2 Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. VI. Verzoek van L. A. Vollebregt, om een schoeiing en waterstoep te plaatsen in de Stads-Molensloot. (Zie Ing. St. n'. 334.) VII. Idem van Dr. A. J. Bergsma, om restitutie van schoolgeld. (Zie Ing. St. n#. 335.) VIII. Idem van M. A. De Zwart, betrekkelijk eene verhooging van het voetpad langs den Oegstgeester straatweg. (Zie Ing. St. n\ 336.) Deze verzoeken worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming ingewilligd. IX. Voorstel tot ontheffing van de Wed. Van Rijn van de pacht van visscherij. (Zie Ing. St. n'. 1.) De Voorzitter. Ik heb het genoegen mede te deelen dat de Commissie van Financiën geene bedenkingen heeft tegen het voorstel van Burg. en Weth. X. Idem tot wijziging van het Raadsbesluit betrekkelijk de heffing van bruggeld. (Zie Ing. St. n°. 2.) Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. XI. Reclames in zake het kohier der plaatselijke directe belasting dienst 1886. (Zie Ing. St. n*. 324 en 338.) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Burg. en Weth. besloten. De Voorzitter. Verlangt een der leden nog het woord? De heer Fockema Andreae. M. d. V. Ik zou gaarne, wanneer de Vergadering mij daartoe verlof wilde verleenen, eenige inlichtingen vragen aan het Dagelyksch Bestuur omtrent de ijsbanen. De Voorzitter. Ik stel voor den heer Fockema Andreae het gevraagde verlof te verleenen. Dienovereenkomstig wordt besloten. De heer Fockema Andreae. M. d. V. In Friesland is er bijna geen gemeente of zij heeft eene Politie-Verordening op de ijsbanen zoo goed als op de wegen. Nu erken ik volmondig dat de ijsbanen hier bijna louter dienen voor vermaak, terwijl zij in Friesland ook meer zijn verkeerswegen. Toch komen er in die Verordeningen bepalingen voor, die, mijns inziens, ook in eene plaats als Leiden haar nut zouden hebben. B. v. hier wordt men op de ijsbanen, wel niet in levensgevaar, maar toch in gevaar gebracht, ten eerste door de voetgangens op de banen, ten tweede door het feit dat eigenlijk niemand der rijders weet of hij rechts of links moet uitwijken. En daarin voorzien de Friesche Verordeningen. Ik zou derhalve het Dagelijksch Bestuur wel willen vragen of het niet wenschelijk zou zijn dat het zich eenige dier Verordeningen deed voorleggen om te onderzoeken of daarin geene bepalingen voorkomen die eventueel bij eene te ontwerpen Politie-Verordening hier ter stede ook van dienst zouden kunnen zijn. De Voorzitter. Ik ben natuurlijk bereid om het ontwerp ter sprake te brengen in de Commissie voor de Strafverordeningen. Het is mij bekend dat in sommige gemeenten dergelijke Verordeningen bestaan; er is dan ook meermalen gesproken over de wenschelijkheid om ook hier die zaak hij Verordening te regelen; maar wij zijn tot nog toe gestuit op de daaraan verbonden moeielijkhedenjuist omdat de toestand hier zoo geheel anders is dan in de Noordelijke provinciën van ons land. Dit neemt echter niet weg dat ik zeer gaarne den wensch van den heer Fockema Andreae in de Commissie van Strafvorderingen ter sprake zal brengen, om te zien of er zonder overwegend bezwaar maatregelen kunnen genomen worden ten gerieve van het publiek. De heer Fockema Andreae. Ik dank U, M. d. V.! Niemand verder meer het woord verlangende, wordt de Vergadering gesloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van GEBROEDERS HURÈ.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1887 | | pagina 2