GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 51 INGEKOMEN STEKKEN. JN°. 158. LICHTSTERKTE Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 29 Juni5 Juli 1891. N". Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. 1 Juni 29 8,15-9.30 7 16.6 2 30 8.15-9.30 8 16.2 3 Juli 1 8.15—9.30 7 160 4 2 8.15—9.30 8 16.2 5 n 3 8.15—9.45 7 16.2 6 4 8.15—9.45 8 16.6 7 5 8.15—9.45 8 16.3 N*. 159. Leiden, 8 Juli 1891. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van VV. II. Bierman, Majoor bij bet 2e Regiment Veld-Artillerie, die zieb in April in deze gemeente heeft gevestigd, hebben wij de eer U mede te deelen dat de zoon van adressant den 9 April jl tot de Hoogere Burgerschool voor Jongens is toegelaten, zoodal wij Uwe Vergadering in over weging geven aan adressant vrijstelling of terugbetaling van school geld te verleenen voor zijn zoon, leerling der Hoogere Burgerschool voor Jongens, over de laatste twee kwartalen van den cursus 1890/91. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Welh. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Willem Hendrik Bierman, Majoor bij bet 2e Regiment Veld-Artillerie, dat bij zich in het laatst van April 1891 in genoemde gemeente heeft gevestigd, en zijn zoon Johannes Fyo Bierman heeft toegelaten gezien op de Hoogere Burgerschool; dat hij derhalve een vol jaar schoolgeld moest betalen, dat hij echter eerbiedig aan den Gemeenteraad verzoekt hem voor een half jaar ontheffing te willen verleenen van deze schoolgelden, daar hij deze te Breda ook al reeds heeft moeten betalen. Leiden, 3 Juli 1891. 't Welk doende, W. H. Bierjian. N°. 160 Leiden, 13 Juli 1891. In de Raadszitting van 2 Juli jl. werd aangehouden ons voorstel tot verhuring van de beweiding van het Schuttersveld tot uit0. Dec. a. s. aan C. Dieben voor f 100, op grond dat dien dag het bericht was gekomen dat het achtergedeelte was afgemaaid. Uit een te dier zake ingesteld onderzoek is gebleken dat ten gevolge van een misverstand, het maaien van bet grasveld geschied was op bevel van den heer Garnizoens-Commandant. De daardoor veroorzaakte materiale schade is echter op zich zelve van weinig belang en heeft in zijne gevolgen tot een betrekkelijk niet onaan zienlijk voordeel geleid. De voorgestelde pachter Dieben vond nl dientengevolge de door hem aangeboden pachtsom te hoog en wenschte die te verlagen. Inmiddels vervoegde zich J. H. H. Borgerding tot ons met het aanbod van eene pachtsom van f 130 voor de beweiding tot uit". December a. s. van het veld in den bestaanden toestand, welk aanbod ons aan-, ncmelijk is voorgekomen. Wij hebben dientengevolge, omdat nu nog te eerder dan toen wij het voorstel betrekkelijk Dieben indienden, de tijd voor eene publieke verhuring te kort was, gemeend spoedshalve dat bod te moeten aan vaarden en de huur lot uit". December onder de gewone voorwaarden en onder nadere goedkeuring van den Raad voor een prijs van/-130 gegund aan J. H. H. Borgerding voornoemd. Wij geven Uwe Vergadering alsnu onder verwijzing naar onze betrekkelijke voordracht van 29 Juni jl. (Ing. Stukken n°. 155, in overweging 1°. bedoelde onderbandsche verhuring goed te keuren, en 2°. ons te machtigen de beweiding van bet Schuttersveld in het openbaar te verhuren voor den tijd van 7 jaren, ingaande 1 Januari 1892. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 161. Leiden, 13 Juli 1891. Bij Raadsbesluit van 28 Augustus 1890 werd ons College gemach tigd tot de tijdelijke aanstelling over te gaan van twee leeraren aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens en wel van een leeraar voor het Hoogduitsch op een jaarwedde van f 400 en een leeraar voor de Wiskunde en de Mechanica op eene jaarwedde van f 1200. Vermits, blijkens nevensgaand rapport van de Commissie van Toe zicht op de scholen voor Middelbaar Onderwijs, met den aanvang van den nieuwen cursus wederom althans ééne der hoogste twee klassen zal moeten worden gesplitst, geven wij Uwe Vergadering in over weging, ons College te machtigen om, zoo noodig, de bovenbedoelde tijdelijke aanstelling van twee leeraren voor één jaar te verlengen. Aan den Gemeenteraad, Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 10 Juli 1891. Wij achten het raadzaam, U reeds thans er op te wijzen, dat hoogst waarschijnlijk in den aanstaanden cursus het sroole aantal leerlingen splitsing van althans ééne der beide hoogste klassen van de Hoogere Burgerschool voor Jongens zeer gewenscht zal maken, waardoor het noodig zal worden dat de beeren J. W. Lem en H. Breuning voor een jaar als tijdelijke leeraren worden herbenoemd. Zekerheid omtrent deze zaak zullen wjj eerst bij het begin van den nieuwen cursus hebben; opdat intusschen in elk geval de lessen van het begin af geregeld kunnen plaats hebben, geven wij U in overweging, reeds nu aan den Gemeenteraad machtiging te verzoeken, om zoo noodig de genoemde leeraren opnieuw tijdelijk aan te stellen. De Plaatselijke Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar Onderwijs, II. Kern, Voorzitter. H. A. Lorentz, Secretaris. Aan HH. Burg. en Welh. van Leiden. N°. 162. Leiden, 18 Juli 1891. Tengevolge van het door ons zeer betreurd overlijden van den lieer Dr. J. J. Cornelissen, in wien wij een kundig en ijverig lid van ons college verliezen, zal in de daardoor ontstane vacature moeten worden voorzien. Overeenkomstig art. 28 der Verordening van 5 Juni 1879, hebben wij de eer U de volgende aanbevelingslijst van twee personen tc doen toekomen: 1. Dr. J. Van Leeuwen Jz. 2. Mr. II. L. Drucker. Tevens ontstaan met 1 October e. k. in ons college twee vacature's door de periodieke aftreding van de beeren Mr. C. Cock en Dr. T. Zaaijer, ter vervulling van welke vacaturen wij de eer hebben U de navolgende aanbevelingslijst van twee personen aan te bieden: j 1 Mr. C. Cock 2 Mr. F. Was jl 1 Dr. T Zaaijer I 2 Dr. F. Van Dissel. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Curatoren van het Gymnasium te Leiden, C. Cock, President. O. W. Sipkes, Secretaris. N". 163. Leiden, 20 Juli 1891. Wjj hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat er dringend behoefte bestaat aan nieuwe bonzeilen ter vervanging van die welke door het veelvuldig gebruik versleten zijn. Zoowel in het belang der gemeente als voor belanghebbenden die van de zeilen een druk gebruik tegen betaling maken, is het wenschelijk dat tot de aanschaffing van een zestal bonzeilen wordt overgegaan, waarvan de kosten f 250 zouden bedragen. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging tot de aan schaffing van die zeilen te besluiten en art. 112 der begrooting voor den loopenden dienst met bovengenoemd bedrag te verhoogen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 164. Leiden, 18 Juli 1891. Evenmin als bij de Commissie van Fabricage bestaat er bij ons bezwaar tegen de inwilliging van hel verzoek van de firma Gebrs. Van Wijk dj C°. om de bestaande waterleiding van hare fabriek aan de Hoogewoerd naar den Nieuwen Rijn te vernieuwen en om een filtreer- bak te plaatsen. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging de gevraagde vergunning te verleenen onder de in het rapport der Commissie van Fabricage voorgestelde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Heeft de ondergeteekende firma Gebrs. Van Wijk en C°. de eer toestemming te verzoeken, tot het leggen van eene gemetselde filter nabij den wal aan het Utrechtsche Veer en van daaruit de bestaande waterloozing naar hare fabriek aan het Levendaal te vernieuwen. 't Welk doende. Leiden, 4 Juli 1891. Gebrs. Van Wijk dj C*. Leiden, 14 Juli 1891. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request der firma Gebrs. Van Wijk dj C°. te berichten dat bij haar geen bezwaar be staat tegen hel verleenen der gevraagde vergunning om de bestaande waterleiding van hare fabriek op de Hoogewoerd naar den Nieuwen Rijn te vernieuwen en te voorzien van een filtreerbak, mits onder de volgende voorwaarden, als: 1°. dat de filtreerbak wordt gedekt met een houten of geribd ijzeren deksels 2°. dat alles geschiedt onder toezicht van den Gemeente-Architect; 3°. dat de werken steeds ten genoegen van Burg en Weth. worden onderhouden; 4°. dat, zoo afdamming voor het werk noodig is, daartoe een ver gunningsbewijs bij den Gemeente-Architect wordt gevraagd en verkregen 5°. dat de kosten van opbreken en herstellen der straat en van beschadiging aan stadsriolen, walmuur of ander werk worden vergoed 6°. dat ten behoeve der gemeente wordt betaald een jaarlijksche recognitie van 1.50 voor de waterleiding en van f 1.20 voor de filtreerbak, krachtens art. 3 nos. 10, 12 en 13 van bet Tarief, vast gesteld den 5 Maart 1857. Aan HH. Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage. der gemeente Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1891 | | pagina 19