15 gemeubileerde zitplaats een bedrag uit van 113 en niet van f 95. Nu heb ik het gebouw slechts op zich zelve beschouwd, doch de kosten, zooals zij ons hier voorgesteld worden, zijn' nog heel wat grooter, die komen in haar geheel op f 87500. En deel ik die som door 576 dan kom ik op nagenoeg/152 per zitplaats. Dit is cene zoo doodeenvoudige berekening dat ik mij niet kan begrijpen wat men daartegen zou kunnen aanvoeren. De heer Zillesen heeft gezegd: »Gij vergeet dat tegenover die kosten de f 1800 huur slaan die wij van Notarissen zullen ontvangen." Maar hij vergeet op zijn beurt dat de huur van het overige gedeelte van den Burg aanzienlijk zal verminderen, omdat het grootste gedeelte er van wordt genomen voor Notarishuis. Dat dit verlies zou worden gedekt door de f 1800 huur van Nota rissen, ra. a. w. dat de Notarissen een huur zouden betalen overeen komende met den lageren huurprijs van den Burgdaarover is, wanneer ik m(j wel herinner, bij eene vorige gelegenheid eens ge sproken de heer Zillesen was toen nog geen lid van den Raad maar verder is men niet gekomen. Maar die 1800 dus buiten rekening latende, zeg ik nog eens, dat het plan van 87500 mij te duur is. Niet de school zelve, maar het geheele plan is mij te duur. Ik zou zoo gaarne eens hooren hoe de deskundige leden van den Raad over dat plan oordeelen, of zij meenen dat een school voor 600 kinderen niet goedkooper gemaakt kan worden dan volgens dit plan. De heer Alma. Hoewel ik het laatste gedeelte van de vraag van den heer Van der Hoeven niet geheel kan beantwoorden, wensch ik toch als mijne meening te kennen te geven, dat zijne berekening van (als ik goed verstaan heb) 150 per zitplaats, op een misverstand berust. Dat eene berekening van kosten, per zitplaats, niet veel be wijst, oindat men daarbij met verschillende factoren rekening moet houden is reeds door den Voorzitter in het licht gesteld. Wanneer ik den heer Van der Hoeven goed begrijp, komt hein de prijs voor de te bouwen school te hoog voor, naar aanleiding van de vergelijking met de te Amsterdam per plaats betaalde som, maar die vergelijking is daarom niet juist, omdat bij de berekening van Amsterdam alleen het gebouw ten grondslag ligt, terwijl daarbij hier door hem worden aangenomen, de kosten benoodigd voor aankoop van terrein, meubelen enz. Wanneer men bij de berekening van kosten voor de school te Amsterdam voegt die, welke voor aankoop van terrein, enz. benoodigd waren, ben ik zeker dat, vooral bij de hooge prijzen van bouwterrein aldaar, de kosten aanmerkelijk hooger zouden z(jn. De heer Van der Hoeven. De heer Alma heeft mij goed begrepen. Maar dat alles neemt niet weg, dat het plan met zijn nasleep zeer duur is. Wij bouwen geen scholen op een Marnixkade, maar wij moeten goede en goedkoope scholen oprichten. En nu beweer ik, dat een school, die ons op f 152 per zitplaats komt te staan, voor ons veel te duur is; het schoolgebouw moge slechts f 65000 kosten, de gemeente heeft toch wel degelijk voor de geheele zaak 87500 noodig, en dit hooge bedrag is de reden, waarom ik tegen het voor stel stemmen zal. De Voorzitter. De heer Van der Hoeven stelt zich op een zeer vreemd standpunt. Wilde men zijn beginsel consequent doordrijven, dan zou men er toe moeten komen om naarmate de grond duurder is, minder voor den schoolbouw te besteden. Wij hebben echter voor de vergelijking met andere scholen, met de bijkomende omstan digheden niets te maken; wij moeten, om tot een practisch resultaat te geraken, gebouwen met gebouwen vergelijken, maar niet grond met grond. Voor het schoolgebouw is 57001) geraamd: voor 576 kinderen is dit dus iets minder dan f 100 per zitplaats. Wij bouwen thans niet te duur, wanneer wij voor de geheele zaak 87500 be steden; de kosten voor den grond zijn buiten de berekening en indien de prijs daarvoor te duur is. dan mag men dit niet op den bouw verhalen; dit zoude natuurlijk ten gevolge hebben dat men minder solide ging bouwen. Ik heb, behalve die kostenberekening per zitplaats, nog een andere voor mij liggen, nl. een per M3., waarmede gewoonlijk de kosten door de aannemers worden berekend. Op die wijze zou de school op 6.50 per M3. komen te staan. In Amsterdam heeft men een school, die f 5.29 per M3. gekost heeft; in den Haag t 5.85, 6 en 6.75 per M3,; te Arnemuiden f 6.65 per M3. en te Haarlem t 6.62 per M3. En nu lette men er wel op dat het cijfer van 6 50 voor deze school eene raming is, terwijl de andere cijfers betrekking hebben op be kende uitkomsten. Deze cijfers hebben alweder slechts eene betrekkelijke waarde, maar kunnen in alle geval aanloonen, dat wij niet buitengewoon duur bouwen. Voor eene vergelijking met andere gebouwen, moet men zich tot die gebouwen bepalen: aankoop van grond en alle andere bijomstandigheden moeten uit den aard der zaak buiten be schouwing blijven, als men een juiste vergelijking van in de kosten wil maken. De heer Kaiser. Ik wensch U eene vraag te doen M. d. V.! Ik heb geinformeerd naar de school van Wuyster, die ook voor 600 kinderen is ingericht, en slechts 45000 gekost moet hebben; hierbij kwamen nog f 6000 voor een gymnastieklokaal, zoodat de geheele zaak op 51000 is te slaan gekomen. Deze kosten verschillen dus J 14000 met de thans voorgestelde. Nu is mijn vraag deze: YVaaraan worden die T 14000 besteed, aan luxe of aan meerdere soliditeit. De Voorzitter. Het antwoord op de vraag van den heer Kaiser kan zeer eenvoudig zijn. Gedeeltelijk natuurlijk hangen de kosten van een werk af van den prijs der materialen. Maar in de tweede plaats is het door D opgenoemde cijfer het resultaat van eene gehouden aanbesteding, terwijl hel hier nog geldt het cijfer van eene raming. Het groote verschil ligt volstrekt niet in eene zekere luxe of in ver sieringen. Wij hopen wel een gevel te verkrijgen die iets fraaijer zal zijn dan die van de school op de Mare, waarvan men nu juist niet kan zeggen dat hij veel tot verfraaiing van den ingang der stad bijdraagt; maar de kosten van een meer sierlijken gevel zullen de totaal uitgaaf met nog geene J 1000 verhoogen. Er koint nog iets bij waardoor de vergelijking met de school op de Mare niet juist kan zjjn. De nu geprojecteerde school zal twee verdiepingen hebben, die op de Mare heeft er sleehts eene; maar hetgeen nog meer afdoet, de eischen voor den bouw der scholen door de wet gesteld, zijn nu grooter dan toen. Er zijn derhalve verschillende punten die eene bepaalde ver gelijking onmogelijk maken. Het voornaamste is evenwel dat wij nu te doen hebben met eene raming, terwijl het door den heer Kaiser genoemde cijfer het resultaat is eener aanbesteding en hij dus twee ongelijksoortige grootheden met elkander vergelijkt. De heer Kaiser. Er bestaat dus kans dat de ons voorgestelde som zal verminderd worden met f 14000? De Voorzitter. Of daarop veel kans bestaat weet ik niet, maar tegen de wijze waarop U het woordje dus bezigt moet ik opkomen. Ik geef niet toe dat de door U gemaakte gevolgtrekking uit mjjn antwoord op uwe vraag te maken viel. De heer Juta. M. d. V.! Een kort woord slechts ten aanzien van hetgeen U ten mijnen opzichte geantwoord hebt. Ik stem niet tegen het voorstel van Burg. en Welh. omdat plan E wat goedkooper is, maar omdat het dertig duizend gulden goedkooper is. Bovendien is genoemd plan wel degelijk zeer uitvoerig door de Schoolcommissie onderzocht, besproken en bestreden. De reden waarom ik nu eigenlijk het woord vraag is gelegen in sub. 3 van de voorwaarden heeren Notarissen opgelegd. Daar lezen wij: »de Vereeniging zal daags vóór en op de dagen van verkooping mogen beschikken over het plein van den Burg voor de uitstalling van de te verkoopen voorwerpen en tot het verkoopen dier zaken, zonder tot betaling van huur voor het plein aan de gemeente of tot ver goeding aan den huurder van het tot kofTiJhuis ingericht gedeelte van den Burg verplicht te zijn." Nu stel ik mij voor dat op de dagen dat eene verkooping zal plaats hebben, waarop dus het plein bedekt zal zijn met verschillende goederen, het bezoek aan het koffijhuis ook drukker zal zijn dan op andere dagen. Nu zou het kunnen gebeuren dat juist op die drukke dagen de toegang tot het koffijhuis geheel versperd was door de uitstalling der te verkoopen voorwerpen, wat ten nadcele van den pachter zou strekken. Ik meende hierop de aandacht van Burg. en Weth. te moeten vestigen, omdat nu nog gemakkelijk in dat bezwaar voorzien kan worden. De Voorzitter. Ik geloof niet dat dit tot eenig bezwaar aanleiding zal kunnen geven, want de dagen dat het plein noodig is voor uit stalling van roerende goederen zijn niet de zoogenaamde marktdagen, zoodat daardoor waarschijnlijk geen hinder zal worden veroorzaakt aan het bezoek van het koffijhuis. Het zal integendeel voor den pachter wellicht eenig meerder voordeel geven, dat verkoopingen enz. bij zijn koffijhuis plaats vinden. De heer Juta. Mits dc toegangsweg tot zijn koffijhuis niet ver sperd is. De Voorzitter. Daarvan kan geen sprake zijn. De heer Zillesen. Ik wensch den heer Van der Hoeven dank te zeggen voor de, mijns inziens, juiste terechtwijzing die ik van hem ontvangen heb. Ik was toen die kwestie hier te berde werd gebracht nog geen lid van den Raad. Had ik geweten dat er toenmaals reeds over gesproken was, dan zou ik de zaak zeker nn niet ter sprake hebben gebracht. Aan den anderen kant kan ik evenwel niet medegaan met de meening dat de kosten per zitplaats nog zouden moeten worden verhoogd met de kosten van overname van het Notarishuis. Ik beschouw dat als een uitvloeisel, zooals ook door den heer Alma erkend is geworden, van afzonderlijke omstandigheden. Ware hier een geschikte plaats voor de school te vinden geweest, dan zouden wij alleen de bouwkosten te betalen hebben gehad. Dit is nu ongelukkigerwijze het geval niet geweest. De beraadslaging wordt gesloten. Punt I van het voorstel van Burg. en Weth.: te besluiten tot aan koop van het Notarishuis aan de Langebrug voor de oprichting van een vierde school van de derde klasse en tot oprichting van die sehool op het terrein van het Notarishuis en den daarachter gelegen aan de gemeente behoorenden grond. In stemming gebracht wordt aangenomen met 14 tegen 9 stemmen. Voor stemden de heeren Le Poole, Van Reenen, Schneilher, Knappert, Bool, Van Buttingha Wichers, Du Rieu, Zaaijer, Alma, Zillesen, De Goeje, Nijkamp, Was en de Voorzitter. Tegen stemden de heeren: Koetser, Tieleman, De Sturler, Fockema Andreac, Van der Hoeven, Juta, Verster van Wulverhorst, Hasselbach en Kaiser. De heer Van Hamel hield zich buiten stemming. Punt 2Burg. en Weth. te machtigen om met de Veheeniging der Leidsche Notarissen eene overeenkomst op de bovengemelde grond slagen aan te gaan. Wordt aangenomen met 21 tegen 2 stemmen, die van de heeren Koetser en Tieleman, terwijl de heer Van Hamel zich buiten stemming hield. De Voorzitter. Thans zal ik aan stemming onderwerpen punt 3: Een bedrag van f 87500 benoodigd voor de uitvoering van bedoelde overeenkomst en de oprichting van de school beschikbaar te stellen te vinden uit de Buitengewone ontvangsten, door vaststelling van den hierbij overgelegden suppleloiren staat, strekkende tot verhooging van de begrooting voor 1888 als volgt: Volgn. 103. Onderhoud van huizen enz. met f 8000 voor de inrichting van een gedeelte van den Burg tot verkoophuis van roerende en onroerende goederen. Volgn. 134. Kosten van het stichten van schoollokalen met 79500 voor den aankoop van grond en de oprichting van eene vierde schooi van de derde klasse met Gymnastieklokaal en meubilair, en in Ontvangst. Volgn. 42. Vergoeding van het Rijk overeenkomstig art. 45 der Wet op het Lager Onderwijs met f 23850, zijnde 30 pCt. van de raming der kosten van den aankoop van grond en de stichting van het schoollokaal in het vorig Volgn. uitgetrokken. Volgn. 53. Geldleening ter voorziening in de kosten van buitengewone werken, thans voor Memorie uitgetrokken, te brengen op f 63650,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1888 | | pagina 11