29 Totaal 15120 HL., d. i. 10 pCt. der geheele verkochte hoeveelheid. Hieruit blijkt duidelijk, dat alleen adressant J. Ju Jr. nog onder de voornaamste koopers behoort gerekend te worden, de overigen mogen zich «voornaamste" noemen, inderdaad behooren zij tot de kleinste. Toch ondernemen zij het om bij veilingen van partijen van 1000 HL. hun slag te slaan, door zich onderling te verbinden, wan neer hunne concurrenten afwezig zijn eu door één persoon te doen koopen, om dan later, de tegen den laagsten prijs gekochte massa, hetzij onderling, of aan anderen te verkoopen. Het behoeft niet betoogd te worden dat deze handelwijze om met requestranten te spreken, »het voordeel der Gasfabriek ten nadcele komt." Gaan wij nu na welke der onregelmatigheden, door requestranten gereleveerd, hun nadeel hebben toegebracht, dan moet ten eerste erkend worden, dat het soms in het na- en voorjaar gebeuren kan en gebeurd is dat enkele koopers lietzy te laat, of op den verkeerden dag zich aanmeldende, één of meermalen te vergeefs kwamen, omdat de aanwezige voorraad reeds was afgegeven, en de productie geen tred kon houden met de overstelpende aanbieding der koopbriefjes. Waardoor is dan die dagen de voorraad zoo spoedig uitgeput? In 't. najaar, omdat de vraag der burgerij altijd eenigszins te vroeg komt. In September en October maakt de fabriek nog weinig cokes en toch wil het publiek zich dan van brandstof voorzien om bij in vallende koude gereed te zijn. Er wordt dan tegen hoogere prijzen gekocht. Beperkt men dan het aanbod zoo stijgen de prijzen te hoog en wordt het voordeelig het gebrek aan cokes door aanvoer van buiten aan te vullen, en de markt wordt voor den geheelen winter bedorven. In 't voorjaar rekken zoowel handelaars als verbruikers zoolang mogelijk, hunnen nieuwen inslag, omdat zij zacht weder verwachtende bevreesd zijn hunne cokes over te houden. Valt dan het gure Maart en Aprilweder in, zoo moeten allen gelijktijdig cokes inslaan. De fabrieksproductie is intusschen weder beperkt geworden, en het is soms onmogelijk aan die dringende vraag opeens te voldoen. Gelieven de koopers hunne briefjes dan eenigszins geleidelijk al de werkdagen aan te bieden, zoo kunnen zij geholpen worden, doch komen allen op denzelfden dag, zoo worden zij teleurgesteld. De geregelde afnemers, die de cokes voor hun bedrijf noodig hebben, worden dan eerst geholpen, en dat zijn de gereedstaande cokes, waarvan requestranten spreken. Boeten worden alléén dan toegepast, wanneer duidelijk blijkt dat koopbriefjes, hetzij door nonchalance of met opzet achterwegen zjjn gehouden. Deze boeten zijn alleen voorgeschreven om te voorkomen dat men bij weinig vraag op speculatie koopt, en de Gasfabriek alsdan voor magazijn gebruikt. Nu uwe Commissie door het bezit van een tweede cokesterrein in dit jaar in staat gesteld is om meer cokes op te slaan, zal intusschen het enkele malen voorgekomen feit van gebrek aan cokes tot de geschiedenis behooren, vooral wanneer de koopers, die dringend cokes behoeven, op de veiling niet wachten tot de hoogere nummers worden afgemijnd, om zoodoende de partijen tegen nog wat lageren prijs te kunnen koopen. De tweede grief van adressanten is, dat alle onderhandsche verkoopen, vooral aan buiten de gemeente wonenden, niet behoorden te geschie den, »daar bij meerdere concurrentie bij den publieken verkoop zeer zeker hoogere prijzen zouden bedongen worden." Ondershands wordt geen cokes verkocht. Alle cokes komt op de publieke veiling en wordt in de processen- verbaal verantwoord. De bedoeling is waarschijnlijk dat dezerzijds aan sommige maatschappijen of buitensteedsche afnemers geen cokes zal worden verkocht anders dan, wanneer deze koopers zelve ter veiling verschijnen in stede van zooals nu, de koop namens hen ge schiedt, omdat zij zich reeds vooraf verbonden hebben tegen door hen begrensden prijs groote hoeveelheden te koopen. Hoe nu bij opheffing van dezen maatregel, gesteld dit ware mogelijk, •meer concurrentie bij publieken verkoop, zeker hoogere prijzen zou bedingen." is ons niet duidelijk, want worden zulke partijen niet van deze fabriek gekocht, dan kunnen zij zeker elders hoogere prijzen doen bedingen, maar hier wordt eene gelegenheid te meer geopend om door combinatie den prijs te drukken. De derde grief rust in zooverre op juisteren grondslag, dat het inderdaad nl. op 10 October 1887, en dus lang voor de indiening van het request éénmaal is voorgekomen, dat een ambtenaar ten Raadhuize een partij cokes opkocht om die later met winst te ver koopen, doch zelfs op den dag der veiling, onmiddellijk nadat het feit den directeur bekend werd, bracht hij dit per missive ter kennis van onzen Voorzitter, die natuurlijk nadrukkelijk herhaling van dit misbruik verbood. Door den Directeur zelve, of liever namens hem zal natuurlijk gekocht moeten worden, hetzij voor de gemeente-in stellingen, voor de particuliere bestellingen, de maatschappij van wel dadigheid of voor personeel en welklieden der fabriek. Commissarissen raeenen, dat requestranten zich te veel op het standpunt plaatsen alsof de gasfabriek hare cokes verkoopt geheel ten gunste van de handelaren en bezorgers; terwijl in de eerste plaats hare taak is om als fabrikant hare producten op de meest voordeelige wijze te verkoopen, en eerst in de tweede plaats gevraagd wordt, hoe kan dit zoodanig gedaan worden, dat tevens de burgerij in de gelegenheid blijft, om van die producten voordeelig gebruik te maken. Zij behoort niet te vragen of zoogenaamde voorname handelaren in cokes daarvan meer of minder profiteeren, haar afnemer is de burgerij, die evenzeer veel regelmatiger voordeel trekt, wanneer de Gasfabriek door verkoop hare producten tegen goeden prijs, in staat wordt ge steld de financiën der gemeente te schragen. Publieke verkoop werkelijk zuiver toegepast, d. i. met vermijding van alle ongezonde drukking van den prijs door koopers combinatiën is de beste waarborg tegen onnatuurlijk hooge prijzen. Uwe Commissie heeft ernstig overwogen of het zoowel voor cokes- verbruikers als gemeente, onder de thans veranderde omstandigheden, niet nog voordceliger zou zijn,, den geheelen publieken verkoop af te schaffen .en de cokes-bezorging aan de burgerij geheel in eigen handen te nemen. Er is van monopolie in dit opzicht geen sprake meer, nu zoowel van het binnen- als buitenland cokes met voordeel in deze gemeente verkocht worden. Te 'sGravenhage wordt dit systeem met succes gevolgd, en aldaar is de netto middenprijs der cokes jaarlijks ruim 4 cents hooger dan hier, hetgeen eene niet onaardige bate van 4 x 150225 HL. 6009 aan de kas zou kunnen geven, en levens een einde maken aan de kunstgrepen, welke thans moeten worden aangewend, om te zorgen dat bij publieke veiling cokesverbruikers en gemeente geen dupes worden van de praktijken der zoogenaamde cokeshandelaren als requestranten. Wij besloten echter Uwe Vergadering voorloopig nog niet in dien zin te advisceren, en U voor te stellen tc besluiten requestranten in kennis te stellen van deze beschouwingen, onder herinnering dat de gemeente, als fabrikante van cokes, in de eerste plaats verplicht is dat product, zoo voordeelig mogelijk te verkoopen ten bate der burgerij. Aan Burg. en Welh. der Commissarissen voornoemd, gemeente Leiden. De Kanter. H. Van der Hoeven. P. J. Kaiser. N°. 88. Leiden, den 20 April 1888. Naar aanleiding van het besluit van Uwe Vergadering van den 5en dezer tot uitbreiding van het hulppersoneel aan de school 3e klasse n®. 3 met een derden onderwijzer of derde onderwijzeres, hebben wij de eer U hierbij eene voordracht aan te bieden, opgemaakt in overleg met den Arrondissemenls-Schoolopziener, na ingewonnen bericht van het hoofd der school, ter benoeming van een derden onderwijzer of onderwijzeres, op eene jaarwedde van 550 als: 1°. Pieter Cornelis Schreuder, adspirant-onderwjjzer aan de openbare school der 4e klasse n°. 2. 2°. Geertruida Schrethn, onderwijzeres alhier, en 30t Johannes Christiaanse, vroeger onderwijzer te Haastrecht. Onder mededecling dat de betrekkelijke stukken in de Leeskamer ter inzage zijn nedergelegd, nemen wij de vrijheid U te verzoeken tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N». 83. Leiden, 19 April 1888. Na overleg met de Commissie van Fabricage is het ons gebleken dat er geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van de hierbij over gelegde verzoeken van R. Koekkoek, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven aan adressant tot wederopzeggens vergunning te verlecnen om, onder toezicht van den Gemeente-Architect, 1". in gebruik te nemen de strook grond lang 20 en breed 2 meters op het Plantsoen, bij Raadsbesluit van 15 Juni 1882 bestemd tot het leggen van buizen voor de gas- en waterleiding en van een loozing tot het afwateren van hel Plantsoen, onder verplichting om dien grond tot tuin aan te leggen, behoorlijk te onderhouden, van de belendende perceelen overeenkomstig de verkoopvoorwaarden der bouwgronden op gemeenschappelijke kosten af te scheiden en in de afscheidingen aan het Plantsoen en aan de Binnenvestgracht tot het leggen van brandspuitslangen, beweegbare deuren te maken met sloten, waarvan de sleutels berusten ten bureele van den Gemeente-Architectvoorts te gedoogen dat de grond wordt opgegraven, voor werkzaamheden aan de buizen en loozing zonder vergoeding van veroorzaakte schade en bij het eindigen van het gebruik der vergunning, ten gevolge van opzegging aan wederzijden de afscheidingen eigendom der ge meente blijven, alsmede tegen betaling van een jaarljjksche recognitie van 1.40 voor het gebruik. 2°. Te leggen twee bruggen over de Stads-Singelsloot langs den Zoeterwoudschen Singel, nabij de Utrechtsche brug tot toegang naar de aldaar gebouwde woonhuizen onder de gemeente Zoeterwoude gelegen, mits op gelijke hoogte als de daarbij gelegen brug, na ver kregen vergunning van het Hoogheemraadschap van Rijnland en van het College van Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland, voorts tot vergoeding der schade aan berm en singelpad veroorzaakt en eindelijk tegen betaling van het recht voor iedere brug, bepaald bij art. 3 N°. 35 van het Tarief vastgesteld den 5en Maart 1857. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Wei-Edele Achtbare HH. Burg. en Weth. der gemeente Leiden. Eerbiedig en beleefd was mijn verzoek, om een strook grond ter breedte van twee meter in gebruik te inogen hebben, gelegen Plant soen nabij Musis Sacrum en uitkomende Binnenvestgracht, op de navolgende voor te stellen aanvraag. Om die strook grond aan het Plantsoen af te scheiden met een net flink ijzerhek en aan de Binnevestgracht met een muur waarin een kozjjn met deur geplaatst is, dat bij geval van brand door die deur en voornoemd hek de brand- of waterslangen gelegen kunnen woeden, en dan die voormelde strook grond een fraai aanzien te doen geven, door het aanleggen van prachtigen tuin, en voor al die kosten aan voormelde strook grond te doen, het daardoor gratis in gebruik te mogen hebben. Met den meesten eerbied hoogachtend, UwEdele dienstw. dienaar, R. Koekkoek. Plantsoen hoek Rijnstraat, 31.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1888 | | pagina 3