GEMEENTERAAD VAN LEIIM 55 INGEKOMEN STUKKEN. N". 134. Leiden, 14 Juni 1888. In onze handen zijn gesteld het rapport der Commissie voor de Gasfabriek van den I4en April 1888 betreffende het zoogenaamde •Ondersteuningsfonds'' en liet voorstel van Burg. en Wclli. dienaan gaande. Wij dcelen in hoofdzaak de mecning der Commissie en van het Dagelijkse!) Bestuur. Ook ons komt het voor, dat uit de verschillende reglementen, en met name uit de verordening van 28 Januari zeer duidelijk de be doeling spreekt, dat de 2 pCt. (later 3 pCt.) door de Commissarissen geheel zouden worden verdeeld onder het personeel der fabriek, op de wijze die zij het billijkst zouden achten. Wij durven niet zoover gaan van met de Commissie aan te nemen, dat liet fonds, uit de overschotten van deze 2 pCt. resp. 3 pCt. ont staan, het eigendom is van de beambten tot wier buitengewone be looning het had moeten strekken. Integendeel, het is naar onze mecning eigendom gebleven van de gemeente. Het stond Commissarissen telken jarc volkomen vrij niet slechts elks aandeel in de winstprocenten te bepalen, maar ook, indien naar hun inzien de billijkheid dit meebracht, aan sommigen alle uitkcering te onthouden. Zonder eene beschikking van Commissarissen konden de beambten, noch ieder voor zich, noch gezamenlijk cenig recht op uitkcering veel minder eigendom van de beschikbare gelden verwerven. En juist door het achterwege blijven dier beschikking is het fonds gevormd. Dit behoort dus alsnog in eigendom aan de gemeente. Het geheel overeenkomstig zijne oorspronkelijke beslemming aan te wenden, is niet meer mogelijk. De tegenwoordige Commissarissen toch zijn niet bij machte te beslissen welke vcrdeeling met de billijk heid zou hebben overeengestemd in die jaren, waaruit een overschot is gebleven. Ook ons schijnt het rechtmatig thans aan het fonds eene bestemming te geven, die de oorspronkelijke zooveel mogelijk nabijkomt. Uit dit oogpunt adviseeren wij U, het voorstel van Burg. en Wcth. aan te nemen. Aan dep Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 135. Leiden, 20 Juni 1888. In onze handen is gesteld, de staat van af- en overschrijving op de begrooting voor het jaar 1887. Reeds meermalen heeft de Commissie van Financiën er de aandacht op gevestigd, dat overschrijding van posten der bcgrooling, zonder voorkennis van den Baad alleen dan somtijds als geoorloofd kan worden beschouwd, wanneer het betreft uitgaven waarvan de noodzakelijkheid niet was te voorzien en die geen uitstel lijden. Wjj wenschen ook thans dit beginsel weer op den voorgrond te stellen. Ook uit den onderhavigen slaat blijkt van overschrijdingen der be- grooling, die o. i. niet volkomen zijn gerechtvaardigd. In de eerste plaats Volg. 77 der Uitgaven. Deze post der bcgrooling bedroeg in zijn geheel f 3312, waarvan voor gewoon onderhoud j 1337 en voor buitengewoon onderhoud t 197b. Hij is overschreden met 853.41, dus met meer dan -J. De gronden hiervoor trekken zeer de aandacht. Dat het steenhouwerswerk aan den voorgevel voor het Raadhuis niet onaanzienlijke kosten zoude meebrengen was te voorzien, voordat aan dat deel der herstelling de hand werd geslagen. Op de inrichting van een vertrek voor den Gcmcentc-Architcct, was, blijkens de Memorie van Toelichting, hij de begrooting gerekend. De noodzakelijke vernieuwing aan het torentje boven de Raadzaal behoorde onder die uitgaven, waartoe in 1886 is besloten (Ing. St. 1886, n°. 199, 215, Verslag bi. 59). De begrooting is toen deswege met f 300 verhoogd. De overschrijding van den post is toen o. a. met die uitgaven gemotiveerd, (fng. St. 1887 n5. 120.) Dat zij thans weder als grond wordt aangevoerd, bevreemdt ons. In elk geval betreffen alle hier vermelde uitgaven werken die uit stel leden en waarvoor vooraf machtiging van den Raad had kunnen en moeten worden gevraagd. Ditzelfde geldt aan Volgn. 94. Indien de buitengewone vernieuwingen van het riool op de Lammer markt en in andere gedeelten der stad bij het opmaken der bcgrooling waren voorzien, had met het oog hierop voor dezen post een hoogcr bedrag moeten worden voorgesteld; zoo neen, de Raad had daarin moeten worden gekend zoodra de noodzakelijkheid der vernieuwing bleek. Volgn. 104 is overschreden, wijl, tengevolge van nvondwerkzaam- hedende overlijd aanmerkelijk is verhoogd en Burg, en Welh. merken daarbij op, dat de gelden sedert enkele jaren zijn gebleken niet toereikend te zijn. Dat sinds cenige jaren naar het oordeel van Burg. en Wcth. de noodzakelijkheid der verhooging van een bcgrootingspost blyklmag het Dagelijksch Bestuur leiden tot het voorstellen eener verhooging, niet tot eigenmachtige overschrijding. Eindeljjk Volgn. 116. Dit is met 960.96 overschreden vooral tengevolge van de aanschaffing van nieuwe slangen enz. voor de stoombrandspuit, lot een, bedrag van f 1123. Wij twijfelen niet aan de juistheid der verzekering van Burg. en Weth., dat na den brand bij de firma Herfst en Helder aankoop van die slangen enz. dringend noodzakelijk was. Wij erkennen het spocd- eischende dezer voorziening. Het bijeenroepen cencr raadsvergadering vercischt echter geen langen termijn en wij achten hel hoogst bedenkelijk, dat het Dage lijksch Bestuur, zonder bierloc over te gaan, buiten de bcgrooling om, tot eene uitgave van meer dan 1000 besluit. Ook thans durven wij U niet anders adviseeren dan lot goedkeu ring van den U voorgelegden staat. De uitgaven, daarin vermeld, hebben ongetwijfeld gestrekt ten bate der gemeente, liet gaat niet aan, ze, ter verdediging van de rechten van den Raad, door ver werping van het voorstel geheel of ten deele te brengen, ten laste van Burg. en Wcth. persoonlijk. Wij stellen ons echter voor U door het indienen eener motie de gelegenheid te geven Uwe mecning over het beginsel door ons voor gestaan kenbaar te maken. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 136. Leiden, 21 Juni 1888. Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te geven om evenals vroeger te besluiten dat ook voor het aanstaande jachtseizoen, dat' aanvangt met 2 Augustus a. s. permission zullen worden uitgereikt tegen betaling van f 6 per stuk. In 1887 is voor bedoelde permission ontvangen een bedrag van f 132, vermits 22 permissien zijn uitgereikt. Aan den Gemeenteraad. llurg. en Weth. van Leiden. N°. 137. Leiden, den 20 Juni 1888. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te dcelen dat zij de rekeningen van de Stedelijke Gasfabriek over 18S7 heeft onderzocht en aangezien dat onderzoek tot geene beden kingen heeft geleid, stelt zij U voor die rekeningen goed te keuren, ,dc exploitatie-rekening in ontvangst tot eene som van f 324499.12\ in uitgaaf tot een bedrag van 305994.03^ en alzoo sluitende met een saldo van 18505.09 en de rekening van het uitbreidings- en vernieuwingsfonds in ontvangst tol een bedrag van 18S9I.61 en in uitgaaf tot een bedrag van 18814.68 en alzoo sluitende met een saldo van f 76.93 onder bepaling dat hecren Commissarissen gehouden zijn beide saldo's in hunne respectieve eerstvolgende rekeningen te verantwoorden. Wat het batig saldo betreft dat volgens de rekening t 726I 0.095 bedraagt, stelt zij U voor dat bedrag te doen storten in de gemeentekas. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N". 138. Leiden, 21 Juni 1888. Vermits met 1 October a. s. eindigt de pacht van het buffet in de Gehoorzaal geven wij Uwe Vergadering in overweging ons te mach tigen wederom lot eene openbare verhuring over te gaan voor den lijd van tien jaren, ingaande 1 October a. s. onder de beslaande voor waarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weill, van Leiden. N°. 13». LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 10—16 Juni 1888. Dit bctcekent: Wanneer men 5 cubic feel 141.6 Liters per uur van zulk gas verbrandt in een Sugg's London Argand Stan dard burner n°. 1, met 24 gaatjes, een licht wordt verkregen, dat in sterkte gelijk staat met 16.7, 16.5, enz. Standaardkaarscn, waarvan elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt. Namens de Commissie der Gasfabriek, D. Van deu Horst. Te Leiden ter Boekdrukkerij van GEBROEDERS MURÉ. V. 1 Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Stnndkaarscn. 1 Juni 10 8.30-10.— 7 16.7') 2 11 8.30—10.15 8 16.5 3 12 8.30-10.15 7 17.0 4 9 13 8.30—10.— 8 16.4 5 9 14 8.30—10.— 7 16.7 6 9 15 8.30—10.15 8 16.8 7 9 16 8.30—10.15 8 16.5

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1888 | | pagina 1