26 De heer De Storler. M. d. V. Ik za 1 mijn stem tegen dit voor stel uitbrengen omdat ik mij volkomen kan vereenigen met de mo tieven die door de hecren De Goeje en Fockema Andreae ter be strijding zijn te berde gebracht. Ook ik vind bet een zeer gevaar lijke zaak rails te leggen op een plaats waar zoo veel passage is. U beeft wel gezegd M. d. V. dat men moedwillig op rails moet gaan loopen om ongelukken te krijgen, maar zooals u ook wel weel, beslaat die moedwil bij vele kinderen; er beerscht, als ik het zoo mag uitdrukken, eene zekere aantrekkingskracht tusschen rails en kinderen, en hiermede moet rekening gehouden worden. Men zoude, werd het voorstel van Burg. en Weth. aangenomen, aan de voorma lige Wiltepoort een even gevaarlijken toestand krijgen als thans bij het station, een toestand waardoor vroeg of laat een groot ongeluk moet gebeuren, (ook al loopt er steeds een man met een bel voor den tram). Het is daarom, M. d. V., dat ik mijn stem tegen het voorstel van Burg. en Weth. zal uitbrengen. De heer Van Reenen. M. d. V.! Ik heb een mogelijk zeer klein bezwaar. Waar zal de wachtkamer voor den tram geplaatst worden, is daarvoor ter plaatse eene geschikte gelegenheid, of zullen wellicht de dames en meisjes moeten wachten voor de kazerne? De heer Van Hamel. M. d. V.! Ik zal gaarne mijne stem geven aan het voorstel van Burg. en Weth., en zou zelfs de voorkeur geven aan het denkbeeld door den heer Kaiser voorgestaan, maar ik heb toch een bezwaar. Zou het niet tot mocielijkbeden aanleiding kun nen geven wanneer het later bleek dat de llaagbrug niet sterk ge noeg was; zou de Maatschappij dan niet kunnen zeggen, dal dit ook zonder haar rijden over de brug wel het geval zou geweest zijn? Ik zou tneenen dal men tegenover eene Maatschappij met zulk eene lange lijdensperiode voorzichtig moet zijn, opdat wjj, als er iets op haar verhaald moet worden, ten slotte niet afsluiten op eene zekere insolventie. Ik zou het derhalve wenschelijk vinden dat wanneer de brug versterkt inoet worden, dit geschiede vóórdal de tram er mag overrijden. Wat het bezwaar van den heer De Sturler betreft, zeker, ik vind den toestand bij het station ook zeer slecht en ik zou het betreuren als die bij het Noordeinde evenzoo werd. Maar die toestanden zijn eenvoudig niet te vergelijken. Wat de heer Van Reenen heeft aangevoerd omtrent een wacht lokaal, het komt mij voor dat hel ook niet in de bedoeling ligt een wachtlokaal op te richten. Wanneer men er eindelijk een toestand kreeg, dat er altijd ston den aankomende of vertrekkende of rangeerende locomotieven, dan zou ik daartegen wel eenig bezwaar hebben. Alles kan echter op de tegenwoordige plaats blijven staan, alleen op het punt van vertrek zou de tram over de brug kunnen komen. In dien zin opgeval zie ik er geen bezwaar in om vóór het voorstel van Burg. en Weth. te stemmen. De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Ik zou nog even wenschen op te merken, dat wanneer het ideaal van den heer Van Hamel be reikt werd, het eenige voordeel van een paar minuten vroeger uit den regen te kunnen zijn, weder vervalt. Want als de tram eerst over de brug mag komen op het punt van vertrek, dan zal men als men enkele minuten vóór den vertrektijd aankomt, toch in den regen moeten blijven slaan of naar den anderen kant doorloopen. De Voorzitter. Wij moeten, dunkt mjj, aan de Maatschappij over laten die maatregelen te nemen, welke zij het meest in haar belang en wat grootendeels op hetzelfde neerkomt, in het belang van het publiek acht. Zijn die maatregelen verkeerd, dan kunnen wij tus- schenbcide komen en eene verandering voorschrijven Wat de vraag van den heer Van Reenen betreft, over een wachthuisje is niet ge sproken. Mocht de Maatschappij vragen een dergelijk wachthuisje te plaatsen, dan is het tijd te onderzoeken of haar verzoek kan worden toegestaan; op dit oogenblik is daar evenwel geen sprake van. Wal bet denkbeeld van den heer Kaiser betreft, waarmeê de heer Van Hamel zich heeft vereenigd, herinner ik die geachte sprekers, dat uit het rapport van Burg. en Weth. blijkt, dat zij het Noordeinde in den tegenwoordigen toestand niet geschikt achten om er een stoomtram door te laten rijden. Ware een vroeger voorstel van Burg. en Weth. om aldaar trottoirs te maken en een deel van de kleine steentjes bij de straat te voegen, aangenomen geworden, dan zou ik er geen bezwaar in zien; maar thans zou ik niet gaarne mede willen werken tot de uitvoering van dit denkbeeld. Het argument van de heeren Fockema Andreae en de Sturler om trent het gevaar voor de veiligheid, is een bezwaar, dat tegen alle mogelijke tram- en spoorwegen kan worden gemaakt, en waarvan men zich al bij herhaling heeft bediend. Toen wij in 1879 den eersten tram in de stad kregen, hebben wij hier in den Raad verschrikkelijke bezwaren hooreD opperen, en heelt men allerlei ongelukken voorspeld. En toch is in de ruim elf jaren dat wij dien tram hebben slecbts één ongeluk voorgevallen, en nog wel door eigen onvoorzichtigheid van een jongen, die vlak voor den tram de straat wilde oversteken. Hoe vele ongelukken zijn er in dien tijd met gewone wagens en rijtuigen voorgekomen! Die zou men dan a plus forte raison moeten verbieden in de straten te rijden. Het zelfde werd gezegd bij de behandeling van hel voorstel om trottoirs in de Hoogewoerd aan te leggen en er is daar nog nooit een onge luk gebeurd. Van de wisselrails van den stoomtram bij hel Station, en ik moet erkennen dat daar zeker meer redenen voor waren, als men in aanmerking neemt dat de rails daar in schuinsche richting de ge- heele straat moesten snijden en vlak voor den ingang van het Stations terrein liepen, heeft men ook weer hetzelfde schrikbeeld voor den dag gehaald, en het eerste ongeluk moet daar nog gebeuren. Er is maar één afdoend middel om alle ongelukken op spoor- en tramwegen te voorkomen en dat is ze geheel af te schaffen. Bij hetgene nu wordt voorgesteld is de kans op gevaar ol ongeluk zeker wel tot een minimum herleid. Ik zie ten minste niet in hoe die rails aan het Noordeinde onveilig of lastig voor iemand kunnen zijn. Er zijn menschen, die zouden kunnen klagen over het trompetten in de kazerne. En zouden wij dan moeten zeggen: Weg met de kazerne! Ik heb klachten gehoord van menschen, die last hadden van de oefeningen der hoornblazers en tamboers, in de Gevangenislaan. Op even deugdelijke gronden zou men kunnen zeggen: Weg met die tamboers en hoornblazers. Het is nu eenmaal onmogelijk aan alle, zelfs gegronde grieven te gemoet te komen: voor ingebeelde grieven dienen wij echter geheel doof te zijn Wat nu de lucht van de cokes betreft, de heer Fockema Andreae heeft een handig gebruik gemaakt van mijn gezegde dat cokes nu juist niet bepaald welriekend zijn. Ik wil een blinde brengen bij een locomotief, waar cokes in gestookt wordt, en ik wed dat hij niet zal ruiken welke brandstof wordt gebruikt. Voor de heeren De Goeje en Buys, wier huizen ongeveer SO M. van de standplaats der loco motief verwijderd zouden zijn, kan dit in geen geval eenig bezwaar op leveren. En wanneer men nu blijft beweren, dat er toch wel steen kolen gebruikt zullen worden welnu, wanneer dat waar mocht blijken te zijn, dan blijf ik daar tegenover stellen dat wij altijd het recht hebben de vergunning in te trekken. De heer Kaiser. M. d. V.! Ik zoude wel willen vragen of uw bezwaar tegen mijn voorstel niet denkbeeldig is. Gij zegt, dat het Noordeinde te smal is als er geene trottoirs gemaakt zijn, dus dat die er eerst moeten komen. Hel is alzoo de vraag: moet eerst de tram rijden en zullen daarna de stoepen door trottoirs vervangen worden of omgekeerd. Mijns inziens kan men gerust eerst aan de Trammaatschappij vergunning geven door te rijden tot de Papen gracht. Blijkt daarna de noodzakelijkheid of wenschelijkheid van het aanleggen van trottoirs in het Noordeinde, dan zal men daartoe on getwijfeld onmiddellijk overgaan. Het is alleen maar de vraag waarmede men beginnen zal en mijn aan de hand gegeven denkbeeld behoeft niet prijs gegeven te wor den, wegens het door u geopperde bezwaar. De Voorzitter. Ik heb gezegd, dat wij het Noordeinde te smal vonden om door den tram te worden bereden. Dit bezwaar zou ver vallen wanneer er trottoirs zjjn Een plan om daartoe over te gaan is indertijd door het sterk verzet der bewoners van het Noordeinde niet doorgegaan. Eerst zouden er trottoirs moeten liggen, eer ik het denkbeeld kon ondersteunen om in het Noordeinde met den stoom tram te rijden. De heer Van Hoeken. Ik zou alleen wenschen te vragen of in het voorstel ook begrepen is het leggen van dubbele rails of alleen en kel spoor. Dat heb ik niet goed in de toelichting kunnen vinden. Tegen enkel spoor bestaat bij mij geen bezwaar, maar wel tegen dubbel spoor, omdat dit zou dienen tot rangeeren. De Voorzitter. De bedoeling is enkel spoor te maken. Maar wanneer de tram van Voorschoten komt, houdt hij op voorbij den ingang van de Kweekschool. Nu moet de locomotief gelegenheid hebben om om te rijden, ten einde weder te komen voor den tram die naar Voorschoten vertrekt. Op dat punt zal derhalve een wissel worden gelegd, om de locomotief daarvoor de gelegenheid te geven. Overigens zal alles enkel spoor zijn. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel in stemming gebracht, wordt verworpen met 14 tegen 9 stemmen. Tegen stemden de heeren: Tieleman, De Sturler, Verster van Wul- verhorst, Van Reenen, Fockema Andreae, Du Rieu, Juta, Driessen, Zaalberg, Cock, Was, Kaiser, De Goeje en Koetser. Voor stemden de heeren: Le Poole, Van Lidth de Jeude, Alma, Van Hamel, Zillesen, Bool, Knappert, Van Hoeken en Hasselbach. V. Staat van af- en overschrijving op de begrooting van het Ge reformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (Zie Ing. St. n°. 45.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. VI. Voorstel tot regeling van de jaarwedden van de Inspecteurs van politie. (Zie Ing. St. n'. 47.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. VIL Verzoek van Mej. M. S. Altmann, om ontslag als derde on derwijzeres aan de school 3de kl, n°. 1. (Zie Ing. St. n°. 48.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming met ingang van 15 Maart een eervol ontslag verleend. VIII. Idem als voren van A. Vroom, als derde onderwijzer. (Zie Ing- St. n'. 55.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming met ingang van 1 April een eervol ontslag verleend. IX. Idem van den Directeur der Albuminefabriek, om een afvoer buis te leggen naar de Rijnsburgersingelgracht. (Zie Ing. St. n°. 50.) De heer Was. M. d. V.! Voor dat ik mijne stem aan deze voor dracht geef, zoude ik gaarne nog eenige inlichting ontvangen. In zijn adres zegt requestrant: »dat met het oog op de demping der Rijnsburgersingelsloot de spuibuis van den stoomketel der genoemde fabiiek, welke thans uitmondt in vermelde sloot, dient te worden verlegd."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1891 | | pagina 4