58 Voor een en ander zal ongeveer 520 benoodigd wezen, met welk bedrag de posten voor schoolmeubelen zullen dienen te worden ver hoogd als volgt: Lager Onderwijsf .320 Bewaarscholen50 Middelbare scholen100 Gymnasium. SO \ervolgcns zullen nog enkele artikelen der begrooling met een zeker bedrag moeten worden verhoogd, als de post Onderhoud van het Raadhuis. In de eerste plaats is ren der vloeren in het bureau van politie moeten vernieuwd worden welk werk niet kon worden uitgesteld. Ten tweede is cene verandering en uitbreiding van de gasleiding voor het Raadhuis noodig in verhand met de plaatsing van meerdere gaskachels. Ten derde waren er aan den gevel van het Raadhuis nog ecnige herstellingen te verrichten; een gedeelte namelijk van de hardsteencn lijst hoven de Hoofdwacht bleek beschadigd en moest vernieuwd worden; een zandsteenen latei eveneens, terwijl verder hier en daar nog iets moet worden bijgewerkt. Voor een en ander is een bedrag van ongeveer 375 benoodigd. Verder is geklaagd over lekkages der bovenlichten in het school gebouw der school 3c klasse n". 1 aan het Plantsoen, en het is nood zakelijk bevonden daaraan herstellingen aan te brengen, waarvan de kosten worden geraamd op 380. Eindelijk is op Volgn. ISO der begrooling een bedrag van f 300 toegestaan voor de herstelling van eenigc huisjes iri de Dolhuissteeg behoorendc tot de voormalige administratie der vcrecnigde Gast- en Leprooshuizen. Nu met het werk begonnen is blijkt, zooals meermalen inct oude gebouwen het geval is, dat er 'meer aan te doen is dan oorspron kelijk werd vermoed, en dat wanneer men de huisjes bewoonbaar wil houden, het herstel niet, zooals het plan was. over eenige jaren kan worden verdeeld maar spoedig inoet geschieden. Op de begrooting voor 1889 zal uit dien hoofde een bedrag van f 1400 voor dit doel worden uitgetrokken. Intussehen zullen ook voor dit jaar ecnige meerdere gelden noodig zijn, ten einde sommige huisjes nog bewoonbaar te maken, waarvoor thans 170 voldoende zal wezen. Wij geven Uwe Vergadering op grond van een en ander in overweging de navolgende artikelen der begrooting voor dit jaar te verhoogen, als: Volgn. 127, IV. Onderhoud der gebouwen, ineuDelen, Gymnasium/50. Volgn. 128, IV. Onderhoud der gebouwen, meubelen enz, Hoogere Burgerscholen 100. \olgn. 137. Kosten van het aanschaffen en onderhouden van school- meubelen, Lager Onderwijs f 320. Volgn. 145. Kosten der Bewaarscholen 50. Volgn. 77. Kosten voor het onderhouden enz. van het Raadhuis f 375. Volgn. 135. Kosten voor het instandhouden van schoollokalen 380. Volgn. 186. Uitgaven voortvloeiende uit het beheer der voormalige administratie der vereenigde Gast- en Leprooshuizen 170, te zamen bedragende 1445. Wij geven U tevens in overweging de benoodigde verhoogingen te vinden door, afschrijving van den post voor Onvoorziene Uitgaven en tot de vaststelling over te 'gaan van den hierbij ovcrgelegden staat van af- en overschrijving. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 149. Leiden, 19 Juli 1888. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens overteleggen een schrijven van de Gedeputeerde Staten, dd. 10/18 Juli jl., waarbij Uwe Vergadering namens den Minister van Binnenlandsche Zaken wordt uitgenoodigd in te trekken de tweede alinea van artikel 1 der in de Raadszitting van 28 Juni jl. vastgestelde Verordening, regelende den werkkring der Commissie van Financiën, luidende: »Het lid van het Ua^ejjjlcsch Bestuur speciaal met de voorbereiding der linancieele zaken belast, is Voorzitter van de Commissie van Financiën," en zulks ten einde cene vernietiging van Regecringswege te voorkomen. Wij geven U alsnu in overweging de bedoelde bepaling in te trekken en tot eene nieuwe stemming over de aldus gewijzigde Verordening over te gaan. Gedeputeerde Staten hebben ons tevens uitgenoodigd bun schrijven zoo spoedig mogelijk bij Uwe Vergadering ter tafel te brengen. 's Gravenhage, den 10/18 Juli 1888. Gebruik makende van de bevoegdheid hem bij art. 70 der Gemeente wet toegekend, heelt de Voorzitter Uwer Vergadering ons medege deeld dat bij hem bezwaar bestaat uitvoering te geven aan Uw besluit van 28 Juni jl. tot vaststelling eener Verordening regelende den werk kring der Commissie van Financiën. Het bezwaar van Uwen Voorzitter gold de bepaling opgenomen in art. 1 luidende: "Het lid van het Dageljjksch Bestuur speciaal met de voorbereiding der linancieele zaken belast, is Voorzitter van de Commissie van Financien.'' Ter voldoening aan de verdere bepalingen van het aangehaald wets artikel omtrent deze zaak verslag uitbrengende, hebben wij als ons gevoelen te kennen gegeven, dat Uwe Vergadering inderdaad onbe voegd moet worden geacht een voorschrift als het bovenvermelde te geven. Naar aanleiding hiervan, bericht ons de Minister van Binnenlandsche Zaken bij brief van 13 dezer n°. 3184 (afd. B. B.) dat ook naar Zijner Lxccllcntic's oordcel ai. 2 van art. I der door Uwe Vergadering vast gestelde Verordening niet behouden kan blijven. »De Raad aldus schrijft de Minister is niet bevoegd omtrent de verdceling der werkzaamheden lusschen de leden van bel Dagelijksch Bestuur voorschriften te geven en dus ook niet om te bepalen welk lid van dat bestuur liet Voorzitterschap der hier bedoelde Commissie zal bckleeden." Namens den Minister hebben wij de eer Uwe Vergadering hiermede in kennis te stellen en haar uit te noodigen de bepaling in te trekken, ten einde eene vernietiging van Regeeringswege te voorkomen. Daar de Verordening den 4 September as. in werking zal treden, zal de Minister gaarne het bericht omtrent het door U aan deze uit- noodiging gegeven gevolg spoedig ontvangen. Aan den Raad der Gemeente Ue Gedeputeerde Staten der Provincie Leiden. Zuid-Holland. Fock, Voorzitter. F. Tavenraat, Griffier. ERRATUM. Art. 48 van de ontwerp-instructic voor de Buurt-Commissarisscn (Ing. St. n".. 127, blz. 52) moet gelezen worden als volgt: Bij het ophouden van hunne betrekking ten gevolge van ontslag zullen de Uuurt i ommissarissen of, bij overlijden hunne nabestaanden, de tot het liuurt-Commissariaat betrekking hebbende registers en be scheiden zoodra mogelijk overbrengen naar het bureau van den Burger lijken Stand; die registers en bescheiden worden aldaar, na accoord- bevinding, door den hoofdbeambte tegen ontvangbewijs overgenomen. Te Leiden ter Boekdrukkerij van GEBROEDERS MURE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1888 | | pagina 2