91 Kitting van Donderdag 9 December 1886. geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitter: de heer Wethouder P. I. DE FREMERY. Te behandelen onderwerpen: 1». Onderzoek der geloofsbrieven van Mr. N. L. J. Van Buttingha Wichers. 2°. Verzoek van D. J. Rraakenburg, om continuatie als adjunct-stads Genees- en Heelkundige. (300) 3°. Benoeming van een lid der commissie voor de Bewaarscholen. (301) 4°. Idem van een tweeden onderwijzer aan de school 3de klasse no. 2. (304) 5®. Idem van eenc derde onderwijzeres aan de Meisjesschool 2de klasse. (306) 6°. Idem van een leeraar in de Engelsche taal aan het Gymnasium. (311) 7». Voorstel tot aanvulling van de verordening tot regeling van het Herhalingsonderwijs. (298) 8®. Verzoek van R. J. Coronel, om terugbetaling van schoolgeld. (302) 9». Idem van P. G. Timp, om een stoep te leggen aan de Haarlem merstraat. (303) 10°. Idem als voren van J. J. Huy, aan de Hoefstraat. (303) 11°. Idem als voren van W. S. Marsman, aan de Haarlemmerstraat. (303) 12°. Idem van I. P. Vreeburg, om een schoeiing te plaatsen aan de Haar lemmertrekvaart. (307) 13'. Idem van U. Pander, om eene loozing te maken naar de Haarlem mertrekvaart. (307) 14*. Idem van de Directie der Leidsche Duinwater-Maatschappijom water te leveren aan bewoners der Heerenstraat onder Zoeter- woude. (308) lb°. Voorstel betrekkelijk eene tijdelijke voorziening van het onderwijs in de oude talen aan het Gymnasium. (309 en 313) Tegenwoordig waren 20 leden, als de heeren: Hartevelt, Bool, Bredius, Juta, Du Rieu, Zaaijer, Alma, Van Reenen, Le Poole, Van Hoeken, Knappert, Vos, De Goeje, Was, Driessen, Van der Hoeven, Cock, Verster van Wulverhorst, Land en De Fremery. Afwezig met kennisgeving waren de heeren: Zaalberg, Kaiser, Krantz en Fockema Andreae. De Voorzitter. Mijne Heeren! Ik begin met Uwe bekende welwil lendheid in te roepen nu ik door de ziekte van onzen Rurgeraeester deze plaats als Voorzitter moet innemen. Was aanvankelijk de ziekte van den Burgemeester van zeer ernstigen aard, gelukkig is die toe stand geheel verbeterd, en bestaan er gegronde vooruitzichten, dat hij binnen weinige weken zijn werk weer zal kunnen hervatten. Ik hoop, dat die wensch, die zeker ook de Uwe is, zal vervuld worden, en dat hij spoedig weer moge optreden in zijne betrekking. De wensch is zeker algemeen, dat hij nog lang in het belang van onze gemeente moge gespaard blijven en ook voor zjjne familie, die zijne zorgen nog zoo zeer behoeft. Hopen wij, dat die wensch zal worden vervuld! (Luide toejuichingen) De notulen van het verhandelde in ([de vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen: 1°. Dispositie van de Gedep. Staten van Zuid-Holland dd. 22/24 November jl. B. N°. 3316 (3de afd.) G. S. n°. 21, ten geleide van het goedgekeurd Ie suppletoire kohier der Plaats, directe belasting, dienst 1886. 2°. Dispositie van de Gedep. Staten van Zuid-Holland dd. 3 December -H' G. S. n°. 40/5 ten geleide van het goedgekeurd Raadsbesluit tot het doen van af- en overschrijving op de begrooting dienst 1886 ad/1788 (kosten van het aanschaffen en onderhouden van schoolmeubelen voor de Kweekschool voor onderwijzers). 3°. Missive van de Gedep. Staten van Zuid-Holland dd. 15/19 November jl. B. n°. 545 (2de afd.) G. S. n°. 80 ten geleide van de vastgestelde begrooting der dd. Schutterij, dienstjaar 1887. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Missive van Mevrouw de wed. Dr. A. E. Simon Thomas, hou dende kennisgeving van het overlijden van haren echtgenoot in leven Praelector in de Verloskunde. Is beantwoord met een brief van rouwbeklag. 2°. Verzoek van den heer W. H. Bosch, om afschrijving van PI. dir. belasting, dienst 1886, wegens vertrek uit de gemeente. 3°. Bezwaarschrift van P. De Boer tegen zijnen aanslag in de PI. dir. belasting dienst 1886. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. en de Commissie van Financiën. 4°. Adressen van G. W. Van der Drift c. s. H. C. Van Woerkum c. s. en G. C. Sanders c. s. in zake het voorstel van Burg. en Weth. tot het verplaatsen van de Westlandsche markt van den Nieuwen Rjjn naar de Kalvermarkt. 5°. Verzoek van J. C. Spaargaren tot het doen maken van een schoeiing in de Haarlemmertrekvaart, tot het plaatsen van een ijzeren hek voor zijne woning aan die vaart en tot overname van het vischschrappers- huisje aan de Aalmarkt. 6°. Idem van de Wed. De Vroede, geb. Marlijn, om ontheffing van de betaling van schoolgeld over 3 kwartalen voor haar zoontje, leerling der Hoogere Burgerschool. 7°. Idem van het kerkbestuur der Parochie van O. L. Vrouwe Hemelvaart tot demping van het Sint-Jansgrachtje en het gedempte in eigendom te bekomen. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 8°. Voordracht van de Plaatselijke Schoolcommissie voor de benoeming van 4 leden. Wordt in de leeskamer nedergelegd. Aan de orde is alsnu: I. Onderzoek der geloofsbrieven van Mr. N. L. J. Van Buttingha Wichers. De Voorzitter. Mag ik de heeren Cock, Was en Driessen uitnoo- digen zich met het onderzoeken dier geloofsbrieven te willen be lasten. De Vergadering wordt alsnu voor eenige oogenblikken geschorst. Na heropening brengt de heer Cock namens de Commissie verslag over het gehouden onderzoek uit: De heer Cock. M. d. V.De Commissie in wier handen door deze Vergadering de stukken gesteld zijn, door den heer Van Buttingha Wichers ingezonden, heeft zich met het onderzoek daarvan onledig gehouden. Zij heeft de eer het volgende te rapporteeren. Door ge noemden heer zijn, ingevolge art. 17 der Gem. Wet, de volgende stukken overgelegd: 1°. Zijn geloofsbrief, bestaande in een proces-verbaal van de opening der stembriefjes, die ter benoeming van een lid van den Gemeente raad den 16en Nov. 1888 zijn ingeleverd. Uit dat proces-verbaal blijkt, dat er waren uitgebracht 1031 stemmen; daarvan zijn door het stembureau van onwaarde verklaard 16 briefjes, zoodat er 1015 geldige stembriefjes overbleven. Van dat getal zijn uitgebracht op Mr. N. L. J. Van Buttingha Wichers 577 stemmen, een getal aanmerkelijk grooter dan de gevorderde volstrekte meerderheid van stemmen, zoo dat gemelde heer dan ook door het stembureau verklaard is tot lid van den Gemeenteraad te zijn gekozen. Tevens blijkt uit dat proces verbaal, dat tegen deze opening van stembriefjes door de in de zaal aanwezige kiezers geen bezwaren zijn ingebracht. 2°. Zijn geboorte-akte, waaruit blijkt, dat die heer den 2en October 1849 te Nieuwer-Amstel is geboren, en dus den bij de Wet gevor derden leeftijd bereikt heeft en tevens moet aangemerkt worden Nederlander te zijn. 3°. Eene verklaring van den Burgemeester dezer Gemeente, getui gende, dat de gekozene gedurende het laatste aan zijne verkiezing voorafgaande jaar inwoner van deze gemeente is geweest. 4®. De door den gekozene afgelegde verklaring vermeldende alle openbare betrekkingen die hij bekleedt. Dit stuk luidt: Ter voldoening aan het bepaalde in art. 17 al. 4 der Wet van 29 Juni 1851 (Stbl. n°. 85) verklaart de ondergeteekende, benoemd lid van den Gemeenteraad, dat door hem worden bekleed de navolgende openbare betrekkingen: 1°. Advocaat bij den Hoogen Raad der Neder landen, 2°. Procureur bij de te 's Gravenhage gevestigde rechts-collegiën, 3°. Secretaris van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leiden, 4®. Kantonrechter—plaatsvervanger in het Kanton Leiden, 5°. Lid van het college van Regenten van de gevangenissen te Leiden. Leiden, 30 Nov. 1886. (get.) N. L. J. Van Buttingha Wichers. en 5°. Een verklaring van den gekozene, overeenkomstig art. 13 der Gem. Wet, dat hij de benoeming aanneemt. Daar dus de heer Van Buttingha Wichers de door de wet geeischte stukken heeft overgelegd en die stukken aan de voorschriften der Wet voldoen, terwijl het onderzoek van den inhoud daarvan aan Uwe Commissie geen gronden opleverde om tot niet-toelating van den ge kozene te adviseeren, heeft zij de eer U voor te stellen om te be sluiten: den heer Mr. N. L. J. Van Buttingha Wichers tot deze Ver gadering toe te laten, ten einde aldaar, na de twee door de Wet gevorderde eeden of beloften te hebben afgelegd, zitting te nemen als lid van den Gemeenteraad van Leiden. Dienovereenkomstig wordt besloten. II. Verzoek van D. J. Braakenburg, om continuatie als adjunct stads Genees- en Heelkundige. (Zie Ing. St. n°. 300). De Voorzitter. Mag ik de heeren Alma, Van Hoeken en Vos uit- noodigen met mij het stembureau te willen uitmaken. De heer Braakenburg wordt gecontinueerd met 15 stemmen; 5 briefjes waren in blanco. III. Benoeming van een lid der Commissie voor de Bewaarscholen. (Zie Ing. St. n°. 301.) Benoemd wordt Dr. H. Treub met 19 stemmen; één briefje was in blanco. IV. Idem van een tweeden onderwijzer aan de school 3e klasse n°. 2. (Zie Ing. St. n°. 304.) Benoemd wordt J. W. Wuyster met 18 stemmen; twee briefjes waren in blanco. V. Idem van eene derde onder wij zeresj aan de Meisjesschool 2de klasse. (Zie Ing. St. n". 306.) Benoemd wordt Mej. A. L. Meijners met 16 stemmen; twee briefjes waren in blanco, en één stem uitgebracht op Mej. E. Dutry van Haaften en één op den heer P. Fjjn van Draat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1886 | | pagina 1