10
Voor de mededeeling van Uw nader advies in deze houden wij
ons alsnu beleefdelijk aanbevolen, wordende de beide teekeningen
daarbij terug verwacht.
Ten slotte zij medegedeeld dal, zooals uit ons rapport blijkt, het
plan om tot de verbouwing van het schoollokaal over te gaan, is in
gediend ook naar aanleiding van een daartoe strekkend voorstel van
den Arrondissements-Schoolopziener waarvan een afschrift hiernevens
is gevoegd.
Vermits nu de Commissie van Financiën, zooals U vermoedelijk
hekend is, van oordeel is dat de geheele verbouwing met uitzondering
van eenige kleine verbeteringen niet noodig is, zouden wij mede
gaarne Uw advies vernemen aangaande de vraag of inderdaad eene
uitbreiding van de lokaliteit der Meisjesschool 2e klasse met het oog
op gebrek aan plaatsruimte op dit oogenblik al of niet noodzakelijk
moet worden geacht.
Aan de Plaatselijke School- Burg. en Weth. van Leiden,
commissie alhier.
Leiden, 28 December 1886.
In uw schrijven van 27 September jl. n°. 735wordt ons de vraag
gedaan of inderdaad eene uitbreiding van de lokaliteit der Meisjes
school 2de klasse, met het oog op gebrek aan plaatsruimte, op dit
oogenblik al of niet wenschelijk moet worden geacht, en wordt tevens
ons oordeel gevraagd over het plan van verbouwing.
1. Plan C. van verbouwing der school onder bestuur van Mejuffrouw
Winkler.
Sinds 1878 is het aantal leerlingen met 100 vermeerderd het aantal
schoolkamers met tweenamelijkhet aan de Breeslraat gelegene ver
trek waarin thans de 70 leerlingen der 5e klasse geplaatst zijnen
eene kleine kamer achter in het gebouw met 16 plaatsen voor de
leerlingen der hoogste of 8e klasse.
Aan al de genoemde 70 leerlingen kan echter geene geschikte plaats
gegeven worden. Ter weerszijden van de rijen schoolbanken moeten
banken dwars geplaatst worden, hetgeen een groot nadeel met zich
brengt ten opzichte van het invallen van het licht.
Wat de luchtverversching betreft: in ons algemeen onderzoek van
1878 omtrent den toestand der inrichtingen tot luchtverversching in
de gemeentescholen van lager en uitgebreid lager onderwijs te Leiden,
hebben wij medegedeeld: 1°. dat de luchtkokers in deze school zeer
weinig uitwerken, omdat het luik, dat den toegang tot den zolder
verleent, niet kan geopend worden, zonder een ondragelijken tocht
te veroorzaken; 2°. dat de aanvoer van versche lucht onder de kachels
veel te gering is; 3®. dat evenwel de toestand tamelijk bevredigend
is, omdat de vertrekken ruim zijn (5 of meer M'. per leerling), omdat
elk vertrek eene deur bezit die op de ruime binnenplaats uitkomt en
omdat deze deuren, na bepaalde tusschenpoozen, eenigen tijd plegen
geopend te worden.
Een beteren aanvoer van versche lucht en het maken van afzonder
lijke afvoerkokers, die verwarmd kunnen worden en boven het dak
uitkomen, hebben wij daarom ook in deze school wenschelijk geacht.
Het openzetten van eene buitendeur onder schooltijd kan toch geene
doelmatige luchtverversching geacht worden.
Volgens het ontworpen plan C. wordt;
1°. het vertrek A. aan de Breestraat verkleind en van 70 tot op 40
plaatsen teruggebracht; 2°. het spreekkamertje met de daarachter ge
legen ruimte tot een vertrek B. omgebouwd met 36 plaatsen; 3°. het
achterste vertrek vergroot, zoodat voor minstens 36 leerlingen plaats
verkregen wordt.
Door deze wijzigingen wordt alzoo de ongunstige toestand in ver
trek A. weggenomen, doch worden slechts 6 plaatsen gewonnen.
Vervolgens worden voor de hoogste klasse, die thans slechts over 16
plaatsen kan beschikken, een 20-tal plaatsen gewonnen.
Aan de behoefte om de 4e of laagste klasse in drie afdeelingen te
splitsen, wanneer zij (zooals in 't verleden jaar) 94 leerlingen telt,
wordt dus door plan C. niet voldaan. De klasse telt thans 82 leer
lingen en is in twee afdeelingen gesplitst.
Mocht nu dat aantal leerlingen weder toenemen en tot 90 a 100
klimmen, dan blijft de school te klein. In dat geval zou men moeten
overgaan tot het optrekken van het voorste gedeelte van het gebouw
(plan B), waardoor twee kamers kunnen veikregen worden, eene voor
de 3e afdeeling der 4e klasse en eene voor eene derde afdeeling der
5e klasse. Als de 4e klasse 90 a 100 bereikt, zal ook spoedig de
volgende klasse boven 70 stijgen.
Wat aangaat het plan voor de vergrooting van het achterste vertrek,
het komt ons niet wenschelijk voor, dat daarbij de thans bestaande
tusschengang vervalle, omdat dan de ruimte voor de berging der over-
klecderen te zeer beperkt wordt. Bovendien is dit niet noodig. Al
blijft deze gang behouden, zoo wordt toch het vertrek door het bij
voegen der ruimte, die thans door de privaten wordt ingenomen, groot
genoeg ter plaatsing van 4 rijen banken van 8 32 zitplaatsen. Dit
getal is voldoende voor de hoogste of 8e klasse, ook als deze talrijker
wordt. De overkleederen kunnen voor de leerlingen van alle klassen,
buiten de schoolkamer geborgen worden, even zooals thans het ge-
val is.
De verplaatsing der privaten, zooals die in plan C is aangegeven,
zoodat deze niet aan het toezicht der onderwijzeressen zijn onttrok
ken, achten wij zeer doelmatig. Daardoor wordt bovendien verkregen,
dat de leerlingen zich niet meer over de plaats behoeven te begeven
of door schoolvertrekken heen te gaan. Het gemis van een gang
wordt daardoor onschadelijk.
Evenwel het luchten der lokalen in weinige oogenblikken door het
openzetten der deur wordt door deze verandering minder gemakkelijk
dan thans het geval is.
Eene verbetering der luchtverversching, reeds zeer gewenscht, wordt
daardoor nog noodiger. Wij moeten dus het aanbrengen van lucht
kokers, die door de kachelpijp of door eene tochtvlam kunnen ver
warmd worden, en van eene ruime aanvoerbuis onder den grond (die
achter de kachel op de hoogte van 1 Meter boven de vloer uitkomt)
zooals dit in het plan C aangegeven is, zeer aanbevelen.
Ofschoon dus het plan C ons aanbevelenswaardig voorkomt wat be
treft de verbeteringen voor het vertrek der hoogste klassede lucht
verversching en de privaten, zoo voldoet het niet aan de behoefte om
de 5e klasse in drie afdeelingen te splitsen en geeft het geene ver
meerdering van ruimte voor het zeer mogelijke geval, dat het aantal
leerlingen nog toeneemt. Met het oog daarop zou plan B de voorkeur
verdienen. Wij komen daarop terug, na onze beschouwing over het
nieuw ontworpen Gymnastiekgebouw.
2. Plan voor een nieuw Gymnastiekgebouw op het terrein van boven
genoemde school.
Omtrent den onvoldoenden toestand van het gymnastiekonderwijs
heeft de schoolcommissie al vroeger hare meening geuit en nog in de
missive van 23 September jl. n". 124 bij de terugzending van de
roosters, op het buitengewoon groot aantal leerlingen gewezen, die
de gymnastieklessen gelijktijdig moeten bijwonen. Alleen door ver
meerdering van het aantal beschikbare lokalen is verbetering te
verkrijgen.
De'school op de Pieterskerkgracht is den ganschen dag bezet; van
het Gymnastieklokaal bij de hoogere burgerschool voor meisjes wordt
ook door de leerlingen der lagere school gebruik gemaakt, maar dit
gebruik wordt beperkt door den afstand, waarop het van die scholen
verwijderd is.
Van de scholen 4e klasse bezit de school van den heer Van der
Heyde een Gymnastieklokaal, maar dit is, sedert het vorige jaar, als
gewoon schoollokaal in gebruik genomen en het is niet mogelijk het
aan zijne oorspronkelijke bestemming terug te geven, indien in de
nabijheid der school geene andere vertrekken worden aangewezen,
waar een deel der schoolgaande kinderen kan geplaatst worden. Bij
de school van den heer Prins is alleen eene overdekte speelplaats,
die ook voor gymnastiekonderwijs wordt gebruikt; deze gelegenheid
is echter te gebrekkig om ook voor kinderen van andere scholen
dienst te kunnen doen.
Van de scholen 3e klasse is die van den heer Van der Harst van
een gymnastieklokaal voorzien, het ligt echter te ver uit het midden
van de stad en de toestellen zijn te gebrekkig, dan dat leerlingen
van elders daar in de vrije uren onderwijs zouden kunnen krijgen.
Bij de school van den heer Brouwer is alleen eene speelplaats, geheel
omringd door schoolkamers, zoodat de kinderen zich daar niet met
gymnastiek of spelen kunnen bezighouden, zonder in al de schoollo
kalen groote stoornis te verwekken. Die speelplaats wordt dan ook
weinig gebruikt en gymnastiekonderwijs krijgen de kinderen niet.
Bij de school van den heer Wuyster is een zeer goed gymnastieklokaal,
dat evenwel tot de maand October (en dus bij het schrijven van den
brief der schoolcommissie dd. 13 April jl. n». 117, zoowel als b\j het
opmaken van den rooster) tot gewoon schoollokaal was ingericht.
Thans is het echter weder ontruimd en wordt het voor het gymna
stiekonderwijs van de leerlingen dier school gebruikt gedurende de
morgenuren en twee namiddaguren per week. In de nog overblijvende
namiddaguren zouden leerlingen van andere scholen daar onderwijs
kunnen ontvangen. Bij de scholen van de le en 2e klasse is geen
gymnastieklokaal aanwezig.
Uit een en ander volgt, dat niettegenstaande de rooster der lessen
in de school op de Pieterskerkgracht zeer overladen is, er op twee
scholen (die van de heeren Brouwer en Van der Heyde) in het geheel
geen gymnastiekonderwijs wordt gegeven. Daarentegen zijn nog ge
durende eenige uren beschikbaar: het lokaal bij de hoogere burger
school voor meisjes en gedurende 8 uren, het lokaal bij de school
van den heer Wuyster.
Daar voor de school van den heer Brouwer alleen reeds ongeveer
20 uren noodig zijn, is het duidelijk, dat ook al leverden afstand
en regeling der lesuren geene bezwaren op men toch niet, door
al de beschikbare uren te bezetten, in de bestaande behoefte zou
kunnen voorzienook al laat men de school van den heer Van der
Heyde buiten beschouwing.
De Schoolcommissie moet dus vasthouden aan hare meening, dat
een nieuw gymnastieklokaal noodig is; terwijl zij kan verklaren, dat
het plan van zulk een lokaal door den Gemeente-Bouwmeester ont
worpen, op het terrein tusschen de scholen van den heer Japikse en
mej. Winkler, wat plaats, afmetingen en inrichting betreft, geheel
aan de te stellen eischen voldoet.
De vraag is evenwel gerezen, of, met het oog op de groote kosten
voor de verbouwing van de school van mej. Winkler volgens plan B.
14000), het niet beter ware de plaats, voor de gymnastiekschool
bestemd, voor de uitbreiding van de school van mej. Winkler te ge
bruiken. Twee leerzalen van ruim 30 plaatsen kunnen daar gebouwd
worden. De eene kon voor eene derde afdeeling van de 4e of laagste
klasse dienen. De tweede zou vooreerst eene afdeeling der 5e klasse
kunnen opnemen, zoodat de tegenwoordige ongunstige toestand in
het vertrek aan den ingang van het gebouw, ophoude. Bij vermeer
dering van het aantal leerlingen in de 5e klasse kan dit laatstgenoemde
vertrek altijd nog twee afdeelingen van 30 leerlingen bevatten, en
dus eene derde afdeeling in de nieuwe leerzaal plaats vinden.
De voorgestelde uitbreiding van het gebouw geeft op doelmatige
wijze eene vermeerdering van een zeventigtal zitplaatsen.
Raamt men de kosten van deze beide leerzalen (met portaal en
privaat) op ruim f6000 en telt daarbij de kosten voor de verbouwing
der privaten, van de luchtkokers en voor de vergrooting van het
achterste schoolverlrek (op f 2750 geraamd), dan blijft de som nog
belangrijk beneden die van het plan B. 14000), in welk plan het
maken van een bovenverdieping aan de Breestraat, opgenomen is.
Behalve door zooveel mogelijk partij te trekken van de bestaande
gelegenheden bij de hoogere burgerschool voor meisjes en bij de
school van den heer Wuyster, moet dan nog op andere wijze in het
gemis van een gymnastieklokaal voorzien worden, onder anderen
door den bouw van zulk een lokaal bij de nieuwe school 3e klasse,