(ilüillMlRÜI) VA\ LEII)E\. 69 van 's namiddags 5 uren50 den geheelen dag60 INGEKOMEN STUKKEN. N®. 230. Leiden, 12 October 1891. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen de door ons ontworpen gewijzigde voorwaarden voor de verpachting van het Buiiet in de Gehoorzaal en gewijzigd tarief, met voorstel om lot de vaststelling daarvan over te gaan. Uit den aard der zaak is ten gevolge van de vergrooting van de zalen het vorig tarief eenigszins verhoogd, terwijl de voorwaarden van ver pachting in 1888 vastgesteld slechts kleine wijzigingen in verhand met de veranderde inrichting der zaal hebben ondergaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Voorwaarden der verpachting van het Buffet in dc Gehoorzaal te Leiden. Art. 1. De voordeelen, die onder de verpachting zijn bedoeld, bestaan in: a. het kosteloos bewonen der vertrekken, voor den pachter en zijn gezin ingericht en bel gebruik van het kantoor. b. het exploileeren van de koffiekamer als zoodanig, wanneer een of meerder zalen verhuurd zijn en de buffetkamer van den foyer, wanneer deze wordt verhuurd, alsmede het gebruik van de aanrechtkamer, keukens, wijn-, bier- en brandstof kelders, lift, provisiekamer, enz. Mocht de pachter wenschen tooneelbcnoodigdheden aan te schaffen, dan zal hem een gedeelte van het sousterrein tot berging daarvan worden aangewezen. c het leveren van ververschingen en verdere benoodigdheden bij het gebruik der lokalen. Art. 2. De pachter is verplicht: a. het gebouw zelf te bewonen, doch is bevoegd, na bekomen goedkeuring van Burg. en Weth. in zijne plaats een ander te siellen, welke persoon alsdan aan dezelfde verplichtingen zal onderworpen zijn als de pachter, op wien echter de geheele verantwoordelijkheid blijft rusten. b. de koffiekamer van een doelmatig ameublement, de toiletkamers van handdoeken, zeep, en closetpapier en de buffelkamer bij den foyer en het buffel in de koffiekamer van een voldoenden buffetinvenlaris te voorzien; voorts in den foyer een los buffet en een toonbank te plaatsen in harmonie met het lokaal, alles ten genoege van Burg. en Weth. c. steeds voorhanden te hebben de benoodigdc ververschingen en zich in de berekening der prijzen sliplehjk te houden aan het daar voor door Burg. en Weth. goedgekeurd tarief; d. zorg te dragen voor het behoorlijk bewaken, sluiten, luchten, schoonhouden en in orde brengen der lokalen en van de portalen, gangen en trappen, zullende echter eenmaal 'sjaars het gebouw, met uitzondering van de door den pachter bewoonde of gebruikte ver trekken, voor rekening der gemeente worden schoongemaakt; De parketvloer in den foyer zal iedere maand minstens éénmaal van wege de gemeente worden geboend; e. te vergoeden alle kosten van beschadiging der lokalen, portalen, gangen, trappen enz., voor zooverre zulks aan gebrek van voorzorg, aan onachtzaamheid of nalatigheid van den pachter is te wijten, ter beoordeeling van Burg. en Weth.het beschadigde zal van gemeente wege worden hersteld; f. te zorgen voor eene voldoende bediening, ter beoordeeling van Burg. en Weth. Art. 3. Wanneer aan het gebouw, hetzij van binnen, hetzij van buiten, eenige schade mocht worden toegebracht, alsook wanneer de gasinrichting, de verwarmingstoestellen of bet ameublement her stelling of onderzoek vorderen, geeft de pachter daarvan onmiddellijk schriftelijk kennis aan den Gemeente-Architect. Art. 4. Aan den pachter is de zorg en het toezicht opgedragen van het ameublement aan de gemeente toebehoorendewanneer daaraan iets beschadigd is of ontbreekt, geeft hij daarvan schriftelijk kennis aan den Gemeente Architect. Art. 5. Bij het aanvaarden zijner betrekking wordt hem een inven taris gegeven, die door hem wordt onderteekend; bij verandering van meubilair zal de inventaris dienovereenkomstig worden gewijzigd. Wanneer eenig op den inventaris vermeld voorwerp niet meer aan wezig mocht zijn, is dc pachter daarvoor aansprakelijk en tot ver goeding verplicht. Art. 6. Het gebruik van een of meer der lokalen van de Gehoorzaal wordt vergund alleen op schriftelijk bewijs van den Burgemeester of die hem vervangt, en met inachtneming van de voorschriften en bepalingen door Burg. en Weth. vastgesteld of nader vast te stellen. Zonder zoodanig bewijs mag de pachter niemand het gebruik van eenig lokaal verleenen, op verbeurte van eene boete ten bedrage van het dubbele van de verschuldigde zaalhuur, onverminderd de bepaling van art. 16. Art. 7. De pachter zal boven en behalve hetgeen bij de vastge stelde tarieven voor bediening en ververschingen is toegelegd, niets anders in rekening mogen brengen, dan eene kleine vergoeding voor het bewaren van kleedingstukken en het verhuren van voetbankjes, voetkussens en warmwaterstoven. Stoven met vuur mogen niet worden gebruikt. Voor het geven van partijen of diners, kan hij, met inachtneming van de bepalingen van het tarief, met de belanghebbenden de noodige .schikkingen maken, mits daardoor geen hinder of bemoeilijking worde toegebracht aan de gebruikers van andere lokalen. Art. 8. De pachter neemt voor zijne rekening alle personeele lasten, die door het Rijk worden geheven voor de bewoning der vertrekken in art. la bedoeld en de uitoefening van zijn bedrijf. Art. 9. De pachter betaalt het in het gebouw verbruikte duinwater; met het schoonmaken van wege de gemeente zal van dit water kosteloos kunnen gebruik gemaakt worden. Bij het gebruik of de beproeving der brandkranen zal liet verbruikte water den pachter worden vergoed. Al het in het gebouw verbruikte gas wordt door den pachter be taald, met uitzondering van hetgeen den huurders van de verschillende lokalen in rekening wordt gebracht volgens tarief. Art. 10 Hij is verplicht in liet gebouw te zijn en te blijven, zoolang van een der lokalen wordt gebruik gemaakt. Art. II. (lij zorgt voor het tijdig in orde brengen der lokalen, hel aansteken der lichten en verder voor de behoorlijke bediening van de huurders der lokalen. Ter zake van de gaslichten volgt bij de voorschriften van den Directeur der gasfabriek; de bediening van de Sunburners blijft ge heel builen de bemoeiing van den pachter. De pachter en zijn personeel hebben geen toegang tot de verwar mingslokalen en luchtkanalenzij moeten de verwarmings- en venti- latieii.richtingen onaangeroerd laten. Art. 12 De pachter zorgt dat in het gebouw, daaronder begrepen de pachterswoning, geen petroleum wordt gebruikt of aanwezig is. Art 13. Hij bewaart op een door Burg. en Weth. aangegeven plaats de sleutels van het gebouw en van alle vertrekken en geeft die aan niemand dan aan de rechthebbenden af. Art. 14 De verpachting geschiedt voor den tijd van negen jaren en zes maanden ingaande i December 1891 en eindigende den laatsten Mei 1901. Art. 15. De betaling der pacht geschiedt bij driemaandelijksche termijnen, Dij vooruitbetaling op den eersten werkdag van elk kwartaal, ten kantore van den Gemeente-Ontvanger te voldoen. Art. 16. Indien de pachter nalatig mocht zijn in de voldoening van de paclitpenningen op tijd en wijze voorschreven of in de na koming van eene of meerdere zijner contractueele of wettelijke ver plichtingen, lor beoordeeling van de verpachters, zal hij door het enkel verloop van den bepaalden termijn of de enkele overtreding in gebreke zijn, zonder dat het noodig zal zijn hem bij exploit of andere akte in gebreke te stellen en zullen de verpachters in die gevallen bet recht hebben om de pacht terstond te doen ontbinden, alles onverminderd de verplichting van den pachter tot betaling van de verschuldigde pachtpenningen en vergoeding van kosten, schaden en interessen. Art. 17. In geval de pachter eene of meer der krachtens dit contract op hem rustende verplichtingen niet mocht nakomen of overtreden, of in strijd daarmede mocht bandelen, ter beoordeeling van de verpachters, zullen de verpachters, onverminderd hun recht bij art 16 vermeld, van den pachter als boete voor iedere overtreding of niet nakoming kunnen vorderen en door dezen verschuldigd zijn eene boete van hoogstens f 10, welke binnen 8 dagen na schriftelijke aanmaning, door den pachter ten kantore van den Gemeente-Ontvanger moet worden voldaan. Art. 18. De pachter moet twee borgen, ter beoordeeling van de verpachters, stellen, welke borgen zich voor de behoorlijke nakoming van de voorwaarden en bepalingen dezer pachtovereenkomst alsook voor de betaling van de boeten, kosten, schaden en interessen voor den pachter hoofdelijk aansprakelijk stellen onder uitdrukkelijken af stand van de voorrechten van uilwinning en schuldsplitsing bij de wet aan borgen toegekend. Bij overlijden of faillissement of kennelijk onvermogen van een of van beide borgen, hebben de verpachters het recht het stellen van een of twee nieuwe borgen, ter hunner beoordeeling, te vorderen. Art. 19. De verpachting geschiedt in liet openbaar, bij inschrijving met gesloten op zegel geschreven biljetten, inhoudende in letters en cijfers het bedrag der som welke de gegadigde aanbiedt per jaar, en de medeondertcekening van twee borgen, met vermelding van hunne woonplaats en beroep. De verpachters behouden zich het recht voor om, na de opening van de inschrijvingsbiljetten, tot opbod en afslag over te gaan en de pacht san den hoogslen inschrijver, den hoogstbiedende of den eerst- mijnende al of niet te gunnen, geheel naar goedvinden, zonder dien aangaande eenige verantwoording schuldig te zijn. Tot hel deelnemen aan opbod en afslag zjjn alleen de inschrijvers bevoegd. Art. 20. De pachters en hunne borgen kiezen domicilie ter plaat selijke secretarie der gemeente Leiden. Art. 21. De verpachters behouden zich de bevoegdheid voor om bij eventueele verandering van het stelsel van verwarming der Ge hoorzaal een tarief voor het gebruik der kachels vast te stellen. Art. 22. Alle kosten op de verpachting vallende, als van zegel, registratie, advertentiën enz., komen ten laste van den pachter. Bjj het onderteekenen van het proces-verbaal van verpachting moet de pachter een door Burg. en Weth. op te geven bedrag storten tot goed making van deze kosten, behoudens nadere verrekening. Tarief voor de onderhandsche verhuring der Gehoorzaal te Lelden. De onderhandsche verhuring der Gehoorzaal geschiedt tegen het navolgend tarief: De groote zaal tot 's namiddags 4 urenf 25 De bovenzaal tot 's namiddags 4 uren10 van 's namiddags 5 uren«20 den geheelen dag25 De bovenzaal, met gebruikmaking van den foyer, wanneer deze niet is begrepen in eene gelijktijdige verhuring van de groote zaal, tot 's namiddags 4 urenf 15 van 's namiddags 5 uren<>30 den geheelen dag35 De foyer, wanneer deze niet begrepen is in eene gelijktijdige ver huring van de groote zaal, tot 's namiddags 4 uren 10 van 's namiddags 5 uren«20 den geheelen dag30

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1891 | | pagina 37