102 Wij achten deze beperking niet noodig, terwijl de te bieden huursom daardoor wordt verminderd, zoodat wordt voorgesteld in de plaats daarvan te lezen: De verhuring geschiedt om te beweiden met koebeesten paarden en schapen. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging ons te machtigen tot eene openbare verhuring van de twee genoemde perceelen over te gaan onder de bovenomschreven gewijzigde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wcth. van Leiden. N°. 248. Leiden, 21 November 1887. In de stukken betrekkelijk het voorstel tot het in gebruik geven van een gedeelte van den gedempten grond der Kool- en Brandewijns grachten, waartoe in de zitting van 26 Mei jl. is besloten, werd mede gedeeld dat de kosten van de plaatsing van den muur langs den in gebruik te geven grond zouden kunnen worden gevonden uit de voor de demping toegestane som. De kosten van de plaatsing van den muur hebben bedragen 1239 en moeten worden gevonden uit de begrooting voor dit jaar, terwijl de demping van de Kool- en Brandewijnsgraehten heeft plaats gehad in 1886 en de kosten zijn voldaan uit de begrooting voor dat jaar. Inmiddels is, zooals uit de rekening over 1886 blijkt, hetgeen min der is uitgegeven voor de demping dan daarvoor werd toegestaan be dragende voor de demping van de genoemde grachten en van de Zijdgracht 2063 83, begrepen in het batig saldo van 1886 als eerste post van ontvangst voorkomende op de begrooting voor 1888 en is een gelijk bedrag uitgetrokken op Volgn. 181 dier begrooting, Aankoop van Inschrijving op het Grootboek, op grond dat de voor de demping toegestane gelden zijn gevonden uit de Buitengewone ontvangsten en wel uit bet overschot van de 4 perccnts gcldleening en hetgeen van die gelden niet is gebruikt moet bestemd worden voor kapitaalbelcgging of aflossing van schuld. Op de begrooting voor 1887 zullen alsnu de noodige gelden moeten worden aangewezen voor de betaling van de kosten van den muur ad 1239 bovengemeld, terwijl deze gedekt moeten worden uit de buitengewone ontvangsten of wel door evenredige vermindering van den voor Aankoop van Inschrijving bestemde gelden, aangezien wan neer die uitgave had kunnen worden bestreden uit den post voor de demping der grachten, het batig saldo dat als eerste post van ont vangst op de begrooting voor 1888 voorkomt in evenredigheid minder zoude hebben bedragen en evenzeer de post Aankoop van Inschrijving op dezelfde begrooting. Wij geven Uwe Vergadering alzoo in overweging in de bedoelde uitgave te voorzien door verhooging van Volgn. 90, Onderhoud van Straten enz. der begrooting voor 1887 met 1239, te vinden door afschrijving van dat bedrag van Volgn. 181, Aankoop van inschrijvingen op het grootboek. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 249. Leiden, den 21 November 1887. Ter vervulling ccner vacature aan de Meisjesschool 2e klasse, hebben wij de eer Uwe Vergadering hierbij over te leggen eene voordracht ter benoeming van een derde onderwijzeres, op eene jaarwedde van f 530 vermeerderd met 100 voor het geven van onderwijs in de Fransche taal, als: 1®. Adriana Cornelia Hofman, onderwijzeres te 's Gravenhage 2°. Bernardine Van Itallie, onderwijzeres te Maastricht en 3°. Christina Makkink, onderwijzeres te Waardenburg, wonende te Zalt-Boramcl. Ue voordracht is opgemaakt in overleg met den heer Arrondissements- Schoolopziencr, na ingewonnen bericht van het hoofd der school, terwijl de betrekkelijke stukken in dc Leeskamer ter inzage zijn nedergelegd. Wij nemen de vrijheid U te verzoeken tot eene benoeming te willen overgaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 250. Leiden, den 24 November 1887. De Commissie van Financiën heeft dc eer U mede te deelen dat er bij haar geen bezwaar beslaat tegen het voorstel van Burg. en Weth. in zake het brengen van eene wijziging in dc kleeding van de politic-beambten, zoodat zij Uwe Vergadering in overweging geelt dc door genoemd College gevraagde machtiging te verleenen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. Tc Leiden ter Boekdrukkerij van GEBROEDERS MURE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1887 | | pagina 2