69 Zitting van Donderdag 25 October I§88 geopend 's namiddags te één uur. Voorzitter: de Heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER. Te behandelen onderwerpen: 1°. Benoeming van een derden onderwijzer aan de Jongensschool 2de klasse. (210) 2°. Idem van eene onderwijzeres in de handwerken aan de Herhalings school, afdeeling voor Meisjes. (212) 3®. Voorstel tot uitbreiding van het onderwijzend personeel aan de school 3de klasse, n°. 1, met één derden onderwijzer of derde onderwijzeres. (209) 4°. Verzoek van D. Taat, om vrijstelling van de betaling van school geld (Gymnasium). (213) 5». Begrooling 18»9 van de Bank van Leening. (207) 6°. Begrootingen dienst 1889 van: a. het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. b. het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. c. het Roomsch Kath. Wees- en Oudeliedenhuis. d. het Roomsch Kath. Armbestuur. e. Vrouwen-Kraammoedcrs. (217) 7®. Idem van de Stedelijke Werkinrichting. (208) 8°. Rekening van het Evangelisch Lutherseh Wees- en Oudeliedenhuis» over 1887. (211) 9®. Voorstel betrekkelijk de Verordening regelende den werkkring voor de Commissie van Financiën. (124, 149 en 159 en Zitlings- verslag van de Vergaderingen van 28 Juni, 26 Juli en 16 Augustus) 10®. Verordening en verdeeling der gemeente in Buurten en Wijken en instelling van de betrekking van Buurtcommissaris. (127 en 216) 11®. Begrooting van de inkomsten en uitgaven der gemeente voor 1889, en bijbehoorende stukken. (198) Tegenwoordig waren 26 leden, als de heeren: De Goeje, Tieleman, Van Reenen, BoolVan Buttingha Wichers, Driessen, Was, Kaiser, Koetser, Zaalberg, De Sturler, Verster van Wulverhorst, Le Poole, Fockcma Andreae, Schneither, Du Rieu, Zillesen, Knappert, Van der Hoeven, Alma, Zaaijer, Jula, Cock, Van Hamel, Hasselbach en de Voorzitter. (Afwezig met kennisgeving de heer Nijkamp). De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 11 October worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deeld mede dat zijn ingekomen. 1®. Missive van de Gcd. Staten der provincie Zuid-Holland, dd. 15/19 October jl. B. n°. 3187 (3e afd.) G. S., n°. 64, houdende mededeeling dat aari deze gemeente bij wijze van voorschot, over hel jaar 1888, een bedrag van f 3929.5.51) zal worden uitgekeerd als subsidie in de kosten van het Lager Onderwijs. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 2". Dat op Maandag 22 October jl. heeft plaats gehad de opneming der boeken en kas van den Gemeente-Ontvanger, waarvan proces verbaal is opgemaakt, dat ter inzage in de Leeskamer is nedergelegd en in afschrift gezonden aan de Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland. 3°. Dat thans geene gelden meer in prolongatie zijn belegd. De Voorzitter legt vervolgens over. 1°. Missive van Commissarissen der Bank van Lcening, houdende voorstel tot vermindering van het kapitaal der gemeente in de Stads bank van Leening. Deze missive luidt als volgt: Aan HH. Burg. en Welh. van Leiden. Aangezien de operatien van onze Bank reeds sedert geruimen tijd belangrijk zijn verminderd bestaat er geen bezwaar liet ter onzer be schikking gestelde kapitaal met f 14000 te verminderen en wcnschen wij alzoo met goedkeuring van Cw College die som aan de gemeente terug te geven. Mocht zich tegen verwachting later wederom behoefte aan meer kapitaal doen gevoelen dan vertrouwen wij, dat wij ons om dat te erlangen nog altijd zouden mogen beroepen cp het besluit van den gemeenteraad dd. 4 Maart 1886. dat het voor ons beschik bare kapitaal met f' 10000.verhoogt. Wij zouden er dan ook prijs op stellen dat de som van f 6000.als overschot van de toen inge willigde verhooging in ontvangst en uitgaaf op de gemeentebegrooting uitgetrokken, daarop gehandhaafd werd om, mocht het noodig zijn, over die som te kunnen beschikken. Commissarissen van de Bank van Leening, Leiden, 23 October 1888. J. T. Boys, Voorzitter. W. De Jongh, Secretaris. Op voorstel van den Voorzitter wordt dienovereenkomstig tot de gevraagde vermindering van het kapitaal der gemeente in de Bank van Leening met f 14000.zonder hoofdelijke stemming besloten. 2°. Verzoek van P. Engels, om eene stoep te leggen voor het perceel Galgewater n°. 9. 3®. Idem van G. Van Eeden Sr. te Noordwijk, om een duiker te leggen door den weg langs de Haarlemmervaart voor zijne kleeder- bleckerij aan den Noordwijkerhoek. Wordt gesteld in handen van Burg. cn Welh. 4®. Adres van de firma Wed. H. A. Schmier cn J. A. Bots, houdende nadere mededeeling van bezwaren tegen de voorgestelde demping van de Binnenvestgracht van de Mare tot de Oostdwarsgracht. Zal worden behandeld hij het betrekkelijk artikel der begrooting. Aan de orde is alsnu: I. Benoeming van een derden onderwijzer aan de Jongensschool 2e klasse. (Zie Ing. St. n". 210). De Voorzitter. Mag ik de heeren Bool, Kaiser en Knappert, ver zoeken met mij het Stembureau te willen uitmaken. De uitslag der stemming is. dat met 22 stemmen wordt benoemd de heer Pieter Hibma, 1 briefje was in blanco. II. Idem van eene onderwijzeres in de handwerken aan de Herha lingsschool, afdeeling voor meisjes. (Zie Ing. St. n°. 212). De uilslag der stemming is dat met 22 stemmen wordt benoemd mej. C. Theyssen, 1 briefje was in blanco. De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne wel willende medewerking. De heeren Cock en Van Hamel komen ter Vergadering. III. Voorstel tot uitbreiding van het onderwijzend personeel aan de school 3e klasse n°. 1, met één derden onderwijzer of derde onder wijzeres. (Zie Ing. St. n°. 209). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. IV. Verzoek van D. Taat, om vrijstelling van de betaling van school geld (Gymnasium). (Zie Ing. St. n°. 213). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig be schikt. V. Begrooting voor 1889 van de Bank van Leening. (Zie Ing. St. n°. 207.) - VI. a. Idem van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. b. Idem van het Gereformeerde Minne- of Arme Oude_ Mannen- en Vrouwenhuis. c. Idem van het Roomsch Kath. Wees- en Oudeliedenhuis. d. Idem van het Roomsch Kath. Armbestuur. e. Idem van Vrouwen Kraammoeders.- (Zie Ing. St. n°. 217). VII. Idem van de Stedelijke Werkinrichting. (Zie Ing. St. n°. 208.) VIII. Rekening van het Evangelisch Lutherseh Wees- cn Oudelieden huis over 1887. (Zie Ing. St. n». 211.) De begrootingen zoomede de rekening worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. VIII. Voorstel betrekkelijk de Verordening, regelende den werk kring voor de Commissie van Financien. (Zie Ing. St. n". 124, 149, 159 en Zittingsverslag van de Vergaderingen van 28 Juni, 26 Juli en 16 Augustus.) (De heer Hasselbach komt ter Vergadering.) De Voorzitter. Ik zal zelf de discussiën over dit punt openen. De belangstelling waarmede ik het nader advies der Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen tc gemoct zag, heeft zich opge lost in teleurstelling. Niet omdat ik een klemmend betoog verwachtte, dat mij zou overtuigen van de onjuistheid der zienswijze van den Minister van Binncnl. Zaken, van Gedep. Staten en van mijzclven, maar ik meende dan toch dat wij een ernstig betoog zoHden ontvangen en, de Commissie houdc het mij ten goede, ik vind dit niet in haar advies. Is de Commissie homogeen? Of laat ik liever vragen heeft zij eene vaste overtuiging? Mij dunkt het antwoord op die vraag kan niet anders dan ontkennend zijn. Volgens het gevoelen van den heer Cock is de Raad bevoegd de Voorzitters der Commissien van Bijstand le benoemen en is hij in zijne keus alleen beperkt tot de leden van liet Dagciijksch Bestuur. Blijkens een gedeelte van het advies dat voor ons ligt, is dit niet het gevoelen van de beide andere leden der Commissie; immers ware dit het geval, dan zouden zij zich niet zoo veel moeite hebben gegeven om te betoogen dat de Raad, de ge- incriininecrde bepaling vaststellende, geene benoeming, doch slechts eene aanwijzing deed. Blijkbaar bestaat daarenboven bij de meerder heid der Commissie geen vaste overtuiging omtrent de bevoegdheid van den Raad in deze. «Moet" vraagt zij, »de strijd met de wet ge zocht worden, in de aanwijzing dat Voorzitter zal zijn het lid van het Dagelijksch Bestuur speciaal belast met de voorbereiding der finan- cieele zaken? Blijkens de Missive van Gcdep. Stalen, schrijft de Minister: »de Raad is- niet bevoegd omtrent de verdeeling der werk zaamheden tusschcn de leden van bet Dagelijksch Bestuur voorschriften te geven cn dus ook niet te bepalen welk lid van dat bestuur het Voorzitterschap der hier bedoelde Commissie zal beklccden." Dit nu zegt het advies hecTt de Raad niet gedaan; bij heeft alleen bepaald dat het lid van het Dagelijksch Bestuur dat speciaal belast is met de voorbereiding der financicële zaken, Voorzitter zal zijn der Commissie van Financiën; cn met een beroep op art. 134 der Ge meentewet, en «met het oog op de omstandigheid dat over de ver deeling der werkzaamheden tusschen de leden van het Dagelijksch

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1888 | | pagina 1