43
Kitting van Donderdag 4 Juli 1889,
geopend 's namiddags te twee uren.
Voorzitter: de Heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER.
Te behandelen onderwerpen:
1*. Verzoek van R. Jesse Rz., om continuatie als Stads-Apotheker. (121)
2°. Benoeming van een Stads Genees- en Heelkundige. 128)
3°. Voorstel betrekkelijk het aanbrengen van eenige veranderingen
aan het Stedelijk Museum in verband met de oprichting van de
Kunstzaal. (107)
4°. Verzoek van D. Meijer, om terugbetaling van schoolgeld, Lager
Onderwijs. (122)
5°. Idem van A. De Vroede c. s., betrekkelijk demping van een
gedeelte der Wittesingelsloot (123)
6". Idem van H. Van Zoelen, om een brug te leggen over de
Rijnsburgersingelsloot. (124)
7*. Idem als voren van J. W. Boekwijt, over de Wittesingelsloot. (124)
8®. Suppletoire staten van begrooting en staten van af- en over
schrijving op de begrooting, dienst 1S88, van het R. C, Wees- en
Oudeliedcnhuis en het R. C. Armbestuur. (125)
9°. Idem als voren van het H. G. of Arme Wees-en Kinderhuis. (126)
10°. Verzoeken van Patrimonium en den Kerkeraad der Christelijk
Gereformeerde gemeente, betrekkelijk eene afschaffing van de
kermis. (127)
11®. Idem van de afdeeling de beide Katwijken der Vereeniging tot
bevordering van de Nederlandsche visscherij, betrekkelijk de op
richting van eene overdekte vischmarkt. (129)
12®. Voorstel tot het aanbrengen van eenige herstellingen aan gemeente
gebouwen enz. (130)
13°. Verzoek van M. G. en W. Splinter, ter bekoming in gebruik van
grond langs den Haarlemmertrekweg. (131)
14°. Idem van A. P. Hartog, geb. Wuyster, om terugbetaling van school
geld, Lager Onderwijs. (133)
15°. Voorstel betrekkelijk de uitgifte van permissiën voor de jacht
op waterwild in de Vroonwateren. (134)
16®. Idem betrekkelijk het visschen in de Singelgrachten. (135)
Aanwezig waren 24 leden, als de heeren: Kaiser, De Goeje,
Hasselbach, Nijkamp, Koetser, Tieleman, De Sturler, Verster van Wul-
verhorst, Le Poole, Van Reenen, Schneither, Alma, Zaaijer, Du Rieu,
Van Hamel, FockemaAndreae, Van Bultingha Wichers, Knappert,
Bool, Driessen, Zaalberg, Van der Hoeven, Cock en de Voorzitter.
Afwezig waren met kennisgeving de heeren: Zillesen, Was en Juta.
De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 20
Juni worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
I®. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 18/20 Juni jl.
B, n°. 1573 (3e afd.) G. S., n". 92, ten geleide van het goedgekeurd
Raadsbesluit tot onderbandsche verpachting van de tienden te Leiderdorp.
2°. Dispositie als voren dd. 18/21 Juni jl. B. n°. 1596 (3e afd) G. S.,
n°. 95/2. ten geleide van het goedgekeurd Raadsbesluit van 6 dezer
tot het doen van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1888,
tot een bedrag van f 8740.65®. (Dekking van tekorten op verschillende
posten.)
3°. Dispositie als voren dd. 25/29 Juni jl. B., n». 1662 (3e afd.) G.
S., n®. 78/2, ten geleide van het goedgekeurd Raadsbesluit tot het
doen van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1889, ad ƒ100
(verhooging jaarwedde concierge Museum.)
4°. Missive van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 17/21 Juni jl.
B n°. 1342 (le afd.) G. S., n®. 18, houdende mededeeling dat aan den
eervol ontslagen onderwijzer D. J. Dobbe, een rijkspensioen is toege
kend van/311 'sjaars.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1®. Verschillende bezwaarschriften tegen aanslagen in de Plaatselijke
Directe Belasting, dienst 1889.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
2°. Rekening, dienst 1888, van het Nederl. Israëlietisch Armbestuur.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
Nog wordt medegedeeld:
Dat van de op prolongatie belegde gelden f 20000.is opgezegd,
zoodat nog ƒ20000.is belegd.
Aan de orde is alsnu:
I. Verzoek van R. Jesse Rz., om continuatie als Stads-Apotheker.
(Zie Ing. St. n°. 121.)
De Voorzitter, Mag ik de heeren Van Reenen, Van Buttingha
Wichers en Cock verzoeken met mij het stembureau uit te maken?
De uitslag der stemming is, dat met algemeene stemmen (24) de
heer Jesse wordt herbenoemd.
II. Benoeming van een Stads Genees- en Heelkundige.
(Zie Ing. St. n°. 128.)
Bij deze stemming verkreeg de heer W. De Jong 15 stemmen, de
heer L. J. A. Braakenburg 8 stemmen en de heer Kruimel I stem, zoodat
eerstgenoemde benoemd is.
De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne
welwillende medewerking.
III. Voorstel betrekkelijk het aanbrengen van eenige veranderingen
aan het Stedelijk Museum in verband met de oprichting van de
Kunstzaal.
(Zie Ing. St. n°. 107.)
De heer Kaiser. M. d. V.Zooals het voorstel van Burg. en Weth.
daar ligt heeft hel allen schijn als of in de door den Architect ge
leverde plannen geen principieel verschil bestaat. Heeft men echter
de stukken in de leeskamer op de zaak betrekking hebbende aan
dachtig nagegaan dan blijkt dat de 4 eerste plannen in beginsel zeer ver
schillen van de 2 laatste. Onze architect is al wikkende en wegende op een
voortreffelijk denkbeeld gekomen, om namelijk bij gelegenheid van
den bouw der kunslzaal tevens voor weinig geld te zorgen voor be
hoorlijke localiteit voor het oude archief. Dit denkbeeld uitwerkende,
is hij gekomen tot de beide plannen n°. 5 en 6, die uitstekend ge
slaagd mogen heeten. Het denkbeeld om van de ons aangeboden ge
legenheid gebruik te maken, ter voldoening aan een lang gevoelde en
werkelijk bestaande behoefte, lacht mij zeer toe. Het oud-archief be
hoort eigenaardig één uit te maken met het Stedelijk Museum, en
ook de Commissie voor het Museum staat eene vereeniging van beide
zaken voor, maar wenscht de kunstzaal nevens het archiefgebouw en
niet zooals onze architect daarop te plaatsen. Laten wij eens nagaan
hoeveel meer geld de uitvoering van hetzelfde denkbeeld, de ver
eeniging van beide zaken, kosten zal als wij den wensch van de
Commissie van het Stedelijk Museum volgen. Het duurste plan van
den Architect (n°. 6) is in' ronde som geraamd op 28000. Het
plan (n°. 2) dat de Commissie goedkeurt f 12000. De architect heeft
mij medegedeeld dat nevens de kunstzaal een archief-gebouw minstens
25000 zal kosten, zoodat de uitvoering van het denkbeeld van den
heer Knuttel, dat de Commissie voorstaat, dan 37000 kosten zal.
Het plan n®. 6 van den architect is dus minstens f 9000 goedkooper
en zonder twijfel meer in overeenstemming met het karakter dat een
Stedelijk Museum vereenigd met een oud-archief dragen moet.
Welk gevolg zal de aanneming van het voorstel van Burg. en Weth.
hebben; dit, dat het archiefgebouw, nevens de kunstzaal, zoo wen-
schelijk volgens het oordeel van de Commissie, niet gesticht zal wor
den, omdat de uitgaaf daartoe de krachten van onze gemeente te
boven gaat.
Volkomen instemmende met het denkbeeld van de commissie, die
eene vereeniging van het Stedelijk Museum met het oud-archief voor
staat, meen ik op grond van de genoemde vrees te moeten voorstellen
plan 6 aan te nemen en verzoek U M. d. V. beleefdelijk dit voorstel
als het wijdst strekkende het eerst in stemming te willen brengen.
Mochten Burg. en Weth. op grond van het aangevoerde mijn voorstel
kunnen en willen overnemen, waardoor de kans van aangenomen te
worden zeer zoude worden vergroot, dan zoude naar mijn inzien de
belangen van de gemeente zoowel finantieel als materieel worden in
acht genomen op eene wijze die volkomen te rechtvaardigen is.
De Voorzitter. Ik heb wel eenig bezwaar om aan den wensch
van den heer Kaiser gevolg te geven, 't Komt mij voor dat hier de
grenzen die men aan een amendement stellen kan, wel wat over
schreden worden en dat een geheel ander plan wordt voorgesteld.
Het door den geachten vorigen spreker aanbevolen plan is wel door
Burg. en Weth. overwogen, maar het is niet op zoodanige wijze uit
gewerkt, dat het mijns inziens reeds een onderwerp van beraadslaging
zou kunnen uitmaken.
Wanneer de heer Kaiser evenwel toch zou wenschen dat een ander
plan uitgewerkt, werd dan zou ik hem wel in overweging willen
geven een voorstel tot uitstel der behandeling van de zaak te doen,
en een opdracht aan Burg. en Weth. om dat plan nader uit te werken,
om het dan met een advies aan den Raad terug te zenden.
De heer Kaiser. Als U dat zou willen doen, M. d. V.! dan zou
'tmij zeer aangenaam zijn.
De Voorzitter. Door den heer Kaiser wordt een motie voorgesteld
om de behandeling van deze zaak aan te houden, aan Burg. en
Weth. op te dragen plan 6 nader uit te werken, en daarover den
Raad van advies te dienen.
Deze motie wordt genoegzaam ondersteund, en maakt derhalve een
onderwerp van beraadslaging uit.
De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Ik kan moeilijk over de motie
spreken zonder ook een enkel woord te zeggen over de zaak a fond.
Ik wensch nl. de aanneming van de motie van den heer Kaiser te
ontraden, 'l Komt mij voor, dat het in twee opzichten bedenkelijk
zou zijn op dit oogenblik een archief op of naast de kunstzaal te
bouwen.
Ik kan mij ook zeer goed met het voorstel van Burg. en Weth.
vereenigen. Ziehier waarom ik tegen het denkbeeld van den heer
Kaiser bezwaar heb in de eerste plaats, het bouwen van een archief
op of naast de kunstzaal zou een niet onbelangrijke uitgave (van
minstens 10000 a 12000) medebrengen, terwijl wij de vrije be
schikking van 's Gravenstein in het vooruitzicht hebben, welk gebouw,
zoo ik wel zie, met vrij wat minder kosten zou zijn in te richten,
zooal niet tot een keurig archief naar het model der in denjongsten
tijd gebouwde, dan toch tot een zeer veilige bewaarplaats van de
archiefstukken met een paar werkkamers en meer hebben wij niet
noodig.
In de tweede plaats, ik zou 't bedenkelijk achten, al ware er een
vrijgevig ingezetene, die ons een 10000 voor een archief wilde
schenken, dat te doen bouwen op of naast de kunstzaal.
Immers er valt in het archief voor den archivaris nog jaren lang
oneindig veel te doen. Het is dringend noodig, dat hij zich uitsluitend
aan zijne betrekking blijve wijden. En nu betwijfel ik of hij dat
zou kunnen doen wanneer hij zich steeds bevond in of bij het museum
aan het hoofd waarvan geene bezoldigd directeur staat.
De archivaris is lid van de Commissie voor het museum. Men zal