53 ZiUlng van Donderdag 30 Juni I8Sï. geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitter: de Heer Burgemeester L. M. DE LAAT BE KAN IER. Te behandelen onderwerpen: 1°. Benoeming van twee derde onderwijzers aan de school 3de klasse n0- 3" (125) T „GfM 2'. Idem van een Commissaris der Bank van Leening. (12J) 3®. Idem van een lid van het Bestuur der Praclische Ambachtsschool 36) 4°. Voorstel betrekkelijk de verhuring van het gebouw Gravenslein aan het Rijk. (112) 5'. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1886, van liet Wed. Israëlietisch Armbestuur. (127) 6°. Verzoek van de Grofsmederij, betrekkelijk het leggen van ïails in de Binnenvestgracht. (128) x 7°. Voorstel betrekkelijk het uitgeven van permissien voor de jacht op waterwild in de Vroonwateren. (130) 8°. Slaat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1887. Onderhoud van straten. (131) 9°. Voorstel betrekkelijk cene uitbreiding van het cokesterrein der Stedelijke Gasfabriek. (132) 10°. Idem tot liet instellen van eene rechtsvordering tegen II. Geerlings, pachter van grasgewas langs de Haarlemmertrekvaart. (133) 11°. Verzoek van J. A. De Vries, om een brug te leggen over de Zoeterwoudsche Singelsloot. (134) 12*. Idem van D. Pander, om eene loozing ,tc leggen naar de Haar- leramertrekvaart. (134) 13®. Suppletoire stalen van begrooting en van af- en overschrijving, dienst 1886, van het R. K. Wees- en Oudelicdenbuis en Arm bestuur. (137) a 14®. Staat van af- en overschrijving op de begroeting, dienst iböd, van het Evang. Luthersch Wees- en Oudeliedcnhuis. (138) 15®. Rekening van het Gereformeerd Minne- of Arme oude Mannen- en Vrouwenhuis, over 1886. (126) Tegenwoordig waren 20 leden, als de heeren: Bredius, Le Poole, Land, Fockema Andreae, Van Reenen, Zaaijer, Du Rieu, Van Butlingha Wichers, Bool, Driessen, Was, Kaiser, Hassclbach, Van Hoeken, Alma, De Fremery, Cock, Van der Hoeven, Juta en de Voorzitter. De heeren De Goejc, Nijkamp en Versier hebben bericht verhinderd te zijn de Vergadering by te wonen, de eerste twee wegens afwezig- heid uit de stad. De notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering worden gelezen en goedgekeurd. De heer Cock komt ter Vergadering. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen: 1°. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland, dd. 21/24 Juni jl. B n°. 1623 (3e afd.) G. S., n°. 38, ten geleide van het goedgekeurd Raadsbesluit tot verhooging der begrooting, dienst 1887, in ontvangst en uitgaaf met 21000 (verbouwing Meisjesschool 2e kl). 2°. Idem als voren dd. 21/25 Juni jl. B. n°. 1661 (3e afd.) G. S., n°. 48/3, ten geleide van het goedgekeurd Raadsbesluit tot verhooging der begrooting, dienst 1886, in ontvangst en uitgaaf met ƒ8522 (dek king van het te kort op enkele posten der begrooting). 3*. Missive van den heer M. W. Jaeger, houdende kennisgeving dat hij de benoeming tot Bestuurder van de Stedelijke Werkinrichting aanneemt. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over. 1°. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hunnen aan slag in de Plaats. Directe Belasting, dienst 18ö7. Wordt in handen van Burg. en Weth. gesteld. 2°. Verzoek van W. Burkels, om afschrijving van Plaats. Directe Belasting, dienst 1887, wegens verandering van woonplaats. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. en de Commissie van Financiën. Aan de orde is alsnu: I. Benoeming van twee derde onderwijzers aan de school 3de klasse n®. 3. (Zie Ing. St. n®. 125.) De Voorzitter. Mag ik de heeren Du Rieu, Wichers en Van Hoeken verzoeken met mij het stembureau uit te maken De uitslag der stemming is dat worden benoemd: Uit de eerste voordracht, de heer H. W. Karstens met 17 stemmen, terwijl 2 blanco billetten werden ingeleverd. De heer Juta komt ter Vergadering: Uit de tweede voordracht, de heer P. H. Van der Lelie met stemmen, terwijl 2 blanco billetten werden ingeleverd. II. Idem van een Commissaris der Bank van Leening. (Zie Ing. St. n®. 129.) Benoemd wordt met algemeene stemmen, de heer Mr. J. T. Buys. III. Idem van een lid van het Bestuur der Praktische Ambachtsschool. (Zie Ing. St. n°. 136.) Benoemd wordt met 19 stemmen de heer J. J. Hasselbach; de heer R. De Wilde bekwam 1 stem. De Voorzitter. Is de heer Hasselbach bereid de betrekking te aanvaarden? De heer Hasselbach. Ja, M. d. V.! De Voorzitter. Ik dank de heeren slemopnemers voor hunne welwillende medewerking. IV. Voorstel betrekkelijk de verhuring van liet gehouw Gravenstein aan hel Rijk. (Zie Ing. St. n°. 112.) De Voorzitter. Ik kan nog mcdedeelen dat de Commissie voor Financiën over deze voordracht advies heelt uitgebracht en in overweging geeft haar aan le nemen. Wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. V. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1S86, van het Ned. Israëlitisch Armbestuur. (Zie Ing. St. n®. 127.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. VI. Verzoek van de Grofsmederij, hetrekkeljjk het leggen van rails in de Binnenvestgracht. (Zie Ing. St. n®. 128.) De Voorzitter. Sub. 4 van de voorwaarden is voorgesteld te be palen: «dat een en ander geschiede onder toezicht van den Gemeente architect en van den Directeur der Stedelijke Gasfabriek, en de Grofsmederij aansprakelijk blijft voor alle schade tengevolge van het leggen der rails aan vaartuigen bij de doorvaart te lijden." Die redactie dient eenigszins gewijzigd le worden en zoo te luiden, dat de Grofsmederij de gemeente vrijwaart voor alle schade die een gevolg kan zijn van het 'liggen der rails in de Binnenvestgracht. De heer Bredius. M. d. V.! Ik wensehte voor te stellen om aan de voorwaarden, waarop wordt geadviseerd vergunning te geven tot plaatsing van een lantaarn, nog deze toe te voegen: dal de toegang tot het water zoodanig worde afgesloten, dat ongelukken zullen worden voorkomen. Ik doe dat voorstel, omdat ik gisteren in de courant las, dat op een, in het laatst van 1884 ingediend verzoek, dat daar een lantaarn zou geplaatst worden, door Burg. en Weth. afwijzend is beschikt, op grond, dat bij mistig weder daardoor het gevaar grooter zou worden in plaats van minder. De toestand is sedert dezelfde gebleven, dus ook het gevaar voor ongelukken. Wanneer het donker is, is men geneigd op licht aan te loopen. Ik geloof dus ook, dat een lantaarn daar, ongelukken zou bevorderen. Dat zal nog meer het geval zijn, wanneer tot voorkoming van on gelukken voor de schipperij, aan de overzijde van het water ook een lantaarn wordt geplaatst. Ter voorkoming van ongelukken heb ik gemeend dit voorstel te moeten doen. De Voorzitter. Het is mij niet duidelijk welke toegang tot het water U wilt afgesloten zien. Aan den walkant is eene schering geplaatst, juist om te voorkomen, dat men, bij ongeluk doorloopende, in het water terecht komt. De lantaarn zal die schering nog meer in het oog doen vallen; hoogstens kan men daartegen aanloopen maar dat is zulk een gevaar niet. De heer Bredius. Ik kan niets anders mededeelen dan dat ik in het afwijzend advies van Burg. en Weth. in 1884 gezien heb, dat door de plaatsing van een lantaarn daar het gevaar voor ongelukken zou vermeerderen. Na 1884 is er in den toestand daar ter plaatse geene verandering gekomen, ik moet derhalve aannemen dat er ook thans nog geen doelmatige maatregel is genomen tot voorkoming van ongelukken. De Voorzitter. De heer Bredius schijnt zoozeer door die lantaarn getroffen te zijn, dat hij niet verder heeft door gelezen; als hij dat had gedaan, zou hij gelezen hebben dat en met welk doel de schering daar was geplaatst. De heer Bredius. Ik dank U, M. d. V., voor Dwe inlichting, en trek mijn voorstel in. De heer Van der Hoeven. Er wordt sub. 4°. gezegd, dat de Grof smederij aansprakelijk blijft voor alle schade, tengevolge van het leggen der rails enz. Dit zal toch wel moeten zijn: van het liggen der rails? De Voorzitter. Natuurlijk! Dat is eene drukfout. De beraadslaging wordt gesloten en het verzoek zonder hoofdelijke stemming toegestaan. VII. Voorstel betrekkelijk het uitgeven van permissiën voor de jacht op waterwild in de Vroonwateren. (Zie Ing. St. n°. 130.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. VIII. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1887. Onderhoud van straten. (Zie Ing. St. n®. 131.) De Voorzitter. De Commissie voor Financiën, heeft een rapport over deze zaak uitgebracht van den volgenden inhoud; •Wij,hebben geene bedenkingen tegen het voorstel van Burg. en Weth. 'om ƒ2500 beschikbaar te stellen voor de aanschaffing van eenige keien en klinkers, waaraan om de in het rapport vermelde redenen behoefte bestaat, terwijl zooals door Burg. en Weth. wordt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1887 | | pagina 1