80
N°
1
Nov.
2
5.15-7.—
7
16.8
2
3
5.15—7.—
8
16.4
3
4
5.15—7.15
7
16.2
4
5
5.15—7.15
8
16.4
5
6
5.15—7.—
7
16.2
6
7
5.15—7.15
8
16.4
7
8
5.15—7.15
8
16.4
N°.
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng. Standkaarsen.
1
Nov.
9
5.7.—
7
16.2
2
10
5.7.—
8
16.0
3
11
5.7.15
7
16.0
4
12
5.7.15
8
16.2
5
13
5.7.—
7
160
6
14
5.7.15
8
16.2
7
15
5.7.15
8
16.2
nieuwe leden voor ie stellen en Üwe aandacht te vestigen op de
volgende dubbeltallen
voor de eene vacature:
1°. Dr. H. Treub,
2°. Dr. R. Horst,
en voor de andere:
1°. Dr. J. W. Muller,
2°. Mr. E. De Vries.
Aan IIH. Burg. en Weth.
van Leiden.
De Plaatselyke Commissie van Toezicht
op de scholen voor Middelbaar Onderwijs.
L. C. Quant, waarn. Voorzitter.
H. A. Lorentz, Secretaris.
N'. 253. Leiden, 16 November 1891.
Blijkens mededeeling van de Commissie van Fabricage kan eender
huisjes in het Elisabetshof niet verhuurd worden dan nadat daaraan
dringend noodzakelijke herstellingen zijn verricht, waarvan de kosten
worden geraamd op f 75.
Op den betrekkelijken post der b<*grooting voor dit jaar is die som
evenwel niet meer beschikbaar, zoodat wij Dwe Vergadering verzoeken
ons te willen machtigen tot de uitvoering van de bedoelde herstel
lingen over te gaan, zullende te zijner tijd een suppletoire begrooting
of staat van af- en overschrijving tot vinding der kosten ter vast
stelling worden aangeboden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N\ 353.
LICHTSTERKTE
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
28 November 1891.
Datum.
Uur.
Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen
deze onze opvatting juist, dan zou de post niet met 100 maar
slechts met 70.83, zegge f 71 behooren te worden verhoogd.
Volgn. 136. Hier zouden wij eenige nadere toelichting hebben
gewenscht, nl. opgaaf sedert wanneer de' rente op de nieuwe leening
is verschuldigd en betaald.
Wat aangaat de middelen, die gesteld moeten worden tegenover
de verhooging der uitgaven, zoo meenen wij dat allereerst in aan
merking komt afschrijving van den post «Onvoorziene Uitgaven," voor
zoover deze nog reikt. Naar onze mcening is daarop nog G84 on
gebruikt. Wij geven U dus in overweging, dit bedrag allereerst tot
dekking te bestemmen. En nu wat het overige betreft. Burg en
Weth. zeggen in hunne voordracht, geene posten te kunueu aan
wijzen, waarvan overschrijving zal kunnen plaats hebben. Daarvoor
alleen wordt gemotiveerd het voorstel van deu post «andere ontvang
sten niet tot de vorenstaande behoorende." Dat er op dien post
waarschijnlijk meer dan dc raming zal worden ontvangen, blijkt niet.
Onder deze omstandigheden achten wij het hoogst ongewenscht, tot
verhooging van dit Volgn. 4! over te gaan. Wij spreken de hoop
uit, dat Burg en Weth. alsnog posten mogen aangeven, die hetzij
door te verwachten hoogere opbrengst of door vermoedelijk mindere
uitgaaf speling zullen laten. In vroegere jaren is aldus gehandeld,
en wij meenen dal er ook dit jaar wel dergelijke posten zijn te
vinden.
Voor het geval dat dit niet geschiedt, kunnen wij niet anders dan
U in overweging geven Volgn. 41 met het vereischte bedrag te ver-
hoogen. Wij doen dit echter noode, overtuigd als wjj zijn, dat het
bedenkelijk is te besluiten tot verhooging van een begrootingspost,
zonder dat de feiteljjke gegevens eenig vooruitzicht openen, dat die
verhoogde raming werkelijkheid zal worden.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
J>
9
9
9
9
9
N*. 254.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
915 November 1891.
9
9
9
9
9
9
N°. 255. Leiden, 20 November 1891.
Blijkens een bij ons ingekomen rapport van den Gemeente-Architect
zijn er gedurig klachten over verontreiniging van de omgeving van i
de pomp bij de Pieterskerk aan de zijde van het Pieterskerkhof, tegen
over de Muscadelsteeg.
Van deze pomp wordt weinig gebruik gemaakt terwijl het water
nadeelig is verklaard voor de gezondheid.
Wij geven Uwe Vergadering daarom in overweging ons te machtigen
tot de wegneming van de bedoelde pomp over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N*. 256. Leiden, 17 November 1891.
De Commissie van Financien heeft de eer U het volgende te rap
porteeren omtrent de in hare handen gestelde voordracht van Burg.
en Weth. van 5 Nov. 11. (Ing. St. n°. 247) tot vaststelling eener sup
pletoire begrooting voor 1891.
De voorgestelde verhoogingen steunen gedeeltelijk op besluiten,
reeds door den Gemeenteraad genomen, zoo de verhooging der Volgnrs.
76, 82, 99 en 112. Ten aanzien der overige Volgnrs. 104a, 113,156,
159 en 170, zal de Raad alsnog over de noodzakelijkheid of wen-
schelijkheid der verhooging hebben te beslissen, liet ligt niet op den
weg van onze Commissie, U daaromtrent te adviseeren. Intusschen
geeft het onderzoek der cijfers ons aanleiding tot de volgende op
merkingen.
Volgn 82. Kosten van uitgifte van het gemeente-nieuws of dagblad.
Volgens de voordracht van Burg. en Weth. van 2 Maart 1891 (Ing.
St. n°. 56) aangenomen door Uwen Raad in de zitting van 5 Maart
1891 is de nieuwe overeenkomst met de heeren Gebrs. Muré inge
gaan op 15 April 1891. Op dien grondslag zou dus te betalen zijn
over den tijd van 1 Januari tot J5 April naar gelang van 1500,
van 15 April tot 31 December naar gelang van f 1600 'sjaars. Blijkt
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Muré.