51 Kitting van Donderdag 16 Juni IS81, geopend 's namiddags Ie twee uren. Voorzitter: de Heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER. Te behandelen onderwerpen 1°. Benoeming van drie Bestuurders der Stedelijke Werkinrichting. (117) 2®. Verzoek van de firma Jaeger en C®., ter bekoming in eigendom van aangeplempt Singelwater aan den Vestwal. (101 en 110) 3'. Staat van af- en overschrijving op de begrooling, dienst 1887, in verband met de herstelling van den Stadhuisloren. (107 en 122) 4*. Verzoek van Jh£ C. J. Strick van Linschoten, om restitutie van schoolgeld, lager onderwijs. (108) 5®. Id. als voren van S. Kutsch Lojenga. (108) 6®. Idem van J. Petri, om ontslag als eerste onderwijzer aan de school 4de klasse n°. 2. (109) 7®. Idem als voren van H. W. De Koning, als derde onderwijzer. (114) 8°. Voorstel tot onderhandsche verpachting van de tienden onder Leiderdorp. (113) 9®. Idem tot het verleenen van afschrijving op aanslagen in de Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1886. (115) 10°. Staat van af- en overschrijving en suppletoire staat van begrooting, dienst 1886, van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (116) 11®. Suppletoire staat van de begrooting, dienst 1886. (120). 12®. Voorstel betrekkelijk de regeling van de jaarwedde van den jongsten bode. (121) 13®. Rekening van de Bank van Leening over 1886. (10b) 14®. Idem van de Stedelijke Gasfabriek. (118) Tegenwoordig waren 21 leden, als de heeren: Kaiser, Land, Fockema Andreae, Van Reenen, Le Poole, Alma, Driessen, De Goeje, Hasselbach, Van Buttingba Wichers, Bool, Zaaijer, Knappert, Van Hoeken, Zaalberg, Van der Hoeven, Cock, Juta, Verster van Wulverhorst, Was en de Voorzitter. Afwezig waren met kennisgeving de heerenDe Fremery, Du Rieu en Bredius. De notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Missive van Ged. Staten van Zuid Holland dd. 31 Mei/6 Juni B. N°. 1143 (3e afd.) G. S. N°. 75/2 ten geleide van de afwijzende beschikking op de reclame van Mr. S. J. L. Van Aalten Jr. tegen zijn aanslag in de Plaats. Directe Belasting, dienst 1886. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Rekening, dienst 1886, van de Stedelijke Werkinrichting. 2°. Staat van af- en overschrijving en suppletoire staat van be grooting, dienst 1886, van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. Worden gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 3°. Verzoek van Commissarissen der Sted. Gasfabriek tot het doen afbreken van de perceelen 2, 4 en 6 in de West-Volmolensteeg en tot onttrekking aan den openbaren dienst van een strook gronds in die steeg ter uitbreiding van het cokesterrein. Worden gesteld in handen van Burg. en Welh. 4». Suppletoire begrooting, dienst 1886, van het Nederl. Israëlietisch Armbestuur. Wordt gesteld in handen van de Commissie van hinanciën. 5". Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hunnen aan slag in de Plaats. Directe Belasting, dienst 1887. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 6®. Missive van den heer P. J. De Fremery waarbij deze ontslag neemt als lid van den gemeenteraad wegens gevorderden leeftijd. Deze Missive luidt aldus: Leiden, 13 Juni 1887. De ondergeteekende heeft de eer aan den Raad kennis te geven dat hij overeenkomstig Art. 18 van de Gemeentewet als lid van den Raad zijn ontslag neemt wegens zijn gevorderden leeftijd. Aan den Gemeenteraad De Fremery. van Leiden. De Voorzitter. Toen ik korten tijd geleden het zeldzaam voor komend feit memoreerde, dat de heer De Fremery gedurende 25 jaren de betrekking van Wethouder had vervuld, getuigde Uwe instemming M. H.! met het bij die gelegenheid door mij gesprokene, dat ook gij de vele diensten door hem aan de gemeente bewezen, waardeert. Ik ben dan ook overtuigd dat gij evenals wij, het besluit van den heer De Fremery, dat U zooeven is medegedeeld, zult betreuren en dat het U leed zal doen, dat wij hem weldra in onze Vergaderingen zullen moeten missen. Ik zal u niet behoeven te zeggen dat wij het niet aan pogingen hebben laten ontbreken, om den heer De Fremery te bewegen op zijn besluit terug te komendat die pogingen vergeefs zijn geweest is u gebleken. Ons beroep op de nog steeds krachtige medewerking die wij van hem mochten ondervinden, mocht niet baten tegen het trouwens niet te ontkennen feit, van den gevorderden leeftijd. Wanneer wij dan het genomen besluit eerbiedigen, dan doen wij dit niet zonder daaraan vast te knoopen onze diepgevoelde waar deering van de vele en langdurige diensten door den heer De Fremery aan deze gemeente bewezen en onzen wensch dat hij nog vele jaren gespaard zal blijven voor de zijnen en voor zijne vele vrienden. Ofschoon hij weldra geen deel meer zal nemen aan onze werkzaam heden, in onze hoogachting en vriendschap, zal hij, ik ben overtuigd in Uw aller naam te spreken, blijven voortleven. (Toejuichingen.) Nog wordt medegedeeld: 1°. Dat de verkiezing ter voorziening in de vacatures ontslaan ten ge volge van het aftreden van de leden van den Gemeenteraad de hh. mr. J. B. Vos en P. J. De Fremery zal plaats hebben op Dinsdag 19 Juli te gelijk met de periodieke verkiezingen. 2°. Dat in de stembureaux ter verkiezing van leden van den Ge meenteraad op 19 Julia. s. zitting hebben in het hoofdbureau de heeren S. C. M. Knappert en mr. N. K. F. Land en in het hulpbureau de heeren mr. 11. Van der Hoeven, voorzitter en H. C. Juta en mr. S J. Fockema Andreae, leden. 3°. Dat ingevolge Raadsbesluit van 4 Juni 1863 volgens den rooster, de Commissie voor de loting bij de Schutterij dit jaar zal zijn samen gesteld uit de leden Mr. N. K. F. Land en Mr. H. Van der Hoeven, terwijl de leden H. C Juta en Mr. S. J. Fockema Andreae de Com missie van onderzoek bij de Schutterij zullen uitmaken, en dat inge volge hetzelfde Raadsbesluit al de overige Raadsleden als plaatsver vangers z(jn aangewezen. Aan de orde is: I. Benoeming van drie Bestuurders der Stedelijke Werkinrichting. (Zie Ing. Sl. n®. 117.) De Voorzitter. Mag ik de heeren Land, Fockema Andreae en Driessen verzoeken met mij bet stembureau uit te maken? De uitslag der stemming is dat de aftredende leden, de heeren: C. J. Leembruggen, M. W. Jaeger en W. C. Jeltes met algemeene stemmen worden benoemd. De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne welwillende medewerking. II. Verzoek van de firma Jaeger en Co., ter bekoming in eigendom van aangeplempt Singelwater aan den Vestwal. (Zie Ing. St. nos. 101 en HO.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming toegestaan. De heer Was komt ter Vergadering. III. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1887, in verband met de herstelling van den stadshuistoren. (Zie Ing. St. nos. 107 en 122.) De Voorzitter. Vóór ik dit punt in beraadslaging breng, heb ik eene mededeeling en een nader voorstel te doen. Laatstl. Maandag is het werk, waarvoor nu eene verhooging van kosten wordt aangevraagd, aanbesteed, met dit gevolg dat de laagste inschrijver ongeveer 1500 boven de geraamde uitgaaf bleef. De hoogste inschrijving bedroeg f4444; de laagste f4090 Hoe on waarschijnlijk ook, de mogelijkheid bestond dat de gemeente architect, zich in zijne begrooting had vergist. Hij is dus uitgenoodigd die nog eens te herzien, met den trouwens door ons verwachten uitslag dat zijne berekening juist was. Aangezien nu de ramingen van de ge gadigden met de onze zoo ver uiteenloopen, dat van eene herbesteding geen resultaat is te verwachten, hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten dat het werk in eigen beheer zal worden uitgevoerd. Er bestaat daarvoor nog eene tweede reden: de besteigering van den toren is aangenomen, met de bepaling dat wij daarvan tot een vastgestelden datum gebruik kunnen maken. Voor langer gebruik moet afzonderlijk worden betaald. De tijd vóór eene herbesteding moetende verloopen, zoude ongetwijfeld de kosten van het gebruik van den steiger verhoogen; terwijl het toch vooraf vrij zeker is, dat de herbesteding niet zal leiden tot eene som, binnen de grenzen dei- gemaakte raming: daarvoor is het verschil veel te groot. De lieer Van Hoeken. Ik kan mij met het gevoelen van Burg. en Weth niet vereenigen om het werk in eigen beheer uit te voeren. Ik voor mij geloof dat eene herbesteding wel degelijk tot een gunstiger resultaat zal leiden. In meer dergelijke gevallen hebben wjj daarvan de bewijzen gehad. De Voorzitter. De heer Van Hoeken zegt «redenen te hebben om te gelooven" dat eene herbesteding wel tot gunstiger resultaat zal leiden. Mag ik hem vragen welke die redenen zijn? De heer Van Hoeken. De reden daarvan kan ik niet verder om schrijven, het is mijn persoonlijk gevoelen, het is nog onlangs gebleken bij de aanbesteding van het onderhoud der kazerne gebouwen, waarvoor mede boven de begrooting werd ingeschreven; het werd bij de her besteding belangrijk lager aangenomen. De Voorzitter. Dat bij eene herbesteding wel eens gunstiger resultaten worden verkregen is bekend: hier echter loopen raming en inschrijvingen zoo ver uiteen, dat wij op een zoodanig resultaat niet kunnen rekenen. Bij de aanbesteding toch is gebleken dat het verschil tusschen den hoogsten en den laagsten inschrijver zeer gering is, terwijl de laagste inschrijver altijd nog 57"la boven de raming was. Burg. en Weth. stellen dus voor om dit werk in eigen beheer uit te voeren. De beraadslaging wordt gesloten. In hoofdelijke omvraag gebracht wordt de staat van af- en over schrijving met algemeene stemmen goedgekeurd. Het voorstel van Burg. en Weth., om het werk in eigen beheer uit te voeren wordt aangenomen met 17 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren Van Hoeken, Cock, Verster en Hasselbach. IV. Verzoek van Jhr. C. J. Strick van Linschoten, om restitutie van schoolgeld, lager onderwijs.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1887 | | pagina 1