29 N°. N°. in Januari jl. alhier lieeft gevestigd en zijn zoon sedert dien tijd de Hoogere Burgerschool bezocht. Wij geven U mitsdien in overweging aan adressant vrijstelling te verleenen van de betaling van schoolgeld voor zijn zoon, leerling der Hoogere Burgerschool voor Jongens, over het eerste kwartaal van den cursus 1 «89/90. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met de meeste bescheidenheid te kennen Marinus Christiann Koning, Procuratiehouder bij de firma W. Ycrschuyl en C°. alhier, dat hy wegens het bijwonen der lessen van zijn zoon aan de Iloogere Burgerschool alhier over het dienstjaar 1889/90 is aange slagen voor het volle schoolgeld ad f 60, dat hij zich echter nu vóór begin Januari metterwoon alhier heeft gevestigd. Reden waarom adressant beleefd verzoekt hem ontheffing te ver leenen van één kwartaal schoolgeld. Leiden, 1 April 1890. Oude Heerengracht 5. 't Welk doende, M. C. Koning. N°. 81. Leiden. 21 April 1890. Ten aanzien van nevensgaand verzoek van C. B. Ootmar, om ont heffing van de betaling van schoolgeld hebben wij de eer U mede te deelen dat de zoon van adressant de Hoogere Burgerschool op 30 Maart jl. heeft verlaten wegens voortdurende ongesteldheid, zoodal er, onzes inziens, wel termen bestaan op het verzoek gunstig te beschikken. Wij géven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressant vrijstelling te verleenen van de betaling van schoolgeld voor zijn zoon vroeger leerling van de Hoogere Burgerschool over hel laatste kwartaal van den cursus 1889/90. Aan den Gemeenteraad. Burg en Weth. van Leiden. Aan HIL Burg. en Weill, van Leiden. EdelAchtbare Ileeren Geeft met verschuldigdcn eerbied te kennen Cornelis Bernardus Ootmar, dat zijne zoon Gustaaf Adolf met primo April 1890 de Hoogere Burgerschool alhier verlaten heeft. Redenen waarom requestrant beleefd verzoekt, restitutie te mogen ontvangen van het te veel betaalde schoolgeld 'l Welk doende, Leiden, den 16 April 1890. C. B. Ootmar. N®. 82. Leiden, den 21 April 1890. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering te be richten dat zij geene bedenkingen heeft tegen den ten fine van onder zoek iri hare banden geslelden suppletoiren slaat van begrooting van de Stedelijke Werkinrichting alhier, voor het jaar 1889, sluitende in ontvangst en uilgaaf tot een totaal bedrag van f 677.7 Is, weshalve zij U voorstelt dien goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 83. Leiden, den 21 April 1890. De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten, dat zij de rekening van de Plaatselijke Schoolcommissie, dienst 1889, heeft onderzocht. Vermits dat onderzoek tol geene bedenkingen heeft geleid, stelt zij U voor die rekening goed te keuren, in ontvangst en uitgaaf ad 164.10 alzoo sluitende quite. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N®. 84 LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 30 Maart—5 April 1890. N°. 86. Leiden, 23 April 1890. Ten aanzien van nevensgaand verzoek van K. Boorsma hebben wij de eer U mede te deelen dat Simon Eliza Boorsma in Juli 1884 toe gelaten tot de eerste klasse van het Gymnasium, in Juli 1889 bevor derd tot de zesde klasse, den 23 October 1889 voor het eerst wegens ongesteldheid de lessen heeft verzuimd en sedert den 2en November 1889 om dezelfde reden de lessen in het geheel niet meer heeft kunnen volgen. Hel komt ons voor dat er uil dien hoofde alleszins termen bestaan om in dit geval niet het schoolgeld over het gehecle jaar te heffen, op grond waarvan wij Uwe Vergadering in overweging geven aan adressant vrijstelling te verleenen van de betaling van schoolgeld voor zijn zoon, leerling van het Gymnasium, over de laatste drie kwartalen van den cursus 1889/90. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Wel-Ed,Achtb. Raad der gemeente Leiden. Heeft met verschuldigde hoogachting de ondergeteekende, hoofd onderwijzer te Katwijk aan Zee, de eer kennis te geven, dat zijn zoon Simon Eliza, oud 17 jaar in Juli A° P° werd bevorderd van de Se tot de 6c klasse van het Gymnasium te Leiden; genoemde jongeling ter nauwernood twee maanden van den thans loopenden cursus aan de lessen heeft kunnen deelnemen, daar eene zware ziekte in de laatste dagen van October jl. hem aantastte; eene ziekte, waaraan hij sedert dien tijd lijdende bleef en die nog meer en meer zijne krachten ondermijnt, zoodat daarvan het ergste is te vreezen en hij in alle gevallen dit jaar het Gymnasium niet zal kunnen bezoeken; Waarom ondergeteekende de vrijheid neemt tot uwe geachte Vergadering het beleefd verzoek te richten, dat het U, WelEd Achtb. Hceren! moge behagen hem, ondergeteekende te willen ontslaan van de verplichting tot het betalen van het schoolgeld der 3 laatste kwartalen van den cursus 1889/90. Hopende, dat uwe welwillendheid in dezen voor ondergeteekende een gunstig besluit zal doen nemen, heeft hij de eer zich met hooge achting te noemen WelEd.Achtb. Ileeren Uw. dw. dienaar, K. Boorsma. Katwijk a/Z„ den 20 April 1890. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 Maart 30 0 30—8.30 7 170 2 31 6 30—8.30 8 16 8 3 April 1 6.30—8.30 7 17.0 4 2 6.30—8.13 8 17 0 5 3 6 30-8.15 7 16.8 4 6 30—8.30 8 16.7 7 5 6.30-830 8 16.7 N° 85. LICHTSTERKTE Resultaten der waarnemingen aan c e Gasfabriek te Leiden van 6 12 April 1890 Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 April 6 6 45-8.30 7 16 7 2 7 6.45-8.30 8 16.4 3 8 6.45—8.45 7 16.4 4 9 6 45—8.30 8 16 5 5 10 6.45—8.30 7 16 4 6 11 6.45—8.45 8 16.4 7 12 6.45—8.45 8 16 5 N®. 87. Leiden, 21 April 1890. Wij hebben de eer U mede te deelen dat in het laatst van het vorig jaar door de Directie van de Albumincfabriek houten loodsen zyn geplaatst aan den Rijnsburgersingel in strijd met art. 221 der Algemeene Politieverordening, krachlens welke bepaling gebouwen binnen deze gemeente niet mogen worden opgericht dan met steenen gevel en steenen zijwanden cn niet anders dan met pannen, leien, tegels of andere niet brandbare stoffen gedekt mogen zijn, terwijl van deze bepaling de Gemeenteraad ontheffing kan verleenen. Wij hebben alstoen de üirectie^voornoemd uitgenoodigd de vereiselite vergunning alsnog aan te vragen met overlegging van eene scliets- teekening, waaraan door den belanghebbende bij nevensgaande adressen is voldaan. Blijkens het door den Voorzitter der Commissie van Fabricage in gesteld onderzoek bestaat tegen het behouden der gebouwen geen bezwaar, mits eene schutting worde geplaatst ten genoege van Burg. en Weth., ten einde eene ontsiering van den Singel te voorkomen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging de gevraagde ontheffing van de bepalingen van art. 221 der Algemeene Politie verordening tot wederopzeggens te verleenen onder de voorwaarde bovenvermeld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan HH. Burg. en Weth. der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigdcn eerbied te kennen de ondergeteekende Abclius Philippus Van der Ploeg, in zijne qualileit van Hoofddirecteur der alhier gevestigde Naamlooze Vennootschap «Nederlandsche Albu mincfabriek, dat hij; ontvangen het extract uil de Notulen gehouden ter kamer van Burg. en Weth der gemeente Leiden, dd. 12 December 11., alsnog aanvraagt eene schuur (bergplaats) met houten wanden te mogen hebben op het terrein der vennootschap voornoemd. Dat deze schuur geheel geiaolcerd is van alle belendende pcrceelen cn ook tegen eigen gebouwen niet aansluit doch veel meer geheel vrij op het terrein is opgetrokken. Redenen waarom hij U eerbiedig verzoekt de in alinea 2 van art. 221 der Algemeene Politieverordening bedoelde ontheffing te willen verleenen. Leiden, 27 Deeember 1889. 't Welk doende enz., A. P. Van der Ploeg. Aan I1II. Burg. en Weth. der gemeente Leiden. Geeft met gepasten eerbied te kennen de ondergeteekende Abclius Philippus Van der Ploeg in zijne qualiteit van Hoofddirecteur der alhier gevestigde Naamlooze Vennootschap »Nederlandsche Albumine- fabrick, dat hij op het terrein der vennootschap voornoemd ten behoeve van eene voorgenomen uitbreiding der fabriek zou wenschen te plaatsen een gebouw aansluitende aan de bestaande fabriek. Redenen waarom hij ingevolge liet bepaalde in art. 218 der Bouw- politie voor de gemeente Leiden hiervan aan Uw College kennis geeft onder overlegging van het hierbij gevoegde plan. 't Welk doende enz A. P. Van der Ploeg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1890 | | pagina 3