79
U
Zitting Tan Maandag 22 December 1890,
geopend, 's namiddags te twee uren.
Voorzitter: de Heer L. M. DE LAAT DE KANTER.
Te behandelen onderwerpen
1®. Beëcdigiog en installatie als lid van den Gemeenteraad van Dr.
Th. W. Van Lidth de Jeude.
2°. Benoeming van een Wethouder.
3°. Idem van drie leden der Commissie van Financiën en uit dezen
van den Voorzitter.
4®. Benoeming van eene leerares in de Engelsche taal aan de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes. (262)
5®. Idem van een lid der Commissie voor de Bewaarscholen. (264)
6®. Idem van een derden onderwijzer aan de school 3e klasse n®.
I. (272)
7°. Verzoek van de Gymnastiek- en Schermvereeniging »,Quickom
het gymnastieklokaal der school aan de Van-der-Werfstraat te
mogen gebruiken. (259)
8°. Verzoek van Dr. H. J. M. Boonacker om een lokaal der Kweek
school voor onderwijzers te mogen gebruiken voor het houden
van een cursus. (260)
9". Voorstel betrekkelijk het maken en herstellen van eenige bliksem
afleiders. (261)
10®. Idem tot aanschaffing van schoolbanken voor de school Brande-
wijnsteeg. (261)
11°. Verzoek van P. Ros, om een zerkje te leggen. (263)
12®. Voorstel tot verhooging van de jaarwedde van den Amanuensis
voor Natuur- en Scheikunde aan de Hoogere Burgerschool en
bet Gymnasium. (265)
13°. Idem betrekkelijk de vroeger aan de llollandsche Spoorweg-
Maatschappij verkochte gronden aan de Zijl. (266)
14°. Verzoek van J. Meijer Sr., om een sloep te leggen aan de Zon-
neveldsteeg. (267)
15®. Idem van Mevrouw de Wed. Sobels, om vrijstelling of terugbetaling
van schoolgeld Middelbaar en Lager onderwijs. (268)
16®. Voorstel betrekkelijk de verbetering en de verhuring van het
Schuttersveld. (269)
Tegenwoordig waren 26 leden, als de heeren: Verster van Wulver
horst. De Sturler, Tieleinan, Koetser, Zaalberg, Hasselbach, De Goeje,
Kaiser, Was, Driessen, Bool, Knappert, Zillesen, Juta, Du Rieu, Zaaijer,
Alma, Van Hamel. Schneither, Fockeina Andreae, Van der Breggen,
Van Reenen, Le Poole, Cock, Van Hoeken, Van Lidth de Jeude en de
Voorzitter.
Afwezig was met kennisgeving de heer Nijkamp.
De Voorzitter. Ik stel 't eerst aan de orde punt I van de agenda,
nl. de beëediging van den heer Van Lidth de Jeude.
De heer Van Lidth de Jeude legt thans de bij de wet gevorderde
eeden af.
De Voorzitter. Ik wcnsch den heer Van Lidth de Jeude geluk met het
blijk van vertrouwen dat de kiezers in hem hebben gesteld; ik
hoop dat hij veel voldoening zal hebben van de nieuwe betrekking,
die hij thans aanvaardt, waarbij ik den wenseh voeg dat zijne werk
zaamheden zullen strekken tot bevordering van de belangen onzer
gemeente.
(Teekenen van instemming.)
De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 11
December worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
Dispositie van de Gedep. Staten van Zuid-Holland, dd. 9/13 Decem
ber jl., B n°. 3936, (3e afd.) G. S., n®. 81, ten geleide van het goedgekeurd
Raadsbesluit tot afstand van grond van de Watersteeg aan A.
Somerwil Az.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van W. Van der Hoogt, om eene waterloozing te maken
naar de Uilcrstegracbt, voor perceel n®. 14.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
2°. Voordracht voor de benoeming van een derden onderwijzer aan
de school 3e klasse no. 3.
Wordt in de Leeskamer ter inzage nedergelegd.
Aan de orde is alsnu:
II. Benoeming van een Wethouder.
De Voorzitter. Mag ik de heeren Tieleman, Was en Fockema
Andreae verzoeken met mij het stembureau te willen uilmaken?
Gekozen wordt de heer Schneither met 15 stemmen; verder waren
nog uitgebracht op den lieer De Sturler 4 stemmen, op den lieer
Juta 2 stemmen, en op de heeren Driessen, Kaiser en Alma ieder
één stem; twee briefjes waren in blanco.
De Voorzitter. Is de beer Schneither bereid de benoeming te
aanvaarden
De heer Schneither. Ik ben zeer gevoelig voor het op mij uitge
brachte votum, en dank de heeren die daartoe hebben medegewerkt.
Ik verklaar mij bereid deze betrekking te aanvaarden.
De Voorzitter. Ik stel thans voor om over te gaan tot de benoe
ming van een ambtenaar van den Burgerlijken Sland. Wij hebben
deze niet op de agenda kunnen brengen, omdat de mogelijkheid be
stond, dat de nieuw te benoemen Wethouder niet in de Vergadering
aanwezig was, of zijne benoeming niet aannam.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Gekozen wordt de heer Schneither met 22 stemmen, terwijl vier
briefjes in blanco waren ingekomen.
De heer Schneither verklaart zieh bereid de benoeming te aan
vaarden.
Aan de orde is alsnu:
III. Idem van drie leden der Commissie van Financiën en uit dezen
van den Voorzitter.
Uitgebracht worden 13 stemmen op den heer Van der Breggen, 3
op den heer Zaaijer, 2 op den lieer Zillesen. en één stem op de
heeren: Le Poole, Was, Verster, De Sturler, Fockema Andreae, De
Goeje en Juta; één briefje was in blanco.
Daar niemand de volstrekte meerderheid verkregen had, moest tot
een nieuwe, vrije stemming worden overgegaan.
De heer Van der Breggen. M <1. V.! Wanneer liet hier een
stemming betrof tusschen twee of drie personen zou ik moeten zwij
gen, maar nu het een vrije stemming geldt, moet ik mijnen mede
leden verzoeken mijn naam niet op de briefjes in le vullen, daar ik
eventueel een benoeming niet zou kunnen aannemen, wegens mijne
vele en drukke werkzaamheden.
Uitgebracht worden alsnu: 8 stemmen op den heer Zaaijer, 6 op
den heer Verster, 4 op den heer Zillesen, 3 op den heer Juta, en 2
op de heeren Van der Breggen en De Sturler; één brielje was in
blanco.
Er moet thans een nieuwe stemming plaats hebben tusschen de
heeren Zaaijer en Verster van Wulverhorst.
De heer Verster vak Wolverhorst. M. d. V.?
De Voorzitter. Als ik den heer Verster even in de rede mag
vallen, zou ik gaarne het volgende willen opmerken. Ik onderstel,
dat de beer Verster zich wil uitlaten over het nl of niet aannemen
van eene evenlueele benoeming. Bij eene vorige gelegenheid heb ik
den leden van den Raad reeds eenmaal verzocht dit niet le doen
vóór den afloop der stemming, omdat anders een minder gewcnsclite
pressie op de leden wordt uitgeoefend. En ik meen om die reden
te mogen verwachten, dat de heer Versier van het woord, dat lijj
gevraagd heeft, zal willen afzien.
Uitgebracht worden alsnu: 19 stemmen op den heer Zaaijer, en 7
stemmen op den heer Verster.
De Voorzitter. Is de heer Zaaijer bereid zijn benoeming te aan
vaarden
De heer Zaaijer. M. d V.! Ik ben het geheel eens met het zoo
even door U gesprokene en daarom heb ik, vóór den afloop der
stemming, aan mijne medeleden niet verzocht hunne stem niet op
mij te willen uitbrengen.
Daar mijne talrijke bezigheden mij verbieden nog meer werk op
mij te nemen, ben ik verplicht onder dankzegging evenwel aau
mijne medeleden voor het in mij gestelde vertrouwen, voor de be
noeming tot lid der Commissie van Financiën te bedanken.
Er moet thans een nieuwe, vrije stemming plaats hebben.
Uitgebracht werden; 12 stemmen op den heer Zillesen, 5 op den
heer Juta, 3 op de heeren Du Rieu en Verster, één op de heeren
De Goeje en Tieleman; één briefje was in blanco.
Daar niemand de volstrekte meerderheid bod verkregen, moest er
een tweede vrije stemming plaats hebben.
Gekozen wordt alsnu de heer Zillesen met 16 stemmen; 4 stem
men waren uitgebracht op den beer Juta, 3 op den heer Du Rieu,
1 op den heer Tieleman, en 2 briefjes waren in blanco.
De Voorzitter. Is de heer Zillesen bereid zijn benoeming te aan
vaarden
De heer Zillesen. M. d. V,! Eveneens gedachtig aan den wenk
door U gegeven, heb ik de stemming niet willen vooruitloopen. Of
schoon zeer gevoelig voor het blijk van vertrouweu door mijne
medeleden in inij gesteld, zal ik toch voor die eer moeten bedanken.
En wel om twee redenen.
Ten eerste omdat ik geen genoegzamen tijd beschikbaar heb; en
ten tweede om den aard van den werkkring, die onder de tegen
woordige omstandigheden mij in geen enkel opzicht toelacht!
Er moet thans een nieuwe, vrije stemming plaats hebben.
Uitgebracht worden: 9 stemmen op den lieer Juta, 5 stemmen op
de heeren De Sturler, Zaalberg en Du Rieu, terwijl 2 briefjes in
blanco waren.
Niemand gekozen zijnde, moet er een tweede vrije stemming plaats
hebben.
De heer De Sturler. M. d. V.! Om lijd te besparen wcnschte ik
gaarne mijnen medeleden, die op mij gestemd hebben en anderen
die wellicht later op mij hunne stem willen uitbrengen mede te
deelen dat ik eene eventueele benoeming niet zal aannemen en wel
op de gronden die indertijd den lieer Was tot motieven dienden om
voor de benoeming lot lid der Commissie van I' inanciën te bedanken.
Ik onderschrijf die motieven nog ten volle.
Uitgebracht worden op den heer Juta 12 stemmen, 9 stemmen op
den lieer Zaalberg, 4 op den heer Du Rieu, I briefje was in blanco.
Bij de daarop gevolgde herstemming tusschen de heeren Juta en
Zaalberg worden uitgebracht op den beer Juta 16 en op den lieer
Zaalberg 10 stemmen, zoodat de heer Juta is benoemd.
De Voorzitter. Is de heer Juta bereid zijn benoeming te aan
vaarden?
De heer Juta. Ingevolge de woorden door u gesproken, toen de
heer Verster 't woord vroeg, heb ik gemeend bet stilzwijgen te
moeten bewaren, toen stemmen op mij werden uitgebracht.
Indien leden van den Raad lot eene betrekking worden benoema
is het veelal de gewoonte dat zij hunne medeleden dank betuigen
voor het beloonde vertrouwen. In afwijking van die gewoonte kan
ik m(jn dank niet beluigen, inderdaad ben ik mijne medeleden hoe-
genaamd niets dankbaar. Tot opheldering daarvan breng ik in her-
innering dat ik eenige jaren geleden geruimen tijd lid en daarna
voorzitter van de Commissie van Financiën geweest ben. Voor deze