63 Xlttlng van Tr(|dag 4 October 1889 geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitter: de Heer L. M. DE LAAT DE KANTER. Te behandelen onderwerpen 1*. Voorstel tot tijdelijke aanstelling van een leeraar aan liet Gym nasium. (195) 2°. Voorstel tot het verleenen van subsidie aan de Vereeniging tot opleiding van Bewaarsclioolhoudercssen. (139, 193, 196) 3°, Verzoek van J. H. Fraikin, om een stoep te leggen voor hel perceel Stationsweg n°. 3. (199) 4°. Idem van J. H. Van den Broek, om terugbetaling van school geld, lager onderwijs. (200) Aanwezig waren 20 leden, als de heeren: Le Poole, Van Reenen, Fockema Andreae, Schneither, Zaaijer, Du Rieu, Zillesen, Knappert, Driessen, Was, Kaiser, De Goeje, Hasselbach, Koetser, Tieleman, Van Hoeken, De Sturler, Van Hamel, Juta en de Voorzitter. Afwezig waren met kennisgeving de heeren: Bool, Cock, Van But- tingha Wichers, Alma, Zaalberg, Nijkamp en Verster van Wulverhorst. De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 26 September worden gelezen. De heeren Van Hoeken en Van Hamel komen ter Vergadering. De Voorzitter. Verlangt iemand het woord over de notulen? De heer Was. Ja, M. d. V.! Ik zou gaarne even het woord hebben. Ik meen toch den secretaris te hebben hooren voorlezen dat in de vorige Vergadering zou aangenomen zijn eene motie van mij de strek king hebbende om de stukken betrekkelijk het subsidie aan de Kweek school voor Bewaarschoolhouderessen te stellen in handen van de Commissie voor de Bewaarscholen om nader advies. Daartegen moet ik protcsteeren, want er is eene bepaalde vraag gesteld aan die Com missie. Mijne motie hield namelijk in het verzoek aan de Commissie om den Raad in te lichten over de vraag, oi' de som die de gemeente thans voor schoolgeld betaalt, ad f 1200.voldoende dan wel te ge ring is. Dat was het karakter mijner motie, dus niet om over het wenschelijke van een subsidie advies van de Commissie te vragen, want daar was ik onvoorwaarlijk tegen. Ik zou dus wenschen, dat in de notulen mijne motie werd omschre- zooals zij gesteld is. De Voorzitter. Indien niemand daartegen bezwaar heeft, stel ik voor de notulen in dien geest gewijzigd vast te stellen. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming dienovereen komstig besloten- De Voorzitter deelt mede, dat sinds de vorige Vergadering nog zijn ingekomen 1°. Missive van mej. P. C. Verpoorten te Nijmegen houdende dank betuiging voor hare benoeming tot tweede onderwijzeres aan de Meis jesschool le klasse. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Suppletoire staat, dienst 1889, op de begrooting van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 2°. Adres van P. Van der Horst en andere bewoners van de Ha verzaklaan, in zake meerdere straatverlichting in die buurt. Wordt gesteld in handen van Burg. en Wetli. 3°. Begrooting, dienst 1890, van de Stedelijke Werkinrichting. Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 4°. Verslag over den cursus 1888/89 van de Gemeente-instelling tot opleiding van O.-I. ambtenaren. Zal worden opgenomen in het Verslag van de gemeente. 5°. Verzoek van mej. C. A. Fischer, om ontslag als derde onder wijzeres aan de school 3e klasse n°. 3, wegens hare benoeming te Vlissingen. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. Nog wordt medegedeeld: dat in prolongatie is belegd bij de Leidschc Bank een bedrag van 68000.—. De heer Juta komt ter vergadering. Aan de orde is alsnu: I. Voorstel tot tijdelijke aanstelling van een leeraar aan het Gym nasium. (Zie Ing. St. n°. 195). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. II. Voorstel tot het verleenen van subsidie aan de Vereeniging tot opleiding van Bewaarschoolhouderessen. (Zie Ing. St. n®. 139, 193 en 196). De heer De Goeje. M. d. V.! Het nemen eener beschikking op het verzoek van het Bestuur der Vereeniging tot opleiding van Be waarschoolhouderessen is in de vorige zitting op voorstel van den heer Was uitgesteld, daar de Raad eerst nader wenschte ingelicht te worden omtrent de vraag of eene verhooging van hetgeen tot nog toe door de gemeente voor schoolgeld werd betaald met f 1000. geëvenredigd zou zijn aan de diensten door de Kweekschool aan de gemeente bewezen. We hebben nu het uitvoerig rapport van de Commissie der Bewaarscholen vóór ons, dat de mededeelingen door U en mijzclven gedaan bevestigt. Nu de Raad dus weet dat de ge vraagde verhooging alleszins billijk is, zal hij ook geen bezwaar maken, die te bewilligen. Doch blijkens het votum van de vorige zitting is het der meerderheid van den Raad niet onverschillig in welken vorm dit zal geschieden. Adressant heeft gevraagd de som van f 1200. tot nog toe als schoolgeld voor de kweekelingen der bewaarscholen betaald tijdelijk te verhoogen met f 1000.In dezen vorm zal, indien ik mij niet bedrieg, het verzoek voor de meerderheid van den Raad stellig aannemelijk zijn. Ik geef dus Burg. en Weth. in over weging hun voorstel in dezen zin te wijzigen en eenvoudig aan den Raad voor te stellen, het verzoek van het Bestuur der Vereeniging tot opleiding van Bewaarschoolhouderessen toe te staan. De Voorzitter. Er bestaat bij Burg. en Weth. geen overwegend bezwaar om het denkbeeld van den heer De Goeje over te nemen. Shakespeare heeft reeds ruim drie eeuwen geleden gezegd, dat wat wij een »roos'' noemen, even aangenaam zou rieken al had 't ook een anderen naam. Het is de Kweekschool, die trouwens juist het zelfde vraagt als thans door den heer De Goeje wordt voorgesteld, om herstel barer financiën te doen, die door de intrekking van het Rijkssubsidie zoo belangrijk geleden hebben, en 't zal haar wel om 't even zijn of wij 't haar geven willen onder den naam van «verhoo- ging van schoolgeld" of onder dien van «subsidie". De redenen waarom wij de voorkeur gaven de voorgestelde som in den vorm van een «subsidie'' te geven zijn de volgende. De eerste is dat wij dan voor de toekomst minder zijn gebondende tweede is, dat, zooals u allen bekend is. deze f 1000.slechts voor een deel de Kweekschool zal schadeloos stellen voor het verlies, dat zij door intrek king van het Rijkssubsidie geleden heeft. Nu zal er ook een subsidie aan de Prov. Staten gevraagd worden, en de kans van inwilliging is grooter als wij onze bijdrage aan die school geven in den vorm van f 1200.voor schoolgeld en f 1000.als subsidie, dan in den vorm van f 2200.voor vergoeding van kosten van onderwijs. Wanneer echter de Raad het verzoek, om een bezwaar tegen den vorm, van de hand wees, dan zou de kans om een subsidie van de Prov. Staten te verkrijgen al zeer gering worden; en aangezien de heer De Goeje de beleefdheid had ons vooruit met zijn voorstel in kennis te stellen, zoodat Burg. en Weth. gelegenheid hadden het te bespreken, ben ik in staat mede te deelen, dat wij geen bewaar hebben het over te nemen. De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Ik heb het woord gevraagd om mede te deelen, dat de inlichtingen, die wij van de Commissie voor de Bewaarscholen gevraagd en gekregen hebben, op mij niet den zelfden indruk hebben gemaakt als op den heer De Goeje. Mij schijnt wat in het rapport wordt opgemerkt in geen enkel opzicht voldoende om te staven, wat gestaafd moest worden, nl. dat het schoolgeld te laag is! Het komt mij voor, dal dit rapport aan den ecnen kant niet volkomen logisch, en aan den anderen kant niet volkomen duidelijk is. Vooreerst niet logisch! Er worden, naar 't mij schijnt, in dat rap port geen premissen verschaft, die zouden kunnen leiden tot een oor deel in gunstigen zin over vermeerdering van het schoolgeld. Immers waarop wordt de geheele redeneering gebaseerd? Men zegt; De school kost zooveel, er zijn zooveel leerlingen welnu g|j hebt het eene slechts op het andere te deelen om te zien wat een billijk schoolgeld is. Dat is mijns inziens eëne theorie, die zoo zij al ooit vroeger verkondigd is, toch naar ik hoop nooit later zal verkondigd wordendat namelijk de billijkheid van een schoolgeld zou afhangen van den kostenden prijs van het onderwijs. Er zijn tal van andere gronden die de gemeente moeten leiden bij het beoordeelen der vraag wat haar waard is de verdere opleiding van hare bewaarschoolhou deressen, inaar in geen geval mag als vaststaand worden voorgesteld, dat de gemeente moet betalen een evenredig deel van den kostenden prijs van het onderwijs, want wanneer dan de internen eens de school verlieten, zouden wij krachtens dat beginsel ons schoolgeld bijna moeten verdubbelen. Tegen die redeneering moet ik al dadelijk pro test aanteekenen. Bovendien komt mij het rapport der Commissie volstrekt niet dui delijk voor. De vraag wat wij aan schoolgeld moeten betalen hangt niet af, kan nooit beheerscht worden door de hoeveelheid uren waarin aan de school onderwijs wordt gegeven, maar alleen van die hoeveel heid uren waarin onderwijs wordt gegeven aan personen voor wie wij het onderwijs bekostigen. Daarover nu is in het rapport heenge gleden, naar het mij voorkomt, omdat de Commissie met de Kweek school zoo ingenomen, wensclit te komen tot een zoodanig resultaat dal een hooger schoolgeld rechtvaardigt. Nu kunnen wij evenwel uit het Gemeenteverslag bewijzen, dat al moge er dan in elke klasse gemiddeld 25 uren onderwijs worden ge geven, van dit onderwijs toch door de personen voor wie wij het be kostigen, voor een zeer klein gedeelte gebruik kan worden gemaakt. Daarvoor behoef ik slechts te verwijzen naar hetgeen voorkomt op pag. 4 van dat verslag, bijlage 28: het laatste verslag van de Com missie voor de Bewaarscholen. Ik lees daar met betrekking tot het onderwerp dat ons bezighoudt: «De hulponderwijzeressen en enkele ge- «diplomeerde kweekelingen werken er geheele, de kweekelingen slechts «halve dagen." Gedurende den tijd dat zij op de bewaarschool werken, kunnen zij derhalve niet op de Kweekschool zijn. De hulponderwijzeressen en gediplomeerde kweekelingen zijn dus de morgen- en middaguren niet op de Kweekschool. De niet gediplomeerde kweekelingen zijn ook een gedeelte van den dag op de bewaarschool en ontvangen gedurende dien tijd geen onderwijs. Trouwens hetzelfde blijkt ook uit hetgeen ik lees nl. op pag. 6 van genoemd verslag: «allen" (nl. onderwijzeressefi en kweekelingen) «ouderen en jongeren, meer en minder geoefenden, «houden de theorie van haar vak bij en bezoeken, wel in verschil- «lende mate, maar toch zonder uitzondering de Kweekschool en trekken «voordeel van den vooruitgang der Paedagogic, die daar onderwezen «wordt." Zij bezoeken derhalve in verschillende mate de Kweekschool. Wan neer men ons alzoo de vraag wil doen beantwoorden hoeveel school- i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1889 | | pagina 1