5
Kilting van Donderdag 9 Februari 1998.
geopend 's namiddags te twee uren.
Voorzitter: de Heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER.
Te behandelen onderwerpen:
1®. Voorstel betrekkelijk de oprichting van eene vierde school van
de derde klasse op het terrein van het Notarishuis. (6)
2®. Voorstel tot afschrijving van een gedeelte van het overschot der
4-percents geldleening. (10 en 25)
3®. Idem tot verhuring van een lokaal ten Raadhuize ten behoeve
van de Telefoon. (II en 23)
4®. Verzoek van Mevrouw A. J. Van EekStuart, om vrijstelling
van de betaling van schoolgeld, Hoogere Burgerschool voor
Jongens. (12)
5®. Idem van Dr. C. L. Van der Burg, om restitutie van schoolgeld,
Lager onderwijs. (14)
6°. Idem als voren, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld,
Gymnasium. (14)
7°. Voorstel tot wijziging van het Raadsbesluit van 15 Juni 1882,
in zake de verdeeling van het administratieloon der Bank van
Leening. (15 en 24)
8°. Idem betrekkelijk de herstelling van bliksemafleiders op eenige
gemeente-gebouwen. (18 en 25)
9°. Staat van afschrijving van Plaatselijke Directe Belasting, dienst
1887. (17 en 22)
10®. Voorstel tot verkoop van eenige voorwerpen en boomen. (19)
11®. Bezwaarschriften tegen de Kiezerslijsten voor leden der Tweede
Kamer, Provinciale Staten en Gemeenteraad. (21)
Tegenwoordig waren 21 leden, als de hecren: Koetser, Tieleman,
Van der Hoeven, Le Poole, Van Reenen, Fockema Andreae, Bool,
Alma, Van Hamel, Zillescn. Van Buttingha Wichers, Knappert, Kaiser, De
Goeje, llasselbach, Verster van Wulverhorst, Cock, Juta, Du Rieu,
Zaaijer en de Voorzitter.
Afwezig waren met kennisgeving de heeren Dricssen, De Sturler,
Schneilher, Was, Zaalberg en Nijkamp.
De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering worden
gelezen en goedgekeurd.
De heeren Zaaijer en Du Rieu komen ter Vergadering.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1°. Missive van de Gedep, Staten van Zuid-Holland dd. 24/26 Januari jl.
B, n°. 124, (le afd.) G. S. n°. 4, houdende medecleeling dat de veror
dening tot verdeeling der gemeente in afdeclingen voor de verkiezingen
voor kennisgeving wordt aangenomen.
2°. Dispositie van de Gedep. Staten van Zuid-Holland, dd. 24/27
Januari jl. B, n°. 197, (3e afd.) G. S. n". 21, ten geleide van het goed
gekeurde 2e Suppletoir Kohier, dienst 1887, van de Plaatselijke Directe
Belasting.
3°. Missive van de Gedep. Staten van Zuid-Holland dd. 24/27 Januari jl,
B, n°. 95. (le afd.) G. S. n°. 47, houdende kennisgeving dat de vast
gestelde verordening tot wijziging van art. 2 der Verordening op het
beheer en bestuur der Stedelijke Gasfabriek, voor kennisgeving is
aangenomen.
4°. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland, van 31 Jan./4
Febr. jl. B, n°. 155, (le afd.) G. S. n°. 55, ten geleide van het goedge
keurd Raadsbesluit lot de onderhandschc aanbesteding van de leverantie
van de uniformkleeding voor de agenten van politie.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van dr. P. P. C. Hoek, om eervol ontslag als leeraar aan
de Hoogere Burgerschool voor Jongens tegen begin van April a. s.
2°. Idem van A. Van den Dop Jr. om een stoep te leggen voor
het perceel Pieterskerk-Cboorsteeg, n». 7.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
3". Idem van J. F. R. De Balbian, om restitutie van Plaats. Dir. Be
lasting dienst 1887, wegens vertrek uit de gemeente.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
4°. Een schrijven van C. II. De Jong betrekkelijk het besluit van
den Raad dd. 19 Jan. tot onderhandschc levering van kleeding der
politieagenten en brugwachters.
Wordt als ongezegeld ter zijde gelegd.
5°. Adres afdeeling Leiden van het Algemeen Nederlandsch Werk
lieden Verbond omtrent het maken van een verordening op het toe
zicht op het bouwen en verbouwen.
Wordt gesteld in handen van de Commissie voor de Strafverordeningen.
Nog wordt medegedeeld. t
1°. Dat bij de aanstaande verkiezing van een lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal op 6 Maart zitting hebben: in het hoofd
bureau op het Raadhuis de hecren: Burgemeester, voorzitter, Dr.
A. Nijkamp en P. L. C. Driessen, leden, in het hulpbureau aan den
Bprg: de heeren II. J. Bool, voorzitter, F. A. Verster van Wulverhorst
en Mr. C. Cock, leden en in het hulpbureau aan de Mare de heeren
Dr. W. N. Du Rieu, voorzitter en J. J. Van Masijk Huyser van Reenen
en A. Koetser, leden.
2°. Dat thans 30000 in prolongatie is belegd bij de Leidsche Bank.
Aan de orde is alsnu:
I. Voorstel betrekkelijk de oprichting van eene vierde school van
de 3e klasse op het terrein van het Notarishuis.
(Zie Ing. St. n°. 6.)
De Voorzitter. De Commissie van Financiën is niet in de gelegen
heid geweest om over dit onderwerp advies uit le brengen. Uit
dien hoofde komt het mij voor, dat de behandeling van dit voorstel
zal moeten worden uitgesteld, tenzij de Commissie voor zooverre zij
hier tegenwoordig is, meenen mocht dat tegen de dadelijke behan
deling geen bezwaar bestaat.
De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Wanneer ik kennis droeg
van het gevoelen van ons geacht medelid in de Commissie, den heer
Schneilher, zou ik geen bezwaar hebben om thans een mondeling
advies over dit onderwerp uit te brengen. Wij zijn evenwel niet in
de gelegenheid geweest met dat lid in gcdachtenwisseling te treden
en meenen derhalve dat het nu niet aangaat de zaak aan de orde
te stellen.
De Voorzitter. Dan stel ik voor om de behandeling van punt I
uit te stellen.
De heer Van der Hoeven. M. d. V.! Zou het niet wenschelijk zijn in
dien van dit uitstel gebruik werd gemaakt om de stukken betreffende de
oprichting der school, eene zaak waarmede een zoo belangrijk bedrag
gemoeid is, eerst nog eens te stellen in handen van de Commissie
van Fabricage. Ik zou er veel prijs op stellen haar oordeel te kennen
over de begrooting, raming enz.
De Voorzitter. De Commissie van Fabricage heeft haar taak, voor
zoover deze bij de behandeling van het voorstel tot oprichting der
nieuwe school betrokken is, vervuld. Zjj treedt niet in flnanciecle
beschouwingen over de zaak; daarvoor is meer speciaal de Commissie
van Financiën; maar zij adviseert over de plannen tot inrichting der
gebouwen en zal ook natuurlijk, wanneer de Raad dit voorstel aanneemt
en diensvolgens bet bestek en de begrooting zijn opgemaakt, de
raming der kosten aan haar oordeel onderwerpen. Met de wijze
waarop die kosten gedekt moeten worden, bemoeit die Commissie zich
echter niet.
De heer Van der Hoeven. M. d. V.! In het rapport van Burg.
en Weth. vindt ik toch bijna of liever in het geheel geen spoor, dat
de Commissie van Fabricage in deze gezien, overwogen en haar oordeel
te kennen gegeven heeft.
De Voorzitter. Het geheelc advies van Burg. en Weth. hangt met
het advies van de Commissie van Fabricage samen. De Commissie
maakte de plannen voor den schoolbouw op en in verband daarmede
wordt het voorstel van Burg. en Weth. opgemaakt. Ik weet op 't
oogenblik niet precies of in ons voorstel de uitdrukking voorkomt
»na overleg met de Commissie van Fabricage," het zou mogelijk
kunnen zijn dat dit niet het geval is; maar aan de zaak zelve ver
andert dit niets. Wanneer wij de stukken aan de Commissie renvoi-
eerden, zouden wij niets nieuws vernemen, want de tegenwoordige
plannen zijn in .overleg met haar opgemaakt.
De heer Van der Hoeven. M. d. V.! Wanneer het niet onbescheiden
is, zou ik dan mogen vragen of dit misschien vroeger geschied is,
teen de Commissie van Fabricage niet was samengesteld uit de tegen
woordige leden? Ik heb juist een der leden van die Commissie over
deze zaak gesproken, en deze deelde mij mede dat. de Commissie over
dit onderwerp niet gehoord is. Is dit dus wellicht vroeger gebeurd?
De Voorzitter Ik herinner mij niet juist wanneer de stukken
opgemaakt zijnde voorbereiding van deze zaak heeft veel lijd ge
vorderd, het zou dus kunnen zijn dat dit vóór September is geweest
en in dat geval zou de heer Hasselbach nog geen lid van de Com
missie zijn geweest toen de plannen door haar werden vastgesteld,
om aan Burg. en Weth. te worden aangeboden.
De heer Van der Hoeven. M. d. V.! Wanneer dit het geval mocht
zijn, zou ik er, vooral nu wij een zoo bij uitstek deskundig lid in de
Commissie van Fabricage hebben, veel prijs op stellen, dat alsnog de
stukken in handen dier Commissie werden gesteld met verzoek om
daarover een afzonderlijk rapport uit te brengen.
De heer Hasselbach. M. d. V.! Bij het binnenkomen van de Lees
kamer werd mij gevraagd of dit plan niet verschrikkelijk duur was,
eu toen heb ik gezegd tegen'eenige leden, dat dit een duur plan
was. Daarna vroeg men mij of het niet goedkooper zou te maken
zijn. Dit durf ik echter niet bevestigend te beantwoorden. Wij hebben
in de Commissie wel een schctsleekening met potlood van de school
gehad, maar de omschrijving van het werk heb ik niet gezien. En
nu kan ik aan een schets niet zien of een plan te duur is of niet.
De Voorzitter. De begrooting is nog niet in detail opgemaakt;
wij hebben daarmede op 't oogenblik ook nog niets le maken. Het
plan ik herinner het mij nu zeer goed, is echter wel degelijk in de
Commissie van Fabricage behandelder zijn toen zelfs door
den lieer Hasselbach nog opmerkingen over de fundeering gemaakt.
Een detail-bestek en bcgrooting wordt echter niet samengesteld voor
dat de Raad het plan in zijn geheel heeft goedgekeurd.
De raming der kosten wordt niet op een in details uitgewerkte
begrooting gebaseerd, maar een architect, als de onze, die zijn vak
verstaat, weet natuurlijk a peu prés hoeveel voor een dergelijk plan
moet aangevraagd worden. De mannen van het vak hebben daarvoor
eenvoudige vaste formulen.
De heer Hasselbach. M. d. V.! Er is in de Commissie gesproken
over de kosten en over de dure fundeering van de school. Ik heb
toen eene andere wijze van fundeeren aangegeven, maar ik heb niet
vernomen of de heer Knuttel eenig werk van mijne aanwijzingen
gemaakt beeft. Ik kon derhalve niet aan de leden zeggen hoe 'ter
mee stond.
De Voorzitter. Aan den heer Knuttel is niet opgedragen een andere
wijze van fundeering te ontwerpen; een dergelijke opdracht heeft
de architect niet ontvangen, en 'tis daarom niet te verwonderen, dat
de heer Hasselbach niets meer van zijn opmerkingen gehoord heeft.
Indien hij aan zijn opmerking genoeg gewicht had gehecht om er tot
eene vergelijking der kosten door le komen dan had hij dit in de Commissie
moeten voorstellen. Van mijne zijde zou ik dan zeker wel hebben
willen medewerken om een dergelijke opdracht te geven.