3 voor de Huishoudelijke Verordeningen het voorstel heeft onderzocht, en er geen bezwaren tegen heeft. Op de vraag van den heer Van Hamel kan ik echter op 't oogen- blik geen antwoord geven; ik zou nu geen ander geschikt lokaal kunnen aanwijzen; maar ik wil wel belooven deze zaak bij het College van Burg. en Wcth. ter sprake te zullen brengen. Gelukkig geldt het bezwaar slechts voor zeer weinigen, want onze kiezers zijn over 't al gemeen nogal goed ter been. De militairen worden volgens de wet geacht hunne woonplaats te hebben in de plaats waar zij in garnizoen liggen; als zij een jaar in dat garnizoen zijn geweest, zijn zij ingezetenen. Dit geldt dus ook voor de officieren, die in de buitenwijken rond Leiden wonen; zij bijv., die op den Stationsweg wonen, voor zoover die onder Üegstgeest behoort, worden in de derde afdeeling ingedeeld en zoo gaat het eveneens met andere militairen; zij ressorteeren onder de afdeelingen, waarbij zij het dichtst wonen. Bij de toezending van de stembriefjes wordt in de geleidende missive aan iederen kiezer medegedeeld, waar hij zijne stem moet uitbrengen. De militairen die buiten Leiden wonen, kunnen dus daaruit zien tot welke afdeeling zij geacht worden te behooreu. De lieer Juta. Er wordt nu voorloopig bepaald, dat het gymnas tieklokaal van dc school op dc Mare als stembureau gebruikt zal worden? Ik hoop echter, dat Burg. en Wetb. na verloop van tijd een meer geschikt ik zou haast zeggen een minder ongezellig lokaal zullen vinden. De leden van het stembureau moeten in dat lokaal van negen uur 's ochtends tot vijf uur 's avonds meest zittende en schrijvende doorbrengen; het is er ongezellig en tochtig daar de deur onmiddellijk toegang geeft tot de straat. Daarom komt 't mij wenschclijk voor, om zoo mogelijk naar eene meer geschikte localiteit om te zien. De Voorzitter. Wij hebben slechts dit lokaal voorloopig aange wezen, omdat ons geen ander geschikt lokaal bekend was. Maar ik wil gaarne den heer Juta belooven, dat wij ons best zullen doen een plaats uit te zoeken die zoo aangenaam is, dat de leden van het stembureau die met leedwezen zullen verlaten. Dc discussiën worden alsnu gesloten en het voorstel zonder hoofde lijke stemming aangenomen. VII. Verzoek van P. M. Van Lieshout, om eene uitloozing te maken in de Spilsteeg. (Zie Ing. St. n". 1, 1888.) VIII. Idem van Gebr. Van Hoeken, ter bekoming in gebruik van eon gedeelte grond aan de Haarlemmertrekvaart. (Zie Ing. St. n°. 1, 1888.) Worden zonder disenssie of hoofdelijke stemming toegestaau. IX. Tweede Suppletoir Kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1887. Zonder discussie of hoofdelijke stemming vastgesteld op een bedrag van 876,95. X. Verzoek van J. Koelman, om tegemoetkoming wegens minder opbrengst der tolgelden aan den Rijnsburgervliet. (Zie Ing. St. n°. 276.) De Voorzitter. Dit verzoek Js in handen gesteld van de Commissie van Financiën, die zich met ons voorstel vereenigen kan. XI. Idem van J. De Haan, om een stoep te leggen. (Zie Ing. St. n°. 5, 18S8.) Worden zonder discussie of hoofdelijke stemming toegestaan. De Voorzitter. Vraagt nog iemand het woord De heer De Goeje. Wanneer het mij veroorloofd is, zou ik wel een vraag willen doen aangaande de Gehoorzaal. Dit verzoek wordt toegestaan. De heer De Goeje. Ik geloof, M. d. V.! dat 't velen met mij ge bleken is bij de laatste twee concerten in de Gehoorzaal, dat wanneer het ongeluk mocht willen dat er in die zaal brand uitbrak, er groot gevaar voor de bezoekers zou ontstaan. Zelfs wanneer de menschen geen haast hebben, men niet dringt en elkaar beleefd laat passeeren, heerscht er in den gang een groot gedrang. Denkt men zich daar nu een paniek, en de ongelukken zijn niet te overzien. De toegang tot de gallery is vrij nauw; ik heb daar eens gezeten, en ik moet eerlijk bekennen, blij te zijn geweest toen ik er weer veilig beneden was. Het is wenschelijk dat daarin verbetering ge bracht wordt, voordat ons een ongeluk getroffen heeft. Ik zou bovendien willen vragen of er middel zou wezen den uitgang naar de straat te verbeteren. Nu is 't reeds een eenigszins angstig oogenblik als men bij geheel onvoldoende verlichting de trapjes nadert, bijna geen grond meer voelt, en er als 't ware wordt afgedragen. Bjj gedrang kan het hier gevaarlijk worden. Ik kom thans met deze vragen in de hoop, dat Burg. en Weth. de zaak spoedig in onderzoek zullen nemen, zoodat in den aanstaanden zomer de gewenschte verbeteringen kunnen uitgevoerd worden. De Voorzitter. Ik kan den heer De Goeje dadelijk antwoorden. De zaak is reeds onderzocht, en er is thans een voorstel van den Gemeente-Architect bij Burg. en Weth. in overweging. De kosten voor de noodige veranderingen worden in dat voorstel op f 2500 geraamd, en daarom wenschen wij het aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. Wij zullen deze zaak, zoodra zij rijp is voor een openbare behandeling, bij den Raad brengen. De kwestie van meerdere verlichting kunnen wij echter reeds dadelijk in orde brengen. De heer Verster van Wulverhorst verlaat de Vergadering. De heer De Sturler. M. d. V.! Nu er toch over de Gehoorzaal gesproken wordt, zou ik wel eens willen vragen of er niet een andere kleur aan dat lokaal te geven ware. Weinig menschen zullen de tegenwoordige kleur mooi vinden. De deuren hebben bovendien nog een andere lint dan de muren, hetwelk het geheel nog onbehaaglijker maakt. Daarbij komt nog M. d. V., dat de kleur te veel licht ab sorbeert; wordt de nieuwe verlichting aangebracht dan zal men toch niet over die verlichting voldaan zijn, iets wat zeker het geval zoude wezen als de lichte muurvlakte ware behouden gebleven. De Voorzitter. De heer De Sturler zegt dat hij de zaal thans zeer leelijk vindt: dat is eigenlijk een kwestie van smaak! Er zijn weer vele anderen die de tegenwoordige kleuren zeer mooi vinden, en om nu een kleur uit te denken die iedereen bevalt, dat zal niet gemakkelijk gaan. Dc deuren moeten nog geverfd worden, daarvoor staat een som op de Begrooting van dit jaar; wanneer de deuren en de rest van de zaal geverfd zijn, en er is meer harmonie in de kleuren, dan zal, hetgeen nu wordt afgekeurd, zich misschien anders en beter voor doen. Ik wil U echter wel eerlijk bekennen, dat ik zelf dc tegenwoordige kleur ook niet zoo bijzonder mooi kan vinden; maar dc menschen, die er verstand van schijnen te hebben, zeggen, dat dit nu eigenlijk de ware kleur is; men klaagt nu dat zij veel licht absorbeert, maar vroeger klaagde men juist over het omgekeerde, nl. dat men hinder had van de schitterende witte muren, die geen licht absorbeerden, maar alles terugkaatsten, 't Is dus moeilijk, wanneer men zelf geen deskundige is, hierin een beslissing te nemen, en nog moeielijker 't iedereen naar de zin te maken. De heer De Sturler. Ik heb nog niemand gesproken, die dc tegen woordige kleur mooi vindt. Dc Voorzitter. Ik heb daarentegen menschen gesproken, die meen den dat wij nu eerst op den goeden weg waren, en blij waren van de helwitte kleur van vroeger ontslagen te zijn. Ik herhaal echter, dat ik mij niet voor deskundige uitgeef, en mijn oordeel over den stijl en de kleur van de zaal voor beter geef. De discussiën worden alsnu gesloten. Niets meer aan dc orde zijnde, wordt de Vergadering gesloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van GEBROEDERS MURÉ.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1888 | | pagina 3