54 N°. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Stnndkaarsen 1 Juli 7 8.15—10.— 7 17.2 2 8 8.15—10.— 8 17.0 3 9 8.15-10.- 7 17.7 4 10 8.15—10.— 8 17.0 5 11 8.15—10.15 7 17.7 6 12 8.1510. 8 17.4 7 13 8.1510.15 8 17.7 Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met vcrschuldigdcn eerbied te kennen, Sara Uenrica Eleonora Prins, onderwijzeres aan de openbare school der 3de klasse n°. 3; dat zij benoemd is tot onderwijzeres aan de openbare meisjesschool 1ste soort, te Amersfoort. Reden waarom zij U verzoekt haar eervol ontslag te verleenen uit hare tegenwoordige betrekking tegen 1 September e. k. 't VVelk doende, enz. Leiden, 15 Juli 1889. S. H. li Prins. Leiden, 16 Juli 1889. In antwoord op üwe apostillc van 15 Juli, n°. 2430, heb ik deeer U mede te dcelen, dat bij mij geen bezwaar bestaat tegen het ver leenen van eervol ontslag aan Mej. S. H. E. Prins tegen 1 Sep tember e. k. or Hier»moge tevens een woord van waardeering plaats vinden van de nauwgezetheid, waarmede zij hare taak gedurende 5^ jaar heeft vervuld en van hare gaven om de kinderen verstandelijk en zedelijk te vormen. Vrouwen van haar aanleg zijn een zegen voor de school en ik houd mij verzekerd, dat haar ter gelegener tijd eene belangrijke be trekking bij het onderwijs zal worden opgedragen. Den Heer Burgemeester Het Hoofd der openb. school van Leiden. der 3de klasse n°. 3, J. WüïSTER. N°. 148. Leiden, den 15 Juli 1889. De Commissie van Financiën heeft de eer te berichten dat het onderzoek der rekening van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis van 1888 tot geene bedenkingen heeft ge leid. Zij stelt U mitsdien voor deze goed te keuren in ontvangst op de som van f 19641.74°, in uitgaaf op de som van f 18238.12s, zoo dat het dienstjaar oplevert een batig saldo van 1403 62, onder be paling dat daarvan in de eerstvolgende rekening verantwoording zal behooren te worden gedaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N5- 14». Leiden, 18 Juli 1889. Door de Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar Onderwijs is ons medegedeeld dat de gezondheidstoestand van Mej. R. H. C. Diest Lorgion, leerares in de handwerken aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes alhier, aan wie reeds een verlof van' eenige maanden werd verleend, nog steeds van dien aard is dat elke inspannende arbeid haar onmogelijk is. terwijl volgens de in de leeskamer ter inzage van de leden nedergelegde verklaring van haren geneesheer een nieuw verlof voor den geheelen duur van den volgenden cursus noodig wordt geacht. De Commissie heeft ons daarom verzocht het daarheen te leiden dat haar dit verlof met behoud van hare bezoldiging verleend worde en tevens maatregelen te nemen waardoor tijdelijk in het onderwijs in de handwerken voorzien wordt. Dit laatste zal noodig zijn, eens deels omdat dit onderwijs bezwaarlijk gedurende een ganschen cursus kan stilstaan, en aan den anderen kant omdat het voor de overige leeraressen op den duur onmogelijk is, zich met de lesuren van Mej. Diest Lorgion te belasten. In de tweede plaats heeft ons de Commissie voornoemd gewezen op een andere zaak die voorziening eischt. In den afgeloopen cursus was de tweede klasse in twee parallel-afdeelingcn gesplitst, maar werden deze afdeelingen, die te zamen 30 leerlingen telden, dooi de directrice bij hare lessen vereenigd. In den aanstaanden cursus moet deze vereeniging ophouden, daar de klasse 38 leerlingen zal bevatten. Aan het Hoogduitsch zullen dan, in plaats van 14, 17 uren in de week moeten besteed worden en Mej. Engelmann zal deze lessen niet alle kunnen geven, zal zij hare taak als directrice be hoorlijk kunnen vervullen. Van daar de noodzakelijkheid, eene tijde lijke leerares voor liet Duitsch te benoemen, die drie uren per week les zou hebben le geven. Eene tijdelijke benoeming wordt slechts ■•gevorderd, omdat thans de eerste klasse niet gesplitst zal zijn en er dus alle kans bestaat dat dit in den cursus 1890/91 met de tweede niet zal behoeven te geschieden. Voor deze tijdelijke leerares zoude eene bezoldiging van f 100 voor elk wekelijksch lesuur moeten worden beschikbaar gesteld. Wij geven Uwe Vergadering op grond van het boven aangevoerde in overweging ons college te machtigen: 1°. aan Mej. Diest Lorgion voormeld, leerares in de handwerken, wegens ziekte een verlof te verleenen voor den cursus 1889/90 met behoud van hare jaarwedde ad f 400; 2". tijdelijk in het onderwijs in de handwerken en in het Duitsch op de boven omschreven wijze te voorzien en te dien einde over de ter zake op de begrooting uilgetrokken gelden le beschikken, zul lende te zijner tijd een voorstel tot verhooging van de betrekkelijke artikelen der begrooting worden ingediend. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. ISO. Leiden, 11 Juli 1889. Na de oprichting van de school 3e klasse n°. 4, aan de Langebrug is de aandacht gevestigd op de geschikte gelegenheid om de ont worpen speelplaats te vergroolen door aanhechting van het naast de school gelegen gedeelte van de Boomgaardsteeg, in welk geval een bij uitstek doelmatige speelplaats zal worden verkregen. Tot de uitvoering van dit plan kan echter niet worden overgegaan ^wanneer niet de Boomgaardsteeg wordt afgesloten, aan welke af sluiting bovendien, blijkens het hierbij overgelegd rapport van de Commissie van Fabricage, niet te versmaden voordeelen zijn verbonden, terwijl de passage door de Boomgaardsteeg, met het oog op de in de nabijheid liggende stegen, loopende in dezelfde richting, in het belang van hel verkeer niet wordt gevorderd. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging: I". te besluiten dat de Boomgaardsteeg niet meer voor den open baren dienst bestemd is, 2°. ons te machtigen het naast de school aan de Langebrug gelegen gedeelte der Boomgaardsteeg te bestemmen tot vergrooting der in het bouwplan ontworpen speelplaatsen, en de Boomgaardsteeg te doen af sluiten met bepaling dat aan de bewoners der perceelen die aan die steeg uitgang hebben een sleutel zal worden verstrekt, ten einde toegang tol de steeg te verkrijgen aan de zijde van de Breestraat. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 9 Juli 1889. Bij den bouw der nieuwe school aan de Langebrug werd tijdelijk de lloomgaardsteefi afgesloten en alstocn bleek, dat de passage gering was door de nabijheid van het Steenschuur aan de eene en van de Kctelboelcrslceg aan de andere zijde, die ruimer, rechter en beter verlicht zijn, terwijl ook de Boomgaardsteeg door onreinheid en on zedelijkheid zich kenmerkt en weinig uitgangen daarin voorkomen. Bovendien zouden door afsluiting de school en speelplaats beveiligd worden voor allerlei baldadigheid en de steeg ook voor het meer gemak kelijk en vlugger uitrijden van de reddingsladder meer dienstig zijn. De Commissie van Fabricage meent uit dien hoofde de afsluiting van die steeg aan de Breestraat te moeten voorstellen, waardoor kan ver vallen de afsluiting van de speelplaats door een muur langs die steeg en het plaatsen van muren met deurkozijnen aan de beide einden geschikt voor het gebruik der reddingsladder bij brand; voorts de afsluiting aan de Breestraat te maken door het plaatsen van een ijzeren hek als aan de Plaatsteeg met sleutels voor de bewoners der perceelendie daarin uitgang hebben. De kosten van een en ander kunnen gevonden worden uit de voor den bouw der school toegestane gelden. Aan HH. Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der Gemeente Leiden. N°. Leiden, 18 Juli 1889. Na overleg met den Voorzitter der Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering in overweging aan de Wed. C. Eggink— Bink vergunning te verleenen om een hardstecnen stoep te leggen op openbaren gemeentegrond vóór het huis in de Pieterskeik-Choorsteeg n". 14, mits de stoep niet meer dan 53 centimeters buiten den gevel en niet meer dan 2 centimeters boven de straat uitspringe. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad der Gemeente Leiden. De ondergeteekende Wed. C. J. Eggink geb. Bink, geeft met ver- schuldigden eerbied te kennen, dat zij verzoekt een hardsteenen stoep te mogen leggen voor het perceel in de Pieterskerk Koorsteeg, Wijk 4, N°. li. 8 Hopende hierop een gunstig rapport te mogen ontvangen blijve ik Uwe Onderdanige Dienares, Leiden, den llden Juli 1889. Wed. C. J. Eggink, geb. Bink. N°. 152. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 7—13 Juli 1889. Te Leiden ter Boekdrukkerij van GEBROEDERS MURE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1889 | | pagina 2