98 onthèffen van de genoemde voorwaarde, met het oog op het be staand plan' de daarbij vermelde perceelen te vervreemden. Vermits er o. i. geen bezwaar tegen de inwilliging van dit ver zoek kan bestaan, geven wij Uwe Vergadering in overweging de voorwaarde bij raadsbesluit van 11 Mei 1861 gesteld dat de afge stane wateren en gronden uitsluitend moeten worden gebruikt tot den aanleg van den spoorweg in te trekken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden, Aan HH. Burg. en Weth. van Leiden. Bij acte dd. 5 Juli 1861 werden door ons van Uwe gemeente aange kocht de perceelen thans bij het kadaster bekend als: Gem. Uegstgeest, Sectie D, 240 water, groot 10 A., 60 c.A. i 241 dijk 6 70 242 water, 10 b 30 b Leiderdorp, AN 1853 huis, 57 1854 weiland, 44 53 b i bb 1855 water, b 74 b 30 b B B BB 1856 B B 18 B B B B BB 185 B B 18 B B te zamen 1 11 A 83 A„ liggende aan en in de Zijl nabij Uwe gemeente. Bij ons bestaat het voornemen al onze eigendommen nabij de Zijl, waarvan de bovengenoemde 8 perceelen een deel uitmaken, te ver vreemden. In de acte van verkoop is echter door Uwe gemeente de voor waarde gesteld, dat de verkochte gronden uitsluitend tot den aanleg van den spoorweg worden gebruikt. Daar de spoorweg LeidenWoerden niet door ons is aangelegd, is die voorwaarde niet nagekomen kunnen worden Wij hebben de eer U te verzoeken ons te willen berichten, of er by Uw Bestuur bezwaar bestaat ons van de bovengenoemde voor waarde te ontheffen. De Raad van Administratie, Amsterdam, den 10 December 1890. Th. W. Westerwoudt, President. W. Röell, Secretaris. N°. 267. Leiden, 15 December 1890. Na overleg met den voorzitter der Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering in overweging aan J Meijer Sr., vergunning te verleenen om een stoep te leggen voor het nieuw gebouwd huis Zonneveldsteeg, mits de rooiing te volgen van de bestaande stoepen der perceelen n#. 6, 14 en 15 en overeenkomstig aanwijzing van rooimeesters. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Edel-Achtb. HH. Burg. en Weth. der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: J. Meijer Sr., dat hij vóór zijn in aanbouw zijnde woon- en "winkelhuis, Zonne veldsteeg n°. 3, een stoep met stoeppalen wenscht aan te brengen, dat hij UEd.-Achtb. beleefd verzoekt daartoe vergunning te verleenen. Leiden, den 2 December 1890. 't Welk doende, J. Meijer Sr. N°. 268. Leiden, 15 December 1890. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van Mevr. de weduwe J. M. SobelsDe Haay, wonende onder Zoeterwoude, hebben wij de eer U mede te deelen dat geen bezwaar bestaat tegen het verleenen van vrijstelling of terugbetaling van schoolgeld wegens verandering van woonplaats voor haar zoon. leerling der Hoogere Burgerschool voor Jongens, die de school op 13 December jl. beeft verlaten, op grond van het raadsbesluit op de heffing van schoolgeld voor hel Gymnasium en de Hoogere Burgerscholen van 14 October 1886 (Gem- blad n°. 1 van 1887), krachtens welk de Gemeenteraad in bijzondere gevallen kan bepalen, dat het schoolgeld slechts verschuldigd zal zijn lot het einde van het kwartaal waarin het vertrek van den leerling plaats heeft. Van terugbetaling van schoolgeld voor de kinderen, leerlingen der openbare scholen, kan echter geen sprake zijn, vooreerst omdat de verandering van woonplaats eerst is geschied in de laatste maand van het kwartaal en vervolgens omdat de adressante niet in de ge meenle Leiden woonachtig was en krachtens het raadsbesluit van 13 October 1887 (Gein blad n°. 1 van 1888) alleen gedeeltelijke terug gave of kwijtschelding kan worden verleend aan ouders of die ben vervangen, welke tusseheulijds de stad metterwoon verlaten of zich in de gemeente vestigen. V\ij geven Uwe Vergaderidg mitsdien in overweging; 1°. aan adressante wegens verandering van woonplaats vrijstelling of terugbetaling van schoolgeld te verleenen voor baar zoon, leerling der Hoogere Burgerschool voor Jongens, over de laatste twee kwar talen van den cursus 1890/91, 2°. afwijzend te beschikken op het verzoek voor zooveel betreft het schoolgeld lager onderwijs. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan de Edel-Achtbare HH. Burg. en Weth. der stad Leiden. Geeft met gepasten eerbied te kennen, de ondergeteekende, dat zij half December in Amsterdam gaat wonen en daarom UEd. Achtbaren beleefd verzoekt om vrijstelling van schoolgeld, voor haar zoon Jan Leonard op de Hoogere Burgerschool, voor haar zoon Frederik Hen drik op de school van den heer Japikse, voor hare dochter Margareta Lucretia op de school van den heer Van Dijk. Soeterwoude, 10 December 1890. 't Welk doende, Mevr. Wed. J. M. SobelsDe Haat. N°. 260. Leiden, 15 December 1890. In de Memorie van Antwoord op het Verslag van het verhandelde in de sectiën omtrent de ontwerp-begrooting voor dit jaar werd door ons het een en ander medegedeeld omtrent de onderhandelingen met de militaire autoriteit over de verbetering van het Schuttersveld in verband met den afloop van het huurcontract met het Rijk met uit. December 1890, terwijl de betrekkelijke stukken in de Leeskamer werden gelegd ter inzage van de leden. Wij kunnen U thans mede deelen dat voorloopig is overeen gekomen dat het achtergedeelte van het veld langs den Maredijk op de schetsteekcning aangeduid met B, zal worden gedraineerd met polbuizen en uitsluitend worden bestemd voor de oefeningen der Infanterie en dat tevens het voornemen bestaat om het voorgedeelte, aan den Rijnsburgersingel, aangeduid met letter A, te doen ophoogen een en ander voor rekening van de gemeente, zijnde de kosten ge raamd op 8200. Wat de ophooging betreft hebben de aannemers van de werken behoorende tot de vaartverbetering tusschen Rijn en Schie, de heeren Schuyt en De Ruyter zich bereid verklaard hun aanbod in het voor jaar gedaan alsnog gestand te doennl. het gedeelte A van het Schuttersveld op te hoogen tot A. P., het maken van 3 puinstrooken loopende door het land van Noord naar Zuid ter breedte van 1.80 M. en ter hoogte van 0.90 M., het terrein te ontzoden en de zoden op het verhoogde gedeelte weder te plaatsen, zonder bijlevering van zoden, voor dé som van f 7034, op voorwaarde dat zij tijdelijke slooten mogen maken op de plaats der latere puinstrooken, zoodat zij den grond per schuit kunnen aanvoeren en op verschillende pun ten lossen. De grond welke zij daarvoor bestemmen is gedeeltelijk gegraven grond, gedeeltelijk gebaggerd en bestaat blijkens plaatselijk ingesteld onderzoek, grootendeels uit zand en voor een ander deel uit blaauw zand en leem gemengd. Het komt ons voor dat deze grond voor het doel geschikt is, mits de meer zuivere zandgrond en de gemengde grond door elkander verwerkt worden. Blijkens ontvangen bericht van de militaire autoriteiten kan even tueel bij het aangaan van eene nieuwe huurovereenkomst het terrein voor de werkzaamheden aan de ophooging verbonden lot 31 Mei 1891 beschikbaar worden gesteld. De aannemers rekenen er op in Maart a. s. met het werk te kunnen beginnen, ten einde in het laatst van Mei het veld geheel gereed en bezood op te leveren, terwijl een deel van het veld reeds vroeger zal kunnen gebruikt worden. Mocht de weêrsgesteldheid in de wintermaanden bet toelaten, dan zal vroeger kunnen begonnen worden. Intusschen kan met het draailieren van het gedeelte B, dat alleen voor de Infanterie en niet voor de bereden wapens is bestemd, reeds vroeger een aanvang worden ge maakt en dat werk in 10 weken tijds voor gebruik gereed gemaakt. Blijkens ontvangen bericht van den Garnizoenscommandant is de Minister van Oorlóg bereid het Schuttersveld wederom op de bestaande voorwaarden te huren voor een tijd van 15 jaren en tegen een huur prijs van f 550 per jaar, mits de plannen voor het draineeren van het gedeelte B, bevorens aan de goedkeuring van Z. E. worden onderworpen. Het komt ons voor dat het aanbrengey van de voorgestelde verbe teringen in het werkelijk belang is der gemeente, aangezien het bezit van een aan de behoeften voldoend exercitieveld ten behoeve van het Garnizoen en de Schutterij dringend wordt vereischt, terwijl het terein alsdan mede voor volksfeesten beter geschikt zal wezen en eventueel ook voor bouwgrond. Thans kan tengevolge van de bereidwilligheid van het Provinciaal Bestuur om, zooals in de Memorie van Antwoord, door ons reeds werd medegedeeld, in het bestek voor de werken der vaarlverbetering de bevoegdheid voor te behouden aan de aannemers, de verplichting te kunnen opleggen om ongeveer 25000 kubieke meters grond te bergen op het Schuttersveld, de ophooging voor betrekkelijke geringe kosten geschieden, terwijl bij andere omstandigheden daarvoor minstens 20000 zoude benoodigd wezen. De aannemers zijn bereid het werk uit te voeren voor /'7034, ter wijl voor de bijlevering van zoden en onvoorziene werken ongeveer J 400 kan worden geraamd, zoodat de geheele ophooging slechts eene uitgaven van 7400 zal vorderen. Eene dergelyke aanbieding zal niet licht weder voorkomen. Voor het draineeren van het gedeelte B langs den Maredijk met pothuizen wordt een som van 800 noodig acht. Het voornemen bestaat het land in twee Bsystemen" te verdeden, daar bij één systeem (een net van buizen met één uitloop) niet genoegzaam helling te ver krijgen is. Met het oog verder op de blijvende verbetering aan het veld aan te brengen meenen wij dat de uitgaven bebooren te worden gevonden uit de Buitengewone Ontvangsten Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging te besluiten, 1° dal voor rekening der gemeente het achtergedeelte van het Schuttersveld langs den Maredijk zal worden gedraineerd waarvan de kosten zijn geraamd op f 800, zoodra de daarvoor opgemaakte plannen de goedkeuring van ZEx. den Minister van Oorlog zullen hebben erlangd, 2°. dat het voorgedeelte van het Schuttersveld aan den Rijnsbur gersingel voor rekening van de gemeente zal worden opgehoogd, waarvan de kosten worden geraamd op f 740», 3°. dat de kosten daarvoor, geraamd op 8200, zullen worden ge vonden uit de Buitengewone Ontvangsten (opbrengst van geldleening), 4°. ons college te machtigen bet Schuttersveld ten behoeve van de exercitiën van het Garnizoen te verhuren aan hel Rijk voor den tijd van 15 jaren, gerekend te zijn ingegaan op 1 Januari 1891. voor een huurprijs van f 550 per jaar, onder bepaling dat liet achtergedeelte B alleen mag gebruikt worden voor de oefeningen van de Infanterie en met de bevoegdheid voor de gemeente om bet beweiden en be- grazen van het land te verpachten, mits daardoor geen hinder worde veroorzaakt aan de exercitiën van het Garnizoen en om het land te gebruiken voor de oefeningen van de Schutterij eii voor openbare volksfeesten of volksvermakelijkbeden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1890 | | pagina 3