Dat thans nog bij de Leidsche Bank in prolongatie is belegd de
som van f 15000.
Aan de orde is alsnu:
II. Benoeming van vier leden der Plaatselijke Schoolcommissse.
(Zie Ing. St. n®. 234.)
De Voorzitter. Mag ik de heeren: De Goeje, Knappert en Le
Poole verzoeken met mij het stembureau te willen uitmaken?
De uitslag der stemming is, dat achtereenvolgens met algemeene
stemmen worden benoemd, de heeren: Mr. J. S. D. Van Doorn, F.
H. A. üriessen, Dr. C. J. Van Ketwich en Dr. A, W. Kroon Jr.
III. Idem van een Curator der O. I. Inrichting.
(Zie Ing. St. n°. 236)
Met algemeene stemmen wordt benoemd de heer L. M. De Laat
de Kanter.
IV. Idem van een lid der Commissie voor de Bewaarscholen.
(Zie Ing. St. n°. 239.)
Wordt benoemd de lieer H. J. Bool met 20 stemmen. De heer Mr.
N. L. J. Van Buttingha Wichers verkreeg I stem.
V. Verzoek van Dr. H. Treub om continuatie als Lector in de
Verloskunde.
(Zie Ing. St. n°. 263.)
Wordt met algemeene stemmen als zoodanig gecontinueerd.
De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne wel
willende medewerking.
VI. Suppletoire staat op de gemeentebegrooting over 1889.
(Zie Ing. St. n®. 233.)
De Voorzitter. De Commissie van Financiën heeft geene be
denkingen.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
VII. Verzoek van de Wed. G. P. Timp, om een duiker en filtreerbak
te leggen voor het perceel Oude Rijn n®. 118.
(Zie Ing. St. n®. 235.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op
beschikt.
VIII. Voorstel betrekkelijk de aanschaffing van meubilair voor de
kamer van den Burgemeester.
(Zie Ing. St. n®
De Voorzitter.
geene bedenking.
IX. Idem betrekkelijk eene splitsing van de 4e klasse der Hoogere
Burgerschool voor Jongens.
(Zie Ing. St. n®. 260.)
De Voorzitter. De Commissie van Financiën heeft geene bedenking.
X. Idem tot het verleenen van afschrijving of restitutie van ^Plaat-
selijke Directe Belasting over 1889.
(Zie Ing. St. n°. 261.)
Al deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming aangenomen.
XI. Idem tot wijziging van de suppletoire staten van begrooting,
vastgesteld in de Raadszitting van 29 Augustus 1889.
(Zie Ing. St. n®. 264.)
De Voorzitter. Ik moet de Vergadering mededeelen, dat in het
gedrukte stuk, waarin dit voorstel is opgenomen, een fout is inge
slopen. De cijfers zjjn juist omgekeerd geplaatst. In plaats van ver
goeding van het Rijk in de kosten van het Lager Onderwas f\\933.12,
moet gesteld worden f 2036.39, terwjjl dan voor Geldleening in de
kosten van buitengewone werken instede van ƒ2036.39, moet gelezen
worden 11935.12.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Niemand verder het woord verlangende, wordt de Vergadering
gesloten.
257.)
De Commissie van Financiën heeft tegen dit voorstel
Te Leiden ter Boekdrukkerij van GEBROEDERS MURE.