112 Het aantal kiezers bedraagt volgens de thans nog van kracht zijnde lijsten, voor de Tweede Kamer 1308, de Provinciale Staten 1300, den Gemeenteraad 1887, waarvan in de Ic Afd. Wijk 1, 2, 3 en 4, 812 en in de 2c afdceling wijken 5. 6, 7. 8 en 9, 1075. Nu het aantal kiezers voor de drie collegien vermoedelijk zal bedragen 2500 a 2600, is ccnc verdeeling in drie afdeelingen voorzeker zeer gcwenscht en in het belang van een regelmatigen gang van zaken. Wij geven Uwe Vergadering*)alsnu in overweging le. met intrekking van de bovenaangehaalde Verordening van 23 Mei 1861, vast te stellen de navolgende Verordening omtrent de vcr- deeling der gemeente Leiden in afdeelingen, ter inlevering van de stembriefjes bij de verkiezing van leden voor den Gemeenteraad. Art. 1. De gemeente wordt, ter inlevering van de stembriefjes bij de verkiezing van leden voor den Gemeenteraad, in drie afdeelingen verdeeld. Art. 2. In elk dier afdeelingen is een bureau van stemopneming gevestigd. Art. 3. De le afdeeling, bevattende de wijken 1, 2 en 4, heeft het bureau op het Raadhuis, alwaar worden ingeleverd de stembriefjes door de kiezers, voorkomende op de kieslijsten der ver melde wijken. -Dit bureau is het hoofdbureau. Art. 4. De 2e afdeeling, bevattende de wijken 3, 7 en 8 en de 3e afdeeling. bevattende de wijken 5, 6 en 9, hebben elk het bureau ter plaatse door Durg. en Weill in eene dier wijken aan te wijzen, al waar worden ingeleverd de stembriefjes door de kiezers, voorkomende op de kieslijsten der genoemde wijken. Deze bureau's zjjn de onderbureau's. Tot toelichting zij nog medegedeeld dat het wenschelijk wordt geacht de aanwijzing van de plaatsen waar de stembriefjes van de onder bureau's moeten worden ingeleverd niet in de Verordening op te nemen, ten einde eene eventueele wijziging van de aangegeven plaats te vereen voudigen. In de bestaande Verordening is dan ook voor de tweede afdee ling geen plaats aangewezen, en zulks in afwijking van de eerste Veror dening van 20 Juni 1853, waarbij was bepaald dat het onderbureau gevestigd zoude wezen in de Lakenhal. De Burg kan voor de nieuwe tweede afdeeling, bevattende de wijken 3, 7 en 8 behouden blijven, terwijl voor de nieuwe derde afdeeling, bevattende de wijken 5, 6 en 9, voorloopig ons het meest geschikt voorkomt het schoolgebouw 3e klasse n°. 3 aan de Mare, waarvan het afzonderlijk gelegen Gym nastieklokaal met een toegang aan de zijde van de Lammermarkt voor dit doel zoude kunnen worden aaangewezen. In de tweede plaats geven wij U in overweging ons te machtigen de noodige aanvrage te doen voor gelijke verdeeling van de gemeente in drie afdeelingen als bovenomschreven voor de verkiezing van leden der Provinciale Staten en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Wat betreft de benoeming van onderbureau's ter opening van de stembriefjes is bij Kon. Besluit van 18 Augustus 1850, n 2, de Ge meenteraad gemachtigd tot het benoemen van een onderbureau ten einde het hoofdbureau in het openen der stembriefjes ter benoeming van leden der Tweede Kamer in te leveren, behulpzaam te zijn en is bij Kon. Besluit van 23 Augustus 1851, n°. 64, gelijke machtiging verleend tot het benoemen van drie onderbureau's voor de hulp by het openen van de sterabrieQes ter benoeming van leden van den Gemeenteraad. Van deze machtiging is bij periodieke aftredingen van leden van den Gemeenteraad alsmede bij gelijktijdige verkiezingen van leden van den Gemeenten en van de Tweede Kamer of Provinciale Staten gebruik gemaakt. Inmiddels is de tweede zinsnede van art. 57 der Kieswet krachtens welke bedoelde machtigingen zijn verleend thans gewijzigd bij art. 4 der Wet van 30 December 1887 (Stbl. n°. 257) waarbij o. m. is bepaald dat in gemeenten, waar de opening schijnen mocht niet in ééncn dag te kunnen afloopen het College van Dagelijksch Bestuur uit de Voorzitters en leden van de bureaux van stemopneming een of meer onderbureaux kan benoemen, om het hoofdbureau in het openen behulpzaam te zijn. Wordt alsnu de gemeente overeenkomstig ons voorstel in afdeelingen verdeeld ook voor de verkiezingen van leden van de Tweede Kamer dan kan, zoo noodig, gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid bij art. 2 der bovenaangehaalde Wet van 30 December 1887 (Stbl. n°. 257) tot wijziging van eenigc artikelen der Kieswet, aan den Gemeenteraad verleend om bij Verordening te bepalen dat leden van bureaux door het College van Dagelijksch Bestuur worden aan gewezen uit kiezers, inwoners der gemeente, die telkens voor twaalf maanden daartoe door de Gemeenteraad worden benoemd ten getale van ten hoogste het dubbele der leden van den Gemeenteraad. Wanneer de behoefte mocht blijken om van deze bevoegdheid gebruik te maken zal een daartoe strekkend voorstel bij Uwe Ver gadering worden aanhangig gemaakt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth, van Leiden. N°. ars. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 1824 December 1887. N°. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 Dec. 18 4.15-6.15 7 17.4') 2 19 4.15—6.15 8 16.8 3 20 4.15—6.30 7 17.0 4 21 4.15—6.30 8 16.4 5 22 4.15—6.15 7 17.0 6 23 4.15—6.15 8 17.2 7 24 4.15—6.15 8 17.4 Dit beteekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.6 Liters per uur van zulk gas verbrandt, in een Sugg's London Argand Stan dard burner n°. 1, met 24 gaatjes, een licht wordt verkregen, dat in sterkte gelijk staat met 17.4, 16.8 enz. Standaardkaarsen, waarvan elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt. Namens de Commissie der Gasfabriek D Van der Horst. Te Leiden ter Boekdrukkerij van GEBROEDERS MURÉ. 9 9 9 9

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1887 | | pagina 2