest
speciën te mogen pachten onder dezelfde voorwaarden als het vorig
jaar, geven wij Uwe Vergadering in overweging de mestspeciën af
komstig uit de riolen en kolken onder de hand te verpachten aan
VV. J. Zwetsloot voornoemd, tegen betaling van 0.19 per kubickcn
meter voor den tijd van één jaar gerekend te zijn ingegaan den 1
Mei 1891 en mitsdien zullende eindigen op uit. April 1892.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weill, van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met gepaslen eerbied te kennen.
De ondergeleekende Wilhclminus Johannes Zwetsloot, landbouwer
onder de gemeente Leiderdorp,
dal bij (len 10 Februari 1890 bij de gehouden openbare verpachting
pachter is geworden van de mestspeciën afkomstig van dc riolen en
kolken der gemeente Leiden én wel tot 31 December 1890 voor de
som van 0.19 per kub. meter, dal op den 17 April bedoelde mest
speciën op nieuw zijn verpacht geworden doelt de pacht aan den eenigen
inschrijver door 1111. Burg. en VVeth. niet is gegund; dat hij tengevolge
van die niet gunning zich bereid verklaart om van de gemeente over
eenkomstig de door Burg. en Welh. vastgestelde voorwaarden tan af
I Mei 1891 lol 30 April 1892, niet tot ultimo December 1891, bedoelde
mestspeciën onderhands te pachten voor denzelfden prijs als waarvoor
hem de pacht ten vorigen jare bij openbare inschrijving is toege
wezen, zijnde 0.19 per kub. meter.
Redenen waarom hij de vrijheid neemt UEdelAchtb. te verzoeken
dat aan hem adressant de vereischte vergunning verleend moge
worden.
't Welk doende,
W. J. Zwetsloot.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
3—9 Mei 1891.
<c.
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng. Standkaarscn.
1
Mei
3
7 30—9.15
7
16.2
2
9
4
7.30—9.15
8
16.4
3
9
5
7.30—9.30
7
160
4
9
6
7.30—9.15
8
16.0
5
7
7 30—9.30
16.2
6
8
7.30—9.30
16.4
7
9
9
7.30—9.15
8
16.4
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebhoedebs Mube.