59
N°.
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng.
1
Aug.
10
7.30—9.45
7
16.0
2
11
7.30—9.45
8
16.2
3
12
7.30—9.30
7
16.6
4
13
7.30—9.30
8
16.2
5
14
7.30—9.45
7
16.4
6
15
7.30—9.30
8
16.0
7
16
7.30—9.45
8
16.0
een subsidie van hoogstens 700 uit de
gemeentekas is toegekend aan de afdeeling
Leiden en omstreken der Maatschappij tot
Bevordering der Bouwkunst, ten behoeve van
den door haar uitgeschreven wedstrijd voor
handwerklieden en leerlingen in Leiden en
omstreken.
Volgn. 143. Kosten der Bewaarscholen 48.075
De kosten voor het aanbrengen van een
ventilatiekap in de Bewaarschool aan de
Bakkersteeg veroorzaakte dit tekort.
Volgn. 147. Terugbetaling van schoolgel
den (llooger, Middelbaar en Lager onderwijs.) 154.99
De meerdere uilgaaf is gelegen in de ver
leende reslitulien van schoolgelden door
het verlaten van of hel vestigen in de ge
meente bij verschillende Raadsbesluiten.
Volgn. 150. Kosten van verpleging van
arme krankzinnigen2099.29
Het ieder jaar toenemend aantal krank
zinnigen, die voor rekening dezer gemeente
in verschillende gestichten worden verpleegd,
hebben evenals vorige jaren ook nu weder
de ter zake toegestane gelden doen over
schrijden.
Volgn. 151. Onderstand vervoer en ver-
plegingskoslen, mitsgaders die van genees
kundige hulp aan arme en doortrekkende
personen
De vele behoeften waarin ieder jaar moet
worden voorzien, maken de toegestane gelden
ontoereikend.
Volgn. 154. Kosten van verpleging inliet
Ziekenhuis der Rjjks Universiteit
Het aantal verpleegden voor rekening
dezer gemeente, is over dit jaar grooter ge
weest dan men aanvankelijk heeft geraamd.
Volgn. 157. Schadeloosstelling aan arm
besturen en Godshuizen
Het aan de verschillende instellingen toe
gekend subsidie, na aftrek der genoten kor
ting op de broodprijzen, bedraagt te zamen
1724.155, terwijl daarvoor op de begrooling
was toegestaan 1700.
Volgn. 171. Kosten van gemeenschappe
lijke zaken, belangen en inrichtingen of
werken, bedoeld bij art. 122 der wet van
den 29en Juni 1851 (Stbl. n°. 85) 792.28'
Bljjkens de door den Gemeente-ontvanger
opgemaakte rekening van de Haarlemmer-
trekvaart, beloopt het nadeelig slot 2192.28'
terwijl daarvoor op de begrooting een bedrag
van f 1400 is toegestaan.
Volgn. 178. Kosten van insinuatien en
andere kleine uitgaven58.31'
Naar aanleiding van het Raadsbesluit van
den 19 Juni 1890, waarbij is besloten om
tegen den beurtschipper van Noordwijk op
Leiden, eene rechtsvordering in te stellen
tot vergoeding van de schade aan de ge
meente wegens aanvaring van de St. Nico-
laasbrug.
Samen
Dan verkrijgt men de vorenstaande
of het verschil tusschen de geraamde uitgaven volgens
de begrooting ad
en de werkelijke uitgaven volgens de rekening
110.
982.25
24.15'
16473.35
f 199806.465
1115222.75
915416.28'
f 199806.46'
vangst uitgetrokken door geldleening te
vinden23582.
alzoo uitmakende een gezamenlijk bedrag
van346632.
Ter voorziening van laatstgenoemd be
drag is op den dienst 1890, beschikt over
de opbrengst van den verkoop der 3 pCt.
inschrijving Grootboek ƒ32666.72 benevens,
een bedrag van 8020 hetwelk voor kapi
taal belegging is aangewezen, doch waar
aan geen gevolg is gegeven, bedragende
te zamen40686.72
zoodat een bedrag overblijft van305945.28
Wanneer nu het bedrag der geldleening benevens de
verdere buitengewone ontvangsten welke tot dekking
dier buitengewone uitgaven in plaats van op den dienst
1891 op dien van 1890 in ontvang gebracht waren, zou
het nadeelig saldo van laatstgenoemden dienst be
dragen17545 81'
Veroorzaakt door de mindere winst der gasfabriek tengevolge van de
hoogere steeukolenprijzen. Hiervoor was geraamd 70000, terwijl
werkelijk is ontvangen 49508.315 opleverende een tekort van
20491.68'. Ware dit tekort niet aanwezig geweest dan zou er op
den dienst 1891 een voordeelig saldo van ongeveer f 3000 zijn
geweest.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wcth. van Leiden.
N°. 181. Leiden, 17 Augustus 1891.
Wij hebben de eer U te berichten, dat het onderzoek van de hier
nevens gevoegde rekening en verantwoording van de Stedelijke Werk
inrichting alhier, over het jaar 1890, tot gecne bedenkingen bij ons
heeft geleid.
Wij stellen U mitsdien voor deze rekening goed te keuren in ont
vangst ad 176 73.765 en in uitgaaf ad 17673.76' alzoo sluitende
quite.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N"°. 182.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
1016 Augustus 1891.
ft
ft
ft
ft
ft
Hierdoor komt men tot het werkelijk bedrag van het nadeelig
saldo der rekening van de inkomsten en uitgaven dezer gemeente
over den dienst 1890.
Immers wanneer men opmerkt dat minder is ontvangen, dan ge
raamd wasf
en dat minder is uitgegeven dan de raming bedroeg 19980b.4b
dan moet de som van t 149791.-
uitmaken het nadeelig slot der rekening, waaruit blijkt dat die
rekening goed is opgemaakt.
Ten slottte zij nog medegedeeld dat, zooals uit het vorenstaande
blijkt een bedrag van f 173700.09' wegens uitgaven, die nog over
1890 moeten worden gedaan, op den dienst 1891 moet worden over
geschreven, zoodat het nadeelig slot dezer rekening wordt verhoogd
tot ƒ323491.09'.
Dit nadeelig slot is ontstaan doordien de geldleening vanƒ250000,
aangegaan tegen den koers van 96 pCt. ƒ240000 op den dienst 189'
is verantwoord, terwijl de buitengewone uitgaven die over 1890 zijn
aangewezen om door leening te worden gevonden, als: de oprichting
van een ijkkantoor, krachtens Raadsbesluit van 8 Mei 1890 5600,
inzake de demping van de Binnenvestgracht krachtens Raadsbesluit
van 17 Juli 1890 11000, den bouw van de Gehoorzaal, krachtens
Raadsbesluit van 8 Mei 1890 f 152550 en de uitbreiding van de
gasfabriekf 153900.
Samen bedragen 323050.
Hierbij gevoegd de som van van 23582,
onder Volgn. 51 der begrooting in ont-
N°. 183. Leiden, 19 Augustus 1891.
De Commissie benoemd tot het nazien der Gemeenterekening over
1890, heeft de in hare handen gestelde verantwoording van Burg. en
Weth. van de inkomsten en uitgaven dezer gemeente over den dienst
1890, en de daarbij overgelegde rekening van den Gemeenteontvanger
onderzocht, en met de daarbij behoorende bescheiden vergeleken.
Aangezien zij die rekeningen accoord heeft bevonden, stelt de Com
missie Uwe Vergadering voor die rekening voorloopig vast te stellen
bij het besluit waarvan het ontwerp is gevoegd bij het voorstel van
Burg. en Weth. van den 31 Juli 1891.
Bij het nazien der uitbetalingstaten voor de vaste en tijdelijke werk
lieden. heeft de Commissie getracht op te maken welke bedragen dier
weekgelden en arbeidslooncn ten laste van bepaalde werken komen;
bijv. respectief voor onderhoud straten, gebouwen, kachels, herstelling
Burchtpoort, Waaggebouw, Zijlpoort, enz. Zij heeft echter die poging
moeten opgeven omdat die splitsing der wcrkloonen in enkele maand
staten wél, in de meeste niet is geschied.
Het komt der Commissie wenschelijk voor dat uit de rekening
zoude kunnen blijken welke arbeidsloonen besteed worden aan her
stellingen en onderhoud als bovengenoemd; zelfs meent zij het denk
beeld in overweging te moeten geven, in de volgende begrootingen
op den post dag- en weekgelden voor werklieden, enz., alleen de
weekgelden te brengen van die vaste werklieden welke noodig zijn
voor kleine diensten die niet onder eene bepaalde rubriek van
onderhoud of herstelling kunnen geplaatst wordenen de verschillende
posten van onderhoud en herstelling te verhoogen met het bedrag der
arbeidsloonen welke vermoedelijk voor elk werk noodig zijn.
Het vrij hooge bedrag van uitbetaalde loonen, ongeveer 45000,
deed bij de Commissie de vraag rijzen, of het niet in het belang der
gemeente zoude zijn meer werken aan te besteden.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie voornoemd,
H. C. JuTA,
F. A. Verster van Wulverhorst,
J. Van der Breggen Az.