GEMEENTERAAD VAN LEIDEN, 1 i INGEKOMEN STUKKEN. N°. Leiden, 26 Februari 1891. Door de Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar Onderwijs is ons medegedeeld dat, naar hare meening, in de vacature van leerares in de handwerken ?aan de"IIoogerc Burgerschool voor Meisjes, ontstaan tengevolge van het hij Raadsbesluit van 5 Februari jl. aan Mej. R. H. C, Diest Lorgion verleend eervol ontslag, niet heter kon worden voorzien dan door de vaste benoeming van Mej. J. C. Schütt, die thans lj jaar als tijdelijke leerares in de handwerken is werkzaam geweest en de vereisehte bevoegdheid bezit. Met dit voorstel kunnen de Inspecteur van het Middelbaar Onder wijs en ons College zich vereenigen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging tot de be noeming van eene leerares in de handwerken aan de Iloogcre Bur gerschool voor Meisjes over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N#. 57. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 2228 Februari 1891. V. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 Febr. 22 68.15 7 16.2 2 23 6.8.15 8 160 3 24 68.30 7 16.4 4 9 25 6.8.15 8 I6.fi 5 9 26 6.8.15 7 16.2 6 9 27 6.8.30 8 16.0 9 28 68.15 8 160 N°. 54. Leiden, 28 Februari 1891. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van F. L. Cadcnau, heb ben wij de eer U mede te deelen, dat Jan Bakker, aangehuwde zoon van adressant, den 19den Januari jl. tot het Gymnasium is toegelaten en den 20sten Januari als leerling in de eerste klasse heeft plaats genomen. Het komt ons voor dat er termen bestaan niet het volle school geld aan den geheclen cursus in te vorderen, op grond waarvan wij Uwe Vergadering in overweging geven adressant vrijstelling of terug betaling te verleenen van schoolgeld voor genoemden leerling van het Gymnasium over het eerste kwartaal van den cursus 1890/91. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekende F. L. Cadenau, ambtenaar bij 's Rijks belastingen te Leiden, wonende in de gemeente Oegstgeest, Stationsweg nummer 5, dat hij bij deze beleefd ontheffing van 't schoolgeld vraagt, verschuldigd aan 't stede lijk Gymnasium alhier over het eerste kwartaal, zijnde de maanden September, October en November van het jaar 1890 voor zijn zoon Hendrik Jan Bakker, welke in de tweede helft der maand Januari 1891 alhier van elders op de school is toegelaten. Hopende aan mijn verzoek zal worden voldaan, heb ik de eer te zijn, UEdel-Achtbare Dw. Dr., F. L. Cadenau. N\ 55. Leiden, den 28 Februari 1891. Onder overlegging van nevensgevoegde stukken hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat er ook bij ons tegen de in williging van het verzoek van A. Vroom, om ontslag uit zijne be trekking van derden onderwijzer aan de openbare school der 3de klasse n°. 1, geene bedenkingen bestaan. Wij geven U derhalve in overweging aan adressant het gevraagd ontslag eervol te verleenen ingevolge zijn verzoek met ingang van 1 April a. s. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren. Wegens zijne benoeming tot onderwijzer te Amsterdam verzoekt ondergeteekende beleefd zoo mogelijk tegen 1 April a s. eervol ont slag als 3den onderwijzer aan de openbare school der 3de klasse n°. 1. Van Uwe Edelachlb. de Dw. Dn., Leiden, 26 Februari 1891. A. Vroom. Leiden, 28 Februari 1891. In antwoord op Uw apostille van gisteren, n°. 675, waarbij een verzoek van den 3den onderwijzer A. Vroom, om eervol ontslagen te worden uit zijne tegenwoordige betrekking tegen 1 April e. k., heb ik de eer U te berichten, dat bij mij geen bezwaar bestaat dit ver zoek toe te staan. De school verliest in den heer Vroom een der beste krachten, de kinderen een onderwijzer, dien zij beminnen. Den Heer Burg. der Het hoofd der O. S. 3de kl. n°. 1, gemeente Leiden. A. Van der Harst. N'. 56. Leiden, 2 Maart 1891. Wij hebben de eer U mede te deelen dat bij de op heden gehou den openbare aanbesteding van de levering van het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad voor den tijd van 5 jaren in gaande 15 April a. 's., alleen is ingeschreven door de tegenwoordige aannemers Gebroeders Muré, voor de som van f 1600 per jaar, terwijl thans de aannemingssom bedraagt 1500, welk bedrag dan ook op de begrooting voor dit jaar onder Volgn. 82 is uitgetrokken. Wij hebben mitsdien de beslissing omtrent de gunning aangehou den en geven Uwe Vergadering in overweging ons te machtigen het werk voor genoemd bedrag te gunnen, zullende te zijner tijd een voorstel tot verhooging van het betrekkelijk artikel der begrooting worden ingediend. Aan den Gemeenteread. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Moré.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1891 | | pagina 1