9 Zitting van Donderdag 13 Februari 1890. geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitter: de Heer L. M. DE LAAT DE KANTER. Te behandelen onderwerpen: 1°. Benoeming van een Commissaris der Stedelijke ('.asfabriek. (27) (De voordrachten bestaan uit de lieeren Zillesen en Aima en de heeren De Goeje en Zaaijer.) 2°. Verzoek van J. Van Lelyveld, om terugbetaling van schoolgeld, lager onderwijs. (23) 3°. Verzoek van L. Van Duuren, om een sloep te leggen aan de Oude Vest n°. 161. (24) 4°. Idem van J. J. C. Klijnée, om een keldergat te maken in de stoep Noordeinde n°. 27a. (24) 5°. Voorstel tot onderhandsche verhuring van het beweiden van het Schuttersveld. (26) 6®. Idem om aan het Collegium vergunning te verleenen bet Park te gebruiken als Feestterrein voor de aanstaande Lustrumfeesten en het Feestgebouw te plaatsen aan de zijde van de Raamsteeg lusschen de beide schoollokalen. (28) 7®. Verzoeken van F. 0. De Vries en A.Verhoog Jzter bekoming van grond aan de Gedempte Voldersgracht. (18) 8°. Tweede Suppletoir Kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1889. (26) 9'. Voorstel tot wjjziging van de Instructie van den lector in de ver loskunde. (30) Tegenwoordig waren 24 leden, als de heeren: Le Poole, Van Reenen, Van der Breggen, Fockeraa Andreae, Schneilher, Van Hamel, Alma, Zaaijer, Du Rieu, Juta, Zillesen, Knappert, üriessen. Was, Kaiser, De Goeje, Hasselbach, Zaalberg, Koelser, Tieleman, Cock, Van Hoeken, De SlurJer, Verster van Wulverhorst en de Voorzitter. Afwezig waren met kennisgeving, de heeren: Bool en Van Butlingha Wichers wegens ongesteldheid, en de heer Nijkamp wegens ambts bezigheden. De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 23 Januari worden gelezen en goedgekeurd. De heer Cock komt ter Vergadering. De Voorzitter deelt mede: 1°. Dispositie van de Gedep. Staten van Zuid-Holland, dd. 28 Januari/1 Februari jl., B. n®. 148, (3eafd.) G. S., n®. 64/1, ten geleide van het goedgekeurd Raadsbesluit tot verhooging van de begrooting dienst 1889, in ontvangst en uitgaaf met 13971.51 en f 10000, (overbrenging van den dienst 1888 op 1889 van nog te voldoene uitgaven en kosten oprichting van een kunstzaal.) 2°. Dispositie als voren dd. 28 Januari/f Februari jl. B., n°. 148, (3e afd.) G. Sn°. 64/1, ten geleide van het goedgekeurd Raadsbesluit tot voldoening van een bedrag van 13971.51 uit den post voor Onvoorziene Uitgaven op de begrooting, dienst 1889. 3®. Missive van de Gedep. Staten van Zuid-Holland, dd. 4/8 Februari jl., G. S., no. 11/2, ten geleide van de afwijzende beschikkingen op de reclames van N. P. Visser en C. T. Steffelaar tegen hunnen aanslag in de Plaatselijke Directe belasting, dienst 1889. Worden voor kennisgeving aangenomen. 4°. Missive van Spinoza waarbij in overweging wordt gegeven de Gehoorzaal te plaatsen op de Beestenmarkt. Deze Missive is van den volgenden inhoud: Aan EdelAchlb. HH. Burg. en Welh. en overige Leden van het Gemeentebestuur te Leiden. Bij de vele plannen en besprekingen over de Gehoorzaal ben ik zoo vrij ook nog een voorstel te doen. Het is wel wat vreemd en gaat met eenige moeielijkbeden gepaard, doch die zijn te overkomen. Indien men eens tot standplaats van de Gehoorzaal koos, de tegen woordige Beestenmarkt, daar kan men bouwen zoo groot als men ver kiest en des noods kan van het daar zeer brecde water gedempt worden zoo veel als men noodig heeft. De voordeelen daaraan verbonden zijn 1°. geen aankoop van per- ceelen; 2°. alle ruimte om het gebouw zoo symmetrisch mogelijk te maken; 3®. een fraai aanzicht bij het inkomen der stad; 4®. zeer ge makkelijk voor vreemdelingen, om des avonds niet verre verwijderd te zjjn van het spoor; 5°. de nabijheid van ruim water in geval van brand. Maar wat dan te doen met de marktdagen die daar worden ge houden? Vooreerst kan men behalve de gedempte IJzeren Gracht ook de geheele gedempte Langegracht daarvoor inrichten, de palen van de Beestenmarkt daarheen verzetten en dan is er altijd nog wel wat plaats over op de nu genaamde Beestenmarkt. En dan de kermis? Vooreerst blijft er voor dien tijd wel eenige plaats over op de nu beslaande Beestenmarkt voor een of andere groote tent (de handel in vee is dan zoo levendig niet), broedertjes- kramen en dergelijke kunnen b. v. in twee rijen gesteld worden op de Hooglandsche Kerkgracht of Hooigracht. Er zijn pleinen genoeg om zoo het een en ander le plaatsen. Door dien maatregel behoeft geen Waalsche kerk, geen 's Graven- stein te worden weggenomen, de plaats der gewezene Gehoorzaal kan best voor iets anders worden ingericht en men bespaart vele gelden. Wie nu de schrijver van bovenstaande regels is, doet niets ter zake, als het maar mag leiden tot een goeden uitslag. EdelAchtbare Heeren, bedenkt eens dit plan en wcest niet te over- i haastig om het te verwerpen, omdat er nog al ingrijpende veranderingen 1 mede gepaard gaan. Met hoogachting, Leiden, 23, 1, 1890. Spinoza. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten dit stuk, als zijnde niet onderteekend, te deponeeren. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoeken van A. Van der Slot en K. Warmenhoven te Noord- wijkerhout, ter bekoming van grond langs de Haarlemmertrekvaart voor de oprichting van een losplaats. 2 Verzoek van het Bestuur der Scherm- en Gymnasliekvcrecniging «Indhra", om nog één uur per week gebruik te mogen maken van het Gymnastieklokaal der Hoogere Burgerschool voor Meisjes. 3 Verzoek van P. J. Hartevelt en G. D. J. Beulink, omvergunning tot het doen dempen van een gedeelte Zoeterwoudsche Singelsloot ter lengte van ongeveer 13 meters. 4°. Idem van J. Vijftigschild te Voorschoten, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs, over de twee laatste kwartalen van het dienstjaar 1889/90. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 5". Ontwerp van wet tot verandering der grenzen van deze ge meente en de gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude, met het betrekkelijk rapport van Burgemeester en Wethouders. 6°. Voorstel tot definitieve benoeming van F. A. II. Schreinemakers, als leeraar aan de Kweekschool voor Onderwijzers, thans tijdelijk als zoodanig werkzaam. Worden ter inzage in de Leeskamer nedergelegd. Aan de orde is alsnu I. Benoeming van een Commissaris der Stedelijke Gasfabriek. (Zie Ing. St. n°. 27.) De Voorzitter. Mag ik de heeren De Sturler. Van der Breggen en Zaaijer verzoeken met mij het stembureau uit te maken De uilslag der stemming is dat wordt benoemd de heer Zillesen met 18 stemmen De heeren Alma en Zaaijer verkregen ieder 2 stemmen, terwijl 2 briefjes in blanco werden ingeleverd. De Voorzitter. Is de heer Zillesen bereid de betrekking te aan vaarden? De heer Zillesen. Ja wel, M. d. V.! De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor de ge nomen moeite. II. Verzoek van J. Lelyveld, om terugbetaling van schoolgeld, lager onderwijs. (Zie Ing. St. n®. 23.) III. Verzoek van L. Van Duuren, om een stoep te leggen aan de Oude Vest, n». 161. (Zie Ing. St. n®. 24.) IV. Idem van J. J. C. K'eynée, om een keldergat te maken in de stoep Noordeinde n°. 27a. (Zie Ing. St. n®. 24.) Op deze verzoeken wordt achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig beschikt. V. Voorstel tot onderhandsche verhuring van het beweiden van het Schuttersveld. (Zie Ing. St. n®. 26.) De Voorzitter. Ik zou wcnschen aan dit voorstel eene kleinigheid toe te voegen. Aan het slot van het voorstel leest men: «onder be paling dat de verhuurders bevoegd zijn de huur ten allen tijde op le zeggen en verder onder de bestaande voorwaarden." Dit zouden wij wcnschen te veranderen, en daaraan toe le voegen: «binnen den bepaalden huurtijd, met den termijn van ééne maand", omdat de op merking is gemaakt, waarvan wij de juistheid ook erkennen, dat de huur geldt voor één jaar en de huurder zich zou kunnen beroepen op het plaatselijk gebruik, en eischen dat de huur voor een geheel jaar doorging. De bedoelde zin luidt derhalve nu: «onder bepaling dat de ver huurders bevoegd zijn de huur ten allen tijde binnen den bepaalden huurtijd en met den termijn van ééne maand op te zeggen en verder onder de beslaande voorwaarden." De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel in gemelden zin gewijzigd, wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. M. Idem om aan het Collegium vergunning te verleenen, het Park te gebruiken als feestterrein voor de aanstaande Lustrumfeesten en het feestgebouw te plaatsen aan de zijde van de Raamsteeg tusschen de beide schoollokalen. (Zie Ing. St. n®. 28.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. VII. Verzoeken van F. O. De Vries en A. Verhoog Jz., ter be koming van grond aan de Gedempte Voldersgracht. (Zie Ing. St. n®. 18.) De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Zooals uit het schriftelijk advies van de Commissie van Financiën blijkt, heeft zich in den boezem dier Commissie eenige twijfel geopenbaard; niet hieraan of indien het gebouw werd vervreemd, de heer Verhoog, die er huizen op wenscht te bouwen, de voorkeur moet genieten. Maar de vraag is gerezen, vooreerst wordt het gebouw niet verkocht voor een veel minderen prijs, dan het waard is voor den persoon, die zich als kooper heeft aangeboden? Dit is echter van ondergeschikt belang. Maar in de tweede plaats: doet de gemeente wel goed, door het verkoopen van dat gebouw de gelegenheid le openen, ter plaatse, waar dat gebouw thans staat en het eigendom van den heer Verboog

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1890 | | pagina 1