84 1884 24000 1885 25000 1886 23000 1887 23000 wij zijn dus aan dc bepalingen van de gegeven eonccssic gebonden. Bij bet geven van abonnement heeft men allijd een eenigszins wille keurige maatstaf, als bijv. het aantal kamers van elk huis, en zooals geloof ik in Botterdam, bel aantal M'. oppervlak van het gebouwmaar waar een onzeker waterverbruik bestaat, kan men inoeielijk een abon nement geven! De lieer Kaiseii. De quaestie is alleen dal de prijs van f 0.33 per M3. thans te hoog is, en of er niets aan te doen is die prijs te ver minderen. De Voorzitter. Neen, daar is niets aan te doen. De Maatschappij mag alleen de bepalingen van de concessie niet overschrijden, en dat heeft zij tot nu toe nog niet gedaan. Als het gebruik van het duinwater toeneemt, dan zal de Maatschappij misschien den prijs ook wel verlagen. Ik kan natuurlijk de directie der Waterleiding uw verzoek wel overbrengen, maar als zij er geen gevolg aan wil geven, dan kunnen wij er niets aan doen. De heer Kaiseii. U geeft dus toch toe, dat liet een onbillijkheid is! De VooaziTTER. Neen, dat geef ik niet toe! 't Zou mij zeker pleizier doen als 't anders ware; dat heb ik alleen willen zeggen. De heer Kaiseii. Wanneer is het contract algeloopen? Er blijft mij dus niets anders over M. d. V.! dan U, als Voorzitter-Commissaris der Lcidsche Duinwater Maatschappij te verzoeken uwe mede Commissarissen op de bestaande onbillijkheid te wijzen en te trachten, die zooveel mogelijk te verzachten. De Voorzitter. Over 38 jaar! In het voorloopig verslag werd ge klaagd, dat de Waterleiding zoo weinig opbrengt, en daarom zal ik thans even een overzicht van den finanlieelcn toestand geven. Wij zouden in het geheel 155655 aan renlegaranlie betalen; intus- schen is de zaak zoo voordeelig geloopen, dat wij slechts 119000 betaald hebben, zoodal wij op dien post een avans van 30000 hebben. Volgens die berekening zouden wij in 1887 nog ƒ2500 rentegarantie betalen. In plaats daarvan ontvingen wij reeds in 1886 als ons aan deel in de winst G75Ü en over 1887 ƒ9000, te zamen dus/'1S750. Deze gevoegd bij de hierboven genoemde 30000 blijkt dus daaruit dat wij ultimo 1887 52000 op onze raming vooruit waren. Nu heeft het mij bevreemd, dat men, met dergelijke finanlieeie resultaten voor oogen, klaagt dat die zoo gering zijn. Iedereen weel, dat voorloopige finanlieeie berekeningen meestal tegenvallen, en men zal daarom des te eerder moeten toestemmen, dat men reden heeft in dit geval bijzonder tevreden te zijn over de verkregen resultaten. Ik hoop dat het lid, dal de opmerkingen in het verslag deed op nemen nu met mij zal erkennen, dat wij alle reden tot tevredenheid hebben. De heer Kaiser. Ik wensch nog even mede te deelen, hoe die op- merking in de wereld is gekomen. Indien wij nagaan hoeveel water aan de fabriek wordt opgepompt, in I8S7, 514173 M3, dan zoude die hoeveel heid tegen ƒ0.33 ƒ170000 moeten opbrengen. De exploitatiekosten zijn natuurlijk betrekkelijk zoo laag dat de zuivere winst veel grooter zoude moeten zijn dan thans het geval is. Ik kon niet vermoeden] dat de abonnementsprijzen vergelijkender wijze zoo laag gesteld waren en eerst later is mij dit uit verstrekte gegevens gebleken. Uit die gegevens heb ik mede het saldo voor de vier jongst ver- loopcn jaren opgemaakt en gevonden voor Moet uit deze saldo's de rente van de aanlegkapitalen bestreden worden, dan zijn zij daartoe nauwelijks toereikend en laat zich de geringe winst voor de gemeente verklaren. De Voorzitter. In liet jaarverslag hadt u kunnen vinden hoeveel M3 aan de abonnés geleverd is, en in de overgelegde rekening vindt men hoeveel door de abonnés is betaald. De prijs per M3 is dus daaruit gemakkelijk te berekenen. De lieer Van Hamel. Ik heb in liet vorige jaar in dc sectie mede gedeeld, dat ten onrechte de Maatschappij weigert Duinwater te le veren, wanneer de schuld niet is betaald door een vorigen bewoner van een perceel gemaakt. U heeft toen beloofd, dat te zullen onder zoeken, maai1 't is mij gebleken, dat men hiermede blijft voortgaan. Nu zou ik gaarne wcnschcn te weten of daar niets tegen te doen zou zijn. U zult mij antwoorden, dat de inenschen kunnen beginnen met de betaling te weigeren, maar doet men dit, dan zit men onderlussehen in een groot ongerief, want dan heeft men geen water in huis. De Voorzitter, 't Verwondert mij, dat die menschen niet liever bij mij zijn komen klagen. Ik zal echter de zaak weèr eens onderzoeken. De heer Van Hamel. Zij betalen gewoonlijk maar; 't zijn meestal kleine menschen, en die willen niet graag zelf gaan klagen. De Voorzitter. Ik ontvang meer kleine inenschen dan groote; over 't geheel schijnen dus de kleine menschen niet bang te zijn zich lot mij te wenden. De beraadslaging wordt gesloten en Volgn. 50 zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Hoofdstuk IV, Volgn. 51 en 52 worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemmig goedgekeurd. De Voorzitter. Volgn. 53. Geldleening ter voorziening in de kosten van buitengewone werken moet verhoogd worden met 1625 en ver minderd met 11000. De Volgn. 5359 en HoofdsLuk V worden zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming goedgekeurd. De Voorzitter. Het resultaat van de wijzigingen in de begrooting is, dat Volgn. 6 moet worden verhoogd met ƒ3507. Ik stel voor dit in een rond cijfer te stellen op 3500 en de Onvoorziene Uitgaven te verminderen met 7. Volgn. 185, alsnu uitgetrokken tot een bedrag 11049 en Hoofd stuk XI worden zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Volgn. 6, alsnu uitgetrokken tot een bedrag van 136500 en Hoofd stuk II der Inkomsten worden zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd. Het totaal der Uilgaven ad 766559 en der ontvangsten ad 770559 en ten slotte de geheele begrooling worden zonder hoofdelijke stem ming goedgekeurd. Niemand verder het woord verlangende wordt dc Vergadering gesloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van GEBROEDERS MURE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1888 | | pagina 16