GËMËËNTËRAAl) VAN LEIDEN.
97
I
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 238. Leiden, 31 October 1887.
Onder overlegging van nevensgaand adres geven wij Uwe Vergade
ring in overweging aan J. A. Bientjes wegens vertrek uit de gemeente
met 1 November a. s. terugbetaling te verleenen van schoolgeld, lager
onderwijs, voor een kind, leerlinge der Meisjesschool le klasse en
twee kinderen, leerlingen der Leerschool, over de maanden November
en December dezes jaars, tot een bedrag van 14.als ƒ10voor
de Meisjesschool le klasse en 4.voor de Leerschool.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Jan Alle Bientjes, dat
hij zich met 1 November e. k. in de gemeente Zutphen gaat vestigen
en zijne kinderen: Constance, Jan Alle en Marius Nicolaas op den
laatsten dezer maand (October) de openbare scholen der le en 2e
klasse, waarop zij geplaatst zijn, verlaten zullen;
dat hij op dien grond verzoekt, overeenkomstig het bepaalde in
art. 2 van het Raadsbesluit van den 11 den November 1880 (Gemeentebl.
v. L. N°. 9 van 1882) hem gedeeltelijke teruggave van het betaalde
schoolgeld over 1887 toe te staan.
Hetwelk doende enz.,
Leiden, 30 October 1887. J. A. Bientjes.
N°. 233. Leiden, 3 November 1887.
Onder overlegging van nevensgaande stukken geven wij Uwe Ver
gadering in overweging aan J. Wuyster eervol ontslag te verleenen
als leeraar aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen
met 1 Januari a. s.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 29 October 1887.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Jacob Wuyster, leeraar
aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen alhier,
dat hij zijne betrekking aan bovengenoemde inrichting wenscht
neder te leggen
reden, waarom hij U verzoekt hem, als leeraar aan de Kweek
school, tegen 1 Januari e.k. eervol ontslag te verleenen.
't Welk doende enz.,
Aan den Gemeenteraad van Leiden. J. Wüïster.
Leiden, den 31 sten October 1887.
Ter voldoening aan de uitnoodiging, vervat in uwe Apostille van
den 29sten dezer, N°. 3004, heb ik de eer U te berichten, dat de
Heer Jb. Wuyster, leeraar aan de Kweekschool voor onderwijzers en
onderwijzeressen alhier, sedert 1 Januari dezes jaars met goedkeuring
van het College van Dagelijksch Bestuur en den Districtsschoolopziener,
wegens huiselijke belangen, tijdelijk en voor zooverre de afdeeling B
betreft, vervangen wordt, en nu, naar ik zeker meen te weten, ter
behartiging dier belangen ontslag vraagt. Het verzoek doet mij leed,
maar ik moet de reden eerbiedigen. De Heer Wuyster heeft zich
steeds met ijver en nauwgezetheid van zijne verplichtingen gekweten
en ten volle verdiend, dat het ontslag hem eervol gegeven wordt.
Tegen den genoemden datum bestaat bij mij geen bezwaar.
Aan den Heer Burgemeester De Directeur der Kweekschool voor
van Leiden. onderwijzers en onderwijzeressen,
J. A. Van Dijk.
's Gravenhage2 November 1887.
Met terugzending van nevensgaande stukken, mij bij nevenvermeld
schrijven toegezonden, heb ik de eer U te berichten dat ik mjj ge
heel met het advies van den Directeur der Kweekschool verecnigen
kan en daarom de vrijheid neem U voor te stellen den Heer Jb. Wuyster
eervol uit zijne betrekking van onderwijzer aan de Kweekschool te
ontslaan tegen I Januari e. k.
Aan HH. Burg. en Weth. De Schoolopziener in het district
van Leiden. 's Gravenhage
W. Van Marken.
Nö. 234. Leiden, 7 November 1887.
In onze handen is gesteld het voorstel van Burg. en Weth., strek
kende om Volgn. 92 der begrooting van het loopendc jaar met ƒ550
te verhoogen, door afschrijving van den post voor Onvoorziene Uil
gaven.
Onder het bedoelde volgnummer is op die begrooting uitgetrokken
een som van f 1800 voor «onderhoud van wandelplaatsen en plant
soenen" en wel, volgens de specificatie in de Memorie van Toelichting
»voor heesters, graszoden, bloemen, grint, aanschaffing en onderhoud
van zitbanken 800 en voor onderhoud van en toezicht in het
Park 1000". Burg en Weth. gronden hun voorstel op een
rapport van de Commissie van Fabricage (Ing. St. 231). volgens
hetwelk »uit de toegestane 1000 voor kosten van onderhoud" reeds
zijn uitgegeven ƒ1110, terwijl over de laatste drie maanden nog zul
len noodig zijn J 350 en voor aanschaffing van waterkranen en slangen
nog daarenboven tot een bedrag van f 200 wenschelijk wordt geacht.
Wij achten door deze mededeelingen de voorgestelde verhooging
niet voldoende gemotiveerd.
De tjjd voor besproeiing van hel Park is voor dit jaar voorbij; het
schjint ons daarom wenscheljjker eene uitgave voor kranen en slangen,
welke daartoe moeten strekken, uit de begrooting voor 1888 te be
strijden.
Maar zelfs, al wilde de Raad deze uitgave van 200 ten laste der
loopendc begrooting brengen, zoo zou nog uit de ons verstrekte ge
gevens de noodzakelijkheid eener verhooging van Volgn. 92 niet blijken.
Er wordt verschillend gedacht over de beteekenis der specificatie
van de begrootingspostcn in de Memorie van Toelichting. Wij voor
ons achten het Dagelijksch Bestuur aan die specificatie zeer stellig
gebonden cn betreuren bet dan ook, dat de bcgrooting voor onder
houd van het Park thans reeds met 110 overschreden is.
Maar, hoe men hierover ook oordeele, zeker behoort tot verhooging
van een post in z(jn geheel niet te worden besloten, wanneer niet is
gebleken, dat deze onvoldoende is ter bestrijding van alle onderdec-
len van den post te zamen.
Dit nu volgt niet uit de ons verstrekte becijfering, die slechts ééne
der onderdeelen raakt. Wij achten alzoo het voorstel onvoldoende
gemotiveerd, en hebben de eer den Raad te adviseeren om, alvorens
daaromtrent een eindbesluit te nemen, Burg. en Weth. nader inlich
tingen te verzoeken omtrent de volgende punten:
a. of de bloem- en heestergewassen tot een bedrag van 230 en
het grint tot een bedrag van 80 (in het rapport der Commissie
van Fabricage vermeld) uitsluitend zijn gebezigd voor het Park aan
het Steenschuur?
b. hoeveel tot nog toe is uitgegeven op Volgn. 92 in zijn geheel,
en waartoe die uitgaven hebben gestrekt?
c. waarop de berekening steunt, dat in de laatste drie maanden
van dit jaar voor onderhoud van het Park f 350 noodig zal zijn.
Inlichtingen betreffende de punten a en 6 komen ons niet het minst
daarom gewenscht voor, omdat het twijfelachtig mag worden gerekend
of de aankoop van heesters, graszoden, bloemen en grint moet wor
den bestreden uit de ƒ1000 voor onderhoud van het Park, daarvoor
de aanschaffing van deze artikelen reeds afzonderlijk een som van
f 800 op de begrooting is uitgetrokken.
Onafhankelijk van deze inlichtingen zijn wij vau oordeel, dat de
Raad de f 200 voor waterkranen en slangen thans niet behoort toe
te staan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financien.
N". 235. Leiden, 7 November 1887.
Zooals Uwe Vergadering bekend is, wordt het gebouw op de Aal
markt steeds kosteloos ter beschikking gesteld van het Rijk om te
worden gebruikt als Telegraafkantoor. Vermits nu in het onderhoud
door en voor rekening van de gemeente wordt voorzienwelk onder
houd eene uitgave vordert van 75 a 80 per jaar, terwijl in de
laatste zes jaren ongeveer 300 voor buitengewone werkzaamheden
aan het gebouw werd uitgegeven, hebben wij ons verplicht geacht
de Regeering in overweging te geven om eene voor dit onderhoud
jaarlijksche vergoeding aan de gemeente uit te keeren, waarvoor te
meer termen bestaan nu het Rijk reeds een 25-tal jaren het kosteloos
gebruik heeft genoten en de opbrengsten van het Telegraafkantoor
in de laatste jaren niet onbelangrijk zijn toegenomen.
Het is ons aangenaam U thans te kunnen mededeelen dat de Minister
van Waterstaat, Handel en Nijverheid ons in antwoord op ons ver
zoek, bij schrijven van 3 November jl. heeft bericht dat Z. E. bereid
is, te rekenen van 1 Januari a. s. van Rijkswege een bedrag van ƒ80
per jaar voor het gewone onderhoud van de Rijkstelcgraaflokalen aan
deze gemeente te vergoeden, en eventueele buitengewone voorzienin
gen waaromtrent tijdig de noodige voorstellen bij hel Departement
behooren in le komen, in het vervolg mede voor rekening van hel
Rijk te doen uitvoeren.
Aan den Gemeenteraad, Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 236, Leiden, 7 November 1887.
Door den heer Dr. A. W. Kroon Jr. is bij nevensgaand adres ver
gunning verzocht om met eenige andere heeren gebruik le mogen
maken van het Gymnastieklokaal der Hoogere Burgerschool voor meis
jes gedurende 2 uren per week, waartegen noch bij de Directrice
noch bij ons College bezwaar bestaal.
Wij geven Uwe Vergadering alzoo in overweging aan adressant de
gevraagde vergunning tol wederopzeggens te verleenen, onder dezelfde
voorwaarden als bij het verleenen van dusdanige vergunningen aan
andere personen of vereenigingen zijn bepaald, namelijk dat voor
het gebruik jaarlijks aan de gemeente worde betaald een bedrag van
25, de kosten van vuur en licht en.de eventueele schade aan ge
bouw en meubilair toegebracht door de gebruikers worden vergoed
en verder onder de voorwaarden door ons College vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekende
A. W. Kroon Jr. dat hij, mede namens eenige andere Heeren, ver
zoekt gebruik le mogen maken van het Gymnastieklokaal der H. B.
voor meisjes, des Dinsdags en Vrijdags middags van 4 tot 5 uur.
't Welk doende
Leiden, 1 November 1887. A. W. Kroon Jr.
N°. 23?. Leiden, 8 November 1887.
Naar aanleiding van de bespreking in de sectien van de kleeding
der polilie-agenlen hebben wij omtrent eventueel aan te brengen ver
beteringen in deze een onderzoek ingesteld in overleg met den Com
missaris van Politie, waaruil het volgende is gebleken.
In vergelijking met de klceding der agenten in enkele andere ge
meenten moet aan de jassen alhier in gebruik wat warmte en doel-