FJtEENTFBAAD VA\ LEIÜÏV
53
N°.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng. Standkaarsen.
7.45—9 45
7
16.0
7.45—9.45
8
16.2
7.45—9.45
7
16.0
7.45—9.30
8
16.0
7.45—9.45
7
16.2
7.45—9.45
8
16.2
7.45—9.30
8
16.0
INGEKOMEN STUKKEN.
N». 170. Leiden, 27 Juli 1891.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij over te leggen het
adres van den heer Dr. J. J. Hartman, houdende verzoek om ontslag
uit zijne tegenwoordige betrekking van Conrector aan het Gymnasium
alhier, inet de daarover ingewonnen rapporten van den Inspecteur en
van Curatoren van het Gymnasium, onder mededceling dat er bij ons
College evenmin bezwaren tegen de inwilliging van het verzoek
bestaan.
Wij geven Uwe Vergadering daarom in overweging het gevraagd
ontslag eervol te verleenen met ingang van 1 October a. s.
Tevens hebben wij de eer U mede te dcelen dat wij ons kunnen
vereenigen met het voorstel van Curatoren, om aan den heer Dr. L.
Punt thans leeraar in de Oude Talen het ambt van Conrector aan
het Gymnasium te verleenen, onder toekenning van de daaraan ver
bonden verhooging van jaarwedde, zoodat wij U voorstellen lot de
benoeming met ingang van 1 October a. s. over te gaan. Het bericht
van den Inspecteur der Gymnasia dat hij zich vereenigt met liet
voorstel in zake de benoeming van een Conrector, wordt U hierbij
overgelegd.
Aan den Gemeenteraad. Durg. en Weth. van Leiden.
Aan HH. Burg. en Weth. der gemeente Leiden.
EdelAchtbare Heeren
De ondergeteekende, benoemd tot Hoogleeraar aan de Rijks-Univer
siteit te Leiden, heeft de eer zijn aanvrage om ontslag als Conrector
aan het Leidsche Gymnasium aan Uw College aan te bieden en U te
verzoeken dat ontslag op 1 October a. s. te doen ingaan.
Met de betuiging van hoogachting teekent hij
J. J. Hartman.
's Gravenhage, 24 Juli 1891.
Onder terugzending van het bij bovenvermeld schrijven in mijne
handen gestelde stuk heb ik de eer U te berichten, dat er bij mij
geen bezwaar bestaat tegen gunstige beschikking op het adres van
Dr. J. J Hartman, waarbij hij verzoekt met ingang van 1 October a. s.
eervol ontslagen te worden uit zijne betrekking van Conrector aan
het Gymnasium.
Aan het College van Burg.
en Weth. van Leiden.
De Inspecteur der Gymnasia,
C. J. Eggink.
Leiden, 25 Juli 1891.
Onder terugzending van het adres van Dr. J. J. Hartman, Conrector
aan het Gymnasium alhier, hebben wij de eer U te adviseeren, hem
tegen 1 October e. k. het verlangde ontslag uit zijne betrekking te
verleenen, en wel eervol en met dankbetuiging voor de door hem
aan het Gymnasium bewezen diensten.
In de onderstelling, dat bij U legen dit advies geen bezwaar zal
bestaan, nemen wij de vrijheid, U tevens voor te stellen, het ambt
van Conrector en de daaraan verbonden verhooging van jaarwedde
met 1 October e. k. toe te kennen aan den leeraar in de Oude Talen
Dr. L. Punt, die nu gedurende acht jaren aan het Gymnasium ver
bonden is geweest en zich steeds met den meesten ijver en met uit
stekend goed gevolg van zijne taak beeft gekweten, terwijl van hem
mag worden verwacht, dat hij den Rector in de behartiging der be
langen van het Gymnasium getrouw zal ter zijde staan.
Uit de missiven, die wij de eer hebben hierbij over te leggen,
blijkt, dat de heer Inspecteur der Gymnasia zich met de twee boven
staande voorstellen vereenigt.
Aan den Gemeenteraad. Curatoren van het Gymnasium te Leiden,
A. Kuenen, waarn. Secretaris.
's Gravenhage, 23 Juli 1891.
Naar aanleiding van bovenvermeld schrijven heb ik de eer U te
berichten, dat er bij mij geen bezwaar bestaat tegen Uwen wensch
om den leeraar in de Oude Talen Dr. L. Punt aan den Gemeenteraad
voor te dragen ter benoeming tot Conrector aan het Gymnasium.
Aan het College van Curatoren van De Inspecteur der Gymnasia,
het Gymnasium te Leiden. C. J. Eggink.
N*. 171.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
13—19 Juli 1891.
N°. 173. Leiden, 30 Juli 1891.
Onder overlegging van nevensgaande stukken geven wij Uwe Ver
gadering in overweging te besluiten tot hst doen rooien van de
boomen geplaatst voor het huis van C. S. C. Eichman aan het Ge
recht n°. 8.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft de ondergeteekende met de verschuldigde hoogachting te
kennen, «lal zij beleefd verzoekt de beide booinen, staande voor bet
aan baar behoorende huis aan liet Gerecht n°. 8 te doen wegnemen,
daar deze zoo dicht op liet huis staan, dat lucht en licht daarin
worden belemmerd en voor de verhuring schadelijk werkt.
't Welk doende,
Leiderdorp, 15 Juli 1891. C. S. C. Eichman.
Leiden, 28 Juli 1891.
De Commissie van Fabricage beeft de eer op bet request van C.
S. C. Eichman te berichlen dat er geen bezwaar bestaat om haar
verzoek in te willigen, strekkende dat de boomen die voor haarhuis
op het Gerecht, Wijk 4 (straatn". 8) geplaatst zijn, nu zij in
derdaad licht en lucht voor de bewoners belemmeren, worden ge
rooid, 't welk geschieden zal van wege de gemeente onder toezicht
van den Gemeente-Architect.
Aan HH. Burg. en Weth.
der gemeente Leiden.
De Commissie van Fabricage.
N". 173.
LICHTSTERKTE
aingen aan de Gas
20—26 Juli 1891.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
N®. Datum.
Uur.
Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen.
Juli
20
21
22
23
24
25
26
7.45-9.45
7.45—9.45
7.45—9.30
7.45—9.45
7.45—9.45
7.45—9.45
7.45—9.30
16.4
16.4
166
16.2
16.4
16.4
16.2
N°. 174.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
27 Juli2 Augustus 1891.
N°.
Datum.
Uur. j Aantal.
Gemiddelde Eng. Standkaarsen.
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng. Standkaarsen.
Juli
13
14
15
16
17
18
19
8.9.30
8.9.30
8.9.45
8.9.45
8.9.45
8.9.30
8.9.45
7
8
7
8
7
8
8
16.0
16.4
16.2
16.4
160
16.4
16.0
Juli
Aug.
27
28
29
30
31
1
2
7.45—9 30
7.45—9.30
7.45—9.30
7.45-9.30
7.45—9.45
7.45—9.45
7 45—9.45
7
8
7
8
7
8
8
16.0
160
16.0
16.2
16.2
16.0
16.2
N». 175.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
39 Augustus 1891.
Datum.
Aug.
Leiden, 10 Augustus 1891.
159
ERRATUM
op pagina 51 van de Ing. Stukken is eene
ln het nummer
fout ingeslopen:
In den laatslen regel van die voordracht staat over de laatste twee
kwartalen," dit moet zijn: over de eerste twee kwartalen."
N". 176.
Blijkens ontvangen opgaven des-
enkele artikelen der begrooting voor 1891 niet voldoende zijn om in
de behoeften te voorzien.
De strenge winter namelijk heeft buitengewone uitgaven voor het
onderhoud der gemeentewerken veroorzaakt. Bij verschillende ge
bouwen is voorziening noodig geweest door het springen van dak-
lantaarnruiten, het bevriezen van afvoerbuizen, het beschadigen
van goten en rookleidingen, herstelling van gas- en waterleidingen enz.
De kachels leden buitengemeen en de geheel nieuw aangeschafte
reserve was noodig om het onherstelbare te vervangen, zoodat ver
nieuwing der reservestukken noodig was, hetgeen voornamelijk de
lagere scholen betrof.
Met zeer veel moeite zijn verder de gasmeters in de scholen on
bevroren gehouden wal eene niet onbelangrijke uitgave aan spiritus
heeft vereischt.
Commissie van Fabricage zullen