51
De heer Was. Ik geloof dat de heer Hasselbach volkomen gelijk
heeft. Het spijt mij dat die opmerking niet dadelijk door U, M. d. V.,
is gemaakt. Nu wordt derhalve de gemeente Leiden door de voor
barige handelingen van de gemeente Leiderdorp gedwongen om hare
toestemming te geven die anders zoude zijn geweigerd. De gemeente
Leiderdorp heeft zich aan de bezwaren, in het rapport van 8 April
ontwikkeld, niet gestoord en thans zouden wij zoo royaal moeten zijn
en zeggennu gij ons voor een fait accompli hebt gesteld, zullen wij
toegeven. Aan dergelijke dwangmethodes doe ik niet mede.
De Voorzitter. Ik weet niet of er niet eenige verwarring bij den
heer Was bestaat. In het advies van 8 April zeggen Burg. en Weth.
Blijkens het mede hierbij overgelegd rapport der Commissie van
Fabricage bestaat tegen de inwilliging van bet verzoek op dit oogen-
blik bezwaar op grond dat door de gevraagde demping een open vak
zoude ontstaan, terwijl geene regelmatige en onafgebroken demping
zal worden verkregen, welk bezwaar door ons wordt gedeeld. Wij geven
Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan Burg. en Weth. van
Leiderdorp te kennen te geven dat de gevraagde vergunning tot
demping van een gedeelte der Heerensingelsloot thans niet kan
worden verleend en dat, wanneer een diergelijk verzoek door de
eigenaars der aangrenzende perceelen mocht worden ingediend, hun
verzoek in nadere overweging zal worden genomen."
Dit was dus in hoofdzaak het bezwaar, dat destijds gold.
De heer Was. Toen was het eerste bezwaar niet vervallen, en
ofschoon mijns inziens dat bezwaar nog bestaat, beweren Burg. en
Weth. thans dat het is opgeheven.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van Burg. en Weth. om het verzoek van het Gemeente
bestuur van Leiderdorp toe te staan in stemming gebracht, wordt aan
genomen met 11 tegen 7 stemmen.
Voor steraden de heeren: Wichers, Tieleman, Koetser, Le Poole,
Van Rcenen, Hasselbach, Zaalberg, Zillesen, Zaaijer, Fockema Andreae
en de Voorzitter.
Tegen stemden de heeren: De Goeje, Verster, Kaiser, Was, Driessen,
Du Rieu en Van Hamel.
XVI. Idem van G. C. Vrint, om vrijstelling van de betaling van
schoolgeld, Middelbaar Onderwijs.
(Zie Ing. St. n'. 159.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op
beschikt.
Niemand verder het woord verlangende, wordt de Openbare Ver
gadering gesloten en veranderd in eene met gesloten deuren.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van GEBROEDERS MURE.