GlflEENTERAAD VAN LEIDEN. 25 N». 59. INGEKOMEN STUKKEN. Leiden, 14 Maart 1887. Wij hebben de eer aan uwe Vergadering hiernevens over te leggen adressen oin restitutie of vrijstelling van de betaling van school geld, als van: Mr. S. Le Poole, voor zijnen zoon Paul, leerling van het Gymnasium; F. A. Th. Rhemrev, leerling van het Gymnasium, en van L. Slotemaker, predikant te Kedichem, voor zijne dochter Cornelia Cathnrina, leerlinge der Hoogere Burgerschool voor Meisjes, die in het laatst van Mei de gemeente gaat verlaten. Uit een ingesteld onderzoek is ons gebleken, wat het eerstgenoemd verzoek betreft, dat P. Le Poole den 2 September 1886 als leerling der vierde klasse de lessen begon te volgen, doch reeds den 20 Sep tember ongesteld werd, waardoor hij vier dagen moest verzuimen en dat hij den 23 October weder ongesteld werd en sedert dien datum geen enkele les meer heeft bijgewoond. Eene geneeskundige verklaring is door adressant overgelegd. Met het oog op de beslissing genomen in de zitting van 3 Maart jl. ten aanzien van het verzoek van de wed. De Vroede, waarbij door de meerderheid der Vergadering is aangenomen dat het verlaten van de school wegens ziekte aanleiding geeft tot het verleenen van vrij stelling, geven wij in overweging ten aanzien van het onderwerpelijk verzoek diergelijke beslissing te nemen en alzoo te besluiten, dat aan Mr. S. Le Poole teruggave zal worden verleend van het voor zijnen zoon, leerling van het Gymnasium, betaald tweede kwartaal schoolgeld en vrijstelling gegeven van de betaling van het derde en vierde kwartaal van den cursus 1886/87. Wat het verzoek aangaat van F. A. Th. Rhemrev, is ons gebleken dat deze, geboren 5 Augustus 1866, tot het Gymnasium is toegelaten in Juli 1882, thans leerling is van de derde klasse en besloten heeft bet Gymnasium te verlaten, ten einde langs een anderen weg zich voor een middel van bestaan te bekwamen. Het komt ons voor dat voor eene inwilliging van dit verzoek evenmin termen bestaan als ten aanzien van het derde verzoek, van den heer Slotemaker te Kedichem, wiens dochter in het laatst van Mei a. s. de gemeente gaat verlaten, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven op beide laatstgenoemde verzoeken afwijzend te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekende Mr. Samuel Le Poole, alhier: dat sedert weinige dagen voor November van het vorige jaar, zijn zoon Paul, wegens ongesteldheid, de lessen van het Gymnasium niet meer heeft kunnen by wonen; dat op hoop van beterschap, primo December jl. het tweede kwartaal tot primo Maart, door hem voldaan werd; dat aangezien zijn zoon dit jaar het Gymnasium niet meer zal kunnen bezoeken door hem teruggave van het tweede kwartaal verzocht wordt,f alsmede vrijstelling van de beide laatste kwartalen. Leiden, 28 Februari 1887. 't Welk doende enz., Samuel Le Poole. Aan den Gemeenteraad der Stad Leiden. Geeft eerbiediglijk te kennen Ferdinand Alexander Theodoor Rhemrev, leerling aan 't Gymnasium alhier: Dat hij de schoolgelden over het le halfjaar a f 30 reeds voldaan heeft, maar door omstandigheden verplicht is het Gymnasium te ver laten met het einde dezer maand nl. Februari; Weshalve adressant Uwen Raad eerbiediglijk verzoekt, machtiging te verleenen tot kwijtschelding van het bedrag over de twee laatste kwartalen, aangezien zijne geldmiddelen zulks dringend eischen. 't Welk doende, Leiden, den 28 Februari 1887. Th. Rhemrev. Aan Burg. en Weth. der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekende, L. Slotemaker, Predikant te Kedichem, dat zijne dochter Cornelia Catharina Slotemaker, sedert September 1883 leerlinge van de H. B. School voor Meisjes, na 29 Mei e. k. van het op die school verstrekte onderwijs geen gebruik meer zal of kan maken, omdat zij omstreeks dien tijd voor goed Uwe gemeente gaat verlatenen dat hij op dien grond U.-E.-A. verzoekt om vrijgesteld te worden van de betaling van schoolgeld over het laatste kwartaal van het loopende schooljaar 1886/87.' 't Welk doende Kedichem, 23 Febr. 1887. L. Slotemaker. N°. 60. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 13—19 Maart 1887. N°. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Stnndkaarscn 1 Maart 13 6.8.— 7 17.4*) 2 14 6.8.15 8 17.2 3 15 6.8.— 7 17.0 4 16 6.8.15 7 16.7 5 17 6.8.15 8 16.5 6 18 6.8.30 8 16.2 7 19 G.8.15 8 16.5 Dit betcekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.6 Liters per uur van zulk gas verbrandt in een Sugg's London Argand Stan dard burner n°. 1 met 24 gaatjes, een licht wordt verkregen, dat in sterkte gelijk staat met 17.4, 17.2, enz. Standaardkaarsen, waarvan elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt. Namens de Commissie der Gasfabriek Van der Horst. N°. 61. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 20—26 Maart 1887. Datum. Aantal Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 Maart 20 6.15-8.— 7 16.8') 16.7 2 21 6.15—8.15 8 3 22 6.15—8.15 7 17.0 4 23 6.15-8.30 •8 16.7 5 24 6.15—8.15 7 16.8 6 25 6.15-8.15 8 16.8 7 26 6.15-8.15 8 17.1 Dit beteekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.6 Liters per uur van zulk gas verbrandt, in een Sugg's London Argand Stan dard burner n°. 1, met 24 gaatjes, een licht wordt verkregen, dat in sterkte gelijk staat met 16.8, 16.7 enz. Standaardkaarsen, waarvan elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt. Namens de Commissie der Gasfabriek D. Van der Horst. N°. 63, Leiden, 31 Maart 1887. Na overleg met den Voorzitter der Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering in overweging aan de firma Bakker en Van der Valk tot wederopzeggens vergunning te verleenen om spoorstaven te leggen van hare fabriek aan de Haven Nos. 14/13, tot aan den wal, mits gelijk met den bovenkant van de straat, behoorlijk, ter beoordeeling van Burg en Weth., door adressant te onderhouden en tegen betaling van het recht van drie en een halve cent per centiare 'sjaars. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan de Edel-Achtb. HH. Burg. en Weth. der Gemeente Leiden. De ondergeteekende, firma Bakker en Van der Valk te Leiden neemt door deze de vrijheid aan UEd.-Achtb. te verzoeken de vergunning te mogen bekomen tot het leggen van spoorstaven in den gemeentegrond van af hare fabriek (Haven ZZ. Nos. 14/15) tot aan het water der Haven. 't Welk doende enz., Leiden, 16 Maart 1887. Bakker Van der Valk. N". 63. Leiden, 31 Maart 1887. Onder overlegging van nevensgaande stukken geven wij Uwe Ver gadering in overweging: aan S. Van der Meer vergunning te verleenen tot het leggen van een brug over de Wittesingelsloot en aan Gebroeders Smittcnaar tot het dempen van een gedeelte Zijlsingelsloot en hun den gedempten grond tot wederopzeggens in gebruik te geven, een en ander onder de door de Commissie van Fabricage voorgestelde voorwaarden en behoudens, voor zooveel noodig, de toestemming van het Hoogheemraadschap van Rijnland en van de Gedeputeerde Staten in verband met de Provinciale Verordening op de scheepvaartbelangen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft eerbiedig te kennen; Sjourd Van der Meer wonende aan het Schelpenpad bij de Neksluis N°. 121, gemeente Soeterwoude, Dat hij eigenaar is geworden van een stuk grond gelegen aan den Witten Singel onder de gemeente Soeterwoude zijnde het een gedeelte van het kadastrale perceel Sectie B N#. 3572 toebehoord hebbende aan Mevrouw de Weduwe Van Kaathoven. Dat hij echter dien grond niet in volle bezit kan nemen zonder de belendende buren lastig te vallen, doordien er van den publieken weg geen toegang toe bestaat, mitsdien een brug zou willen leggen over de Singelsloot; 9 9 9 9 9 9 9 9 9

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1887 | | pagina 5