GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
103
N".
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng. Standkaarsen
1
Nov.
4
5.45—7.30
7
16.7
2
5
5.45—7.30
8
16.7
3
6
5.45—7.45
7
16.8
4
7
5.45—7.45
8
15.8
5
8
5.45—7.45
7
17.0
6
9
5.45—7.45
8
16.8
7
10
5.45—7.45
8
17.2
N°
237.
Leiden, 12 November 1888.
INGEKOMEN STUKKEN.
N®. 234. Leiden, den 12 November 1888.
Wij hebben de eer U hierbij over te leggen hel adres van G.
Rijkaart Azn. houdende verzoek om eervol ontslag uit zijne betrekking
van 3en onderwijzer aan de Jongensschool Ie klasse vergezeld van het
door ons ingewonnen rapport van het hoofd dier school.
Er bestaat bij ons evenmin bezwaar tegen de inwilliging van het
verzoek, en geven wij Uwe Vergadering daarom in overweging het
ontslag eervol te vcrleenen met ingang van 1 Januari 1889.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
li ij dezen heeft ondergeteekende de eer UEd.Achtb. wegens vertrek
naar elders, tegen 1 Januari 1889 eervol ontslag te verzoeken uit
zijne betrekking als derde onderwijzer aan de Jongensschool der
eerste klasse alhier.
't Welk doende,
Leiden, 7 November 1888. G. Rijkaart Azn.
Leiden, 12 November 1888.
De ondergeteekende heeft de eer U te berichten, dat hij geen be
denkingen heeft tegen het inwilligen van het verzoek van den onder
wijzer 3e kl. G. Rijkaart, om hem tegen 1 Januari 1889 eervol ontslag
te verleenen uit zijne betrekking, die hij steeds op uitnemende wijze
heeft vervuld.
Aan UIL Burg. en Weth. Het hoofd der openbare school der
dezer gemeente. Ie kl. voor Jongens,
G. Japikse.
N°. 235. Leiden, 10 November 1888.
Onder overlegging van nevensgaande stukken geven wij Uwe Ver
gadering in overweging aan Mej. A. M. Kapteyn, ingevolge het door
haar ingediend verzoek, eervol ontslag te verleenen als leerares in de
Geschiedenis en Aardrijkskunde aan de Hoogere Burgerschool voor
Meisjes, met ingang van 1 Februari 1889.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Baad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekende,
leerares in de Geschiedenis en Aardrijkskunde aan de Hoogere Burger
school voor Meisjes te Leiden, dat zij hare betrekking met I Februari
1889 wenscht neder te leggen en dus voor dat tijdstip eervol ontslag
aanvraagt.
Leiden, 1 November 1888. A. M. Kapteyn.
Leiden, 5 November 1888.
Onder terugzending van hel adres van Mej. A. M. Kapteyn hebben
wij de eer U te advisceren, aan den Gemeenteraad voor te stellen
haar het gevraagde ontslag uit hare betrekking van leerares in de
geschiedenis en aardrijkskunde aan de Hoogere Burgerschool voor
Meisjes eervol op het door haar genoemde tijdstip te verleenen.
Aan Burg. en Weth. der De Plaatselijke Commissie van Toezicht
Gemeente Leiden. op de scholen voor Middelbaar Onderwijs.
H. Kern, Voorzitter.
H. A. Lorentz, Secretaris.
's Gravenhage, 8 November 1888.
In antwoord op Uwe missive van 6 November 1888 n°. 772 heb ik
de eer U te berichten dat tegen het verleenen van bovenbedoeld
eervol ontslag geene bedenkingen bestaan.
Aan HH. Burg. en Weth. De Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs,
van Leiden. A. T. Van Aken.
N®. 236.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
410 November 1888.
Na overleg met de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Ver
gadering in overweging aan den Directeur der Leidsclie Melkinrichting
alhier naar aanleiding van nevensgaand adres, de in art. 221 der
Algemeene Politieverordening van 6 November 1879 bedoelde ont
heffing te verleenen van de daarbij gestelde bepaling dat gebouwen
binnen deze gemeente niet mogen worden opgericht dan met stecnen
gevel en stecnen zijwanden en dat zij niet anders mogen gedekt zijn
dan met pannen, leien, tegels of andere niet brandbare stoffen.
Vermits de bedoelde bergplaats geheel geïsoleerd staat is er geen
brandgevaar voor de omliggende panden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Edel-Achtb Raad der Gemeente Leiden.
De ondergeteekende Jan Rinkcs Borger, Directeur der Leidsehe
Melkinrichting te Leiden, neemt bij dezen de vrijheid U mede te
deelen dat in het jaar 1880 op het terrein der genoemde Inrichting
is gebouwd, en in den winter van 188738 is herbouwd, een houten
schuur gedekt met riet, bestemd voor bet bewaren van ijs.
Tot leedwezen van den ondergeteekende is bij dien bouw en her
bouw niet gelet op de bepalingen van artikel 221 der Algemeene
Politieverordening van de gemeente Leiden en dus verzuimd om aan
den Gemeenteraad ontheffing van genoemde bepalingen te vragen.
Onder opmerking dat de schuur geheel geisolecrd staat en uitslui
tend dient voor het bergen van ijs, waardoor geen gevaar bestaat
voor brand en dat voor het bewaren van ijs eenc rietbedekking nood
zakelijk is, neemt de ondergeteekende thans de vrijheid U, met ge
paste gevoelens, te verzoeken alsnog dispensatie van de bepalingen
van artikel 221 der Algemeene Politieverordening te geven.
't Welk doende enz.,
Leiden, 3 November 1888. J. Rinkes Borger.
N°. 238. Leiden, den 17 November 1888.
Onder overlegging van nevensgaande stukken hebben wij de eer U
mede te deelen dat er ook bij ons geen bezwaar bestaat tegen de
inwilliging van het verzoek van de firma IL M. Biesiot, om een water
leiding te maken voor den gasmotor in het perceel in de Van-der-
Werfstraat n°. la naar den in die straat gelegen brandput, die in
gemeenschap staal niet het water in de Oude Singelgracht.
Wij geven U derhalve in overweging de gevraagde vergunning te
verleenen onder de in het rapport der Commissie van Fabricage voor
gestelde voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. liurg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 13 November 1888.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van
de firma H. M. Biesiot te berichten, dat bij haar geen bezwaar
bestaat tegen het verleenen der gevraagde vergunning, om een water
leiding te maken voor den gasmotor in het perceel aan de Van-der-
Werfstraat, Wijk 6 n°. 449 rood (straatn®. 15) naar den aldaar gelc-
en brandput, die in gemeenschap staat met het water in de Oude
ingelgracht, mits onder toezicht van den gemeente-architect en tegen
betaling der kosten van het opbreken en herstellen der openbare
stpaat, alsmede van het recht bepaald bij art. 3 n®. 10 van het tarief,
vastgesteld den 5 Maart 1857.
Aan HH. Burg. en Weth. der De Commissie van Fabricage,
gemeente Leiden.
Aan HH. Burg. en Weth. der gemeente Leiden.
Edel Achtb. Heeren!
De ondergeteekende geeft met verschuldigde achting te kennen
dat h(j tot voeding van zijn gasmotor, geplaatst in hel perceel Van-
der-Werfslraat n®. 15, wenschtc te maken eene leiding naar den brand
put in de Van-der-Werfstraat.
UEd. Achtbaren verzoekende mij de vereischte vergunning hiervoor
zoo spoedig doenlijk wel te willen verleenen, verbljjf ik in gunstige
afwachting, met de meeste achting,
UEd. Dw. ünr.,
Leiden, 26 Oct. 1888. P. G. Timp firma H. M. Biesiot.
N®. 23», Leiden, 17 November 1888.
Onder overlegging van nevensgaande adressen, geven wij Uwe Ver
gadering in overweging restitutie of vrijstelling van de betaling van
schoolgeld (lager onderwijs) te verleenen, wegens vertrek uit de ge
meente aan:
1®. C. Ripping voor zijn zoon Cornelis, leerling der Jongensschool
lste klasse over de laatste twee maanden van het 4e kwartaal 1888
tot een bedrag van f 10.
2°. Jhr. C. J. Strick van Linschoten voor drie kinderen der Jongens
school lste klasse over de laatste twee maanden van het 4de kwar
taal 1888, tot een bedrag van f 22.50.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad van de gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen:
Cornelis Ripping, Officier van Gezondheid der le klasse te Venloo
vroeger alhier, dat hij bij Ministerieele Dispositie van 2 Aug. jl. van
hier naar Venloo is overgeplaatst op 12 Augustus en op laatstgenoemden
datum zich in die plaats metterwoon heeft gevestigd en aldaar| belas
tingplichtig is geworden en dat zijn gezin op I November e. k. hem
daarheen zal volgen.
Waarom requestrant beleefdelijk verzoekt restitutie van betaalde
belasting voor de maanden September en October voor de helft, voor
de maanden November en December geheel, dat is f 36.47.
2°. dat tengevolge van bovengemelde verhuizing zijn zoon Cornelis
de Jongensschool le klasse 1 November verlaat, zoodat hij ontheffing
verzoekt van het schoolgeld over de 2 laatste maanden van het 4c
kwartaal van het loopende jaar ten bedrage van f 10.
Hetwelk doende enz.
Leiden, 22 October 1888. C. Ripping.