71 niet aan om stukken hardsteen hier van daan te nemen en daar weder neder te leggen. Om dit aan te toonen zou ik de heeren moeten uilnoodigen mij te vergezellen naar de visehmarkt. De hard steen platen der tafels moeten worden afgebroken, er moeten waar schijnlijk gaten of sponningen worden ingehakt, onzuivere kanten af gehakt en pasklaar gemaakt worden voor de nieuwe verdeeling, nieuwe draagstoelen gemaakt, geen houten, want die zijn juist de oorzaak dat de hardsteenen tafels zijn gebroken; en dit alles bij elkander kan zeker wel een verschil in de raming uitmaken van 150 200. De heeren oordeeien veel te lichtvaardig over de zaak. De heer Van Hoeken. M. d. VIk zal mij niet als deskundige opwerpen, maar ik heb mjj persoonlijk van den toestand overtuigd, en ben het met den heer Hasselbach eens dat de onderliggers waarop de tafels rusten, zijn vergaan en deze derhalve moeten worden ver vangen. Nu meen ik echter dat hij ook heeft gezegd, dat de tafels zullen worden verplaatst Is dit het geval, dan heb ik nog al bezwaar om met het voorstel mede te gaan, want dan zullen wij de f 500 zeker wel noodig hebben. Blijven zij op de oude plaats dan zullen wij denkelijk wel onder de raming blijven. Ik zou dus gaarne ver nemen of de banken blijven op de. plaats waar zij zijn. ja dan neen. De heer Fockema Andreae. M d. V.Ik wensch den heer Hassel bach even te antwoorden dat ik zeker niet gaarne een lichtvaardig oordcel uitspreek Blijkbaar heeft de heer Hasselbach eene geheel andere opvatting van het begrip lichtvaardig dan ik. Wanneer de Raadsleden in dergelijke gevallen maar dachten: ik heb er geen ver stand van, ik zal dus maar vóór stemmen dan zou dit eene licht vaardige wijze van handelen zijn Het vragen van inlichtingen is juist een bewijs van niet lichtvaardigheid. Zou men na verkregen in lichtingen van een deskundige zeggen, ik weet het beter dan die deskundige, dan zou dit zeker lichtvaardig zijn. Na de verkregen inlichtingen van den heer Alma behoef ik althans niet lichtvaardig mijne slem uit te brengen. De heer Du Rieu. Ik dank den heer Hasselbach voor het licht dat hij ontstoken heeft. Toen de op houten palen bevestigde planken, die door het sly pen der messen door de vischvrouwen erg zijn uitgesleten, zijn vernieuwd, zeide men, omdat het zooveel kostte, ja, maar nu krijgen wij ook ijzeren voeten waarop hardsteenen tafels zullen rusten, en zal er niets meer te repareeren vallen. Nu zegt men weder dat de houten onderliggers zijn verrot en dat de hartsteenen tafels nu direct op ijzeren stoelen zullen moeten rusten lk vind dit alles goed, ik kan daarover niet oordeeien. maar wil men van de markt iets anders maken, eerst door het veranderen der tafels voor 500, dan maken van een hek, dat ook 500 of meer zal kosten, later wellicht door het plaatsen van een afdak, dan zeg ik dat zoo iets eigenlijk op eene begrooling had moeten gezet worden. Ik zal thans alleen stemmen voor de noodzakelijke veranderingen, een doelmatige bevestiging van de steenen tafels op ijzeren stoelen op dezelfde plaats. De heer De Sturler. lk wilde gaarne aan den heer Hasselbach eene vraag doen. Hij heeft indertyd zelf beweerd, als tenminste mijn ge heugen mij niet bedriegt, dat de Korenbeurs eene geschikte plaats voor de visehmarkt zoude zijn. Nu de kans bestaat dat behalve de verplaatsing der tafels, later wellicht ook voorstellen zullen worden gedaan om een hek en afdak aan te brengen, zou ik ernstig in over weging willen geven dat de Commissie van Fabricage de mogelijkheid onderzoekt om de Korenbeurs tot visehmarkt in te richten. Mijns inziens zou de Korenbeurs daarvoor eene geschikte gelegenheid zijn. De heer Hasselbach. M." d. V.! Het verplaatsen van de stoelen is noodzakelijk niet alleen om de richting te veranderen, maar ook om ze beter te doen beantwoorden aan hel doel. Er zijn nu houten onderliggers die verrot zijn, en nu moeten die liggers waarop de steenen tafels rusten worden losgemaakt. De heer Driessen. M. d. V.! Een enkel woord slechts om den wensch uit te spreken, dat men nooit een der schoonste punten van de stad, de Korenbeurs, zal gaan bederven door er eene visehmarkt van te maken. De heer Van Hoeken verkrijgt voor de derde maal het woord M d V Ik dank den heer Hasselbach voor zijne inlichtingen, maar ik ben er niet veel wijzer door geworden Ik wensch juist geene verplaatsing van de stoelen, dan zullen de kosten veel minder zijn. De plaats waar zij nu slaan is goed, en men kan de houten onder liggers waarop de tafels rusten even goed vervangen door ijzeren, zonder dat de stoelen behoeven verplaatst te worden. De heer Hasselbach. M d. V Ik heb alleen willen zeggen dat de houten onderliggers moeten vervangen worden door ijzeren. Nu zegt de lieer Van Hoeken dat dit even goed kan geschieden wanneer de°stoelen op hun plaats blijven, dal kan ook wel, maar dan zal het zeker veel meer geld kosten. Het verplaatsen der stoelen zal veel minder kosten, dan hel gaten boren enz De Voorzitter. In de eerste plaats wensch ik de vraag van den heer Van Hamel te beantwoorden, of het niet mogelijk zou zijn de Korenbeurs tot Visehmarkt te bestemmen Dat denkbeeld is meer malen besproken, maar ik ben het met den lieer Driessen geheel eens, dat het zeer afkeurenswaardig zoude zijn omdat de Korenbeurs een der schoonste punten van de stad is. Wordt de zaak nu uitgesteld, dan beslaat er veel kans dat de tafels op de Visehmarkt langzamerhand alle den weg zullen opgaan van de eerste; wil men derhalve in het belang der Visehmarkt handelen, dan is aanneming van ons voorstel alleszins gewenscht. Wat de heer Du Rieu in het midden heeft gebracht, behoort zeker tot den praehistorischen tijd; zoolang ik in de gemeente ben is eene verandering als waarvan de heer Du Rieu sprak aan de tafels niet aangebracht. Langzamerhand zijn de houten onderliggers verrot, waardoor som mige tafels zijn gebroken en nu moeten worden vernieuwd. En nu is het zeer wenschelijk. de ruimte van de Visehmarkt blijft toch groot genoeg, otn de banken zoo te plaatsen dat er altijd later een hek om heen kan gezet worden; daaroverheen klimmen zal toch niet zoo gemakkelijk gaan, en de tafels zullen dan minder beschadigd worden. Wat de kosten van zulk een hek betreft, ik heb daarvoor f 500 en 1000 hooren ramen. Zooals gewoonlijk ligt ook hier de waarheid in 't midden; die kosten zijn geraamd op f 750. Wij stellen evenwel niet voor om dit hek thans aan te brengen; de heeren kunnen er gerust nog een nacht op slapen. Er wordt nu alleen maar het noodige gevraagd om de banken te herstellen. De heer Cock. M. d. V.! Maar waarom moet nu de richting der banken worden veranderd? De Voorzitter De richting wordt niet veranderd. Een rij gaat er uit, en de drie andere rijen worden eeuigszins verplaatst voor de symelrie. De ruimte der Visehmarkt wordt dan in drieën verdeeld, zooals thans in vieren. De heer Van Hamel M. d. V.! Ik wensch nog even te antwoor den op de opmerking van den heer Driessen dat de vervorming van de Korenbeurs tol Visehmarkt de stad zoude ontsieren Dat hangt geheel van het plan van verbouwing af, de veranderingen aan de Korenbeurs zouden, dunkt mij, ook niet zoo groot daarvoor behoeven te zijn. Het komt mij voor dat er heel weinig mede verloren zoude zijn, wanneer wij de beslissing een 4 dagen uitstelden; inmiddels zou het Dagelijkse!) Bestuur eens met den gemeente-architect van ge dachten kunnen wisselen in hoeverre de zaak mogelijk was. Ik zal daartoe geen voorstel doen, maar ook met het oog op de uitgaven die waarschijnlijk een gevolg zullen zijn van de aanneming van het voorstel van Burg. en Wetb., legen dat voorstel stemmen. De Voorzitter. Wanneer de heer Van Hamel meent dat wjj in 14 dagen een voorstel kunnen indienen tot verplaatsing van de Visehmarkt naar de Korenbeurs, dan vergist hij zich. De architect kan in 14 dagen geen plan gereed maken, en Burg. en Welh. dit niet in 14 dagen overwegen en voor de behandeling gereed maken. De banken hebben reparatie noodig; geschiedt deze niet dan loopt men de kans dal de rest ook zal breken. Daarop komt het neer, en dan zal men er zeker met geen f 500 afkomen. De heer Van Hoeken vraagt en verkrijgt voor de vierde maal het woord. M d. V.! De heer Hasselbach heeft zooeven gezinspeeld op een zuinig beheer. Wat bedoelde hij daarmede? Mijne bedoeling om de banken niet te verplaatsen strekt juist om een zuinig beheer te bevorderen. Wanneer men de drie rijen banken verplaatst, zal dit meer kosten dan wanneer men ze op dezelfde plaats laat staan, lk geef derhalve der Commissie van Fabricage in overweging om de drie rijen banken te laten staan en alleen de achterste rij weg te nemen. Dit zal zeker wel eene bezuiniging geven van j 100, ik zal evenwel niet legen het voorstel stemmen omdat vernieuwing nood zakelijk is. De Voorzitter. Dan zal er door die 100 minder uit te geven eenvoudig een misstand veroorzaakt worden. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burg. en Weth. in stemming gebracht, wordt aangenomen met 20 tegen 3 stemmen. Tegen stemden de heeren: Van Hamel, Cock en Verster. XIII. Verzoek van Mej. P. J. Van Eclde, om ontslag als lecrares in de Engelsche taal aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (Zie Ing. St. n°. 238.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming met ingang van 1 Januari 1891 een eervol ontslag verleend. XIV. Idem als voren van A. De Geus, als derde onderwijzer aan de school 3de klasse n®. 1. (Zie Ing. St. n®. 239.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming met ingaug van 1 December een eervol ontslag verleend. Niemand verder het woord verlangende, wordt de vergadering ge sloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Muré.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1890 | | pagina 7