107 I meerdering der jaarlijksche uitgaven voor personeel en leermiddelen. Daar het getal klassen op elke school onveranderd blijft, zal de be sparing van hulppersoneel zich bepalen tot die onderwijzers, welke boven het normale getal aangesteld zijn voor parallel-klassen. Met ééne uitzondering, maar tegen deze bestaat juist een geldig bezwaar van de zijde der schoolhoofden, dat de twee hoogste klassen op elke school dan te klein worden om elk een onderwijzer te hebben en dus moeten vereenigd worden, zooals dit thans op de school N°. 1 der 3e kl. en op de school N°. 2 der 4e kl. 't geval is. Eene andere oplossing is de vergrooting van de school N°. 4 der 3e kl. (hoofd A. Van der Harst) met een lokaal van ongeveer 420 zitplaatsen, zoodat de geheele school 630 zitplaatsen bevat, èn eene verandering van de grens der schoolwijkenzoodat de kinderen bezui den de Brèestraat en de Nonnensteeg, ten getale van 95 naar deze school worden overgeplaatst van de school N°. 3.- Het getal leerlin gen op de school N°. 4 wordt dan 565, terwijl dat op N°. 3 tot 532 zal dalen. Het getal leerlingen op school N°. 4 blijft onveran derd, nl. 572. Wij mogen echter niet verzwijgen, dat, hoewel zoodoende in de oogenblikkelijke behoefte geheel voorzien wordt, de mogelijkheid, zoo niet de waarschijnlijkheid bestaat, dat, binnen een niet zeer lang tijdsverloop, er wederom gebrek aan plaats zal zijn. Vooreerst blijkt uit bijgevoegde tabel I dat de bevolking dezer scholen langzamerhand stijgt. Na de vóórjaarsinschrijving van 1879 was die 1484, thans is zij 4669! In 7 jaren is zij dus met 185 vermeerderd, gemiddeld 26 per jaar, ja zelfs als men het zeer abnormale lage cijfer der najaars inschrijving van 4882 (een gevolg van de roodvonk-epidemie van 4879) tot het gewone cijfer verhoogt van gemiddeld 33 'sjaars. Indien deze aanwas 't gevolg was van eene stijging van 't getal nieuw-inge- schreven leerlingen, zou er stellig zeer spoedig weder gebrek aan plaats zijn. Maar de oorzaak is, dat het getal leerlingen, die de school te vroeg verlaten, vermindert. De aanwas komt dus bijna geheel aan de hoogste klassen te goed, waar, in den regel, nog plaatsen beschikbaar zijn. Toch zal, indien het getal nieuw-ingeschrevenen stationair blijft, deze aanwas de bevolking der scholen 3e kl. binnen 5 a 6 jaren op haar maximum brengen. Ten tweede is het niet onwaarschijnlijk, dat de 65 woningen, die in de Haverzaklaan gebouwd worden, voor een goed deel zullen be trokken worden door gezinnen, die, tot dusverre, onder een van de naburige Gemeenten wonen. Daardoor zal de school N". 3 eene toe name van leerlingen kunnen verkrijgen, die de andere scholen niet in evenredigheid zal ontlasten. Er is dus gevaar, dat op deze school weder spoedig gebrek aan ruimte zal komen en het zal bezwaarlijk gaan nog meer leerlingen naar de school N°. 1 te verplaatsen. Want als men de 25 van de Doelesteeg en Doelegracht naar deze school (N°. 1) overbrengt, stijgt daar het getal tot 590, dus bijna tot het maximum. De Schoolcommissie kan dus die oplossing slechts aanbevelen als eene tijdelijke voorziening. De financiëele vraag, of de uitgaaf aan eene vergrooting der school N°. 1 verbonden, waardoor de stichting eener vierde school wordt verdaagd, maar waarschijnlijk niet onnoodig gemaakt, gerechtvaardigd is, ligt buiten den werkkring der Commissie. Indien de vergrooting, als hebbende een tijdelijk karakter, voor eene niet groote som kan plaats hebben, zal de besparing aan renten van stichtingskapitaal en aan jaarwedden, reeds, voor één jaar, waarschijn lijk meer dan de uitgaven bedragen. Alleen meent de Commissie er op te moeten wijzen, dat eene verandering van de grenzen der ge meente op de schoolbevolking een grooten invloed zal oefenen, en dat het raadzaam schijnt, de stichting eener nieuwe school nog uit te stellen, indien op zulk eene wijziging der gemeentegrenzen, in de naastvolgende jaren eenige kans bestaat. Aan Heeren Burg. en Weth. der Gemeente Leiden. De Plaatselijke Schoolcommissie, D. Biebens de Haan, Voorzitter. J. A. Van Hamel, Secretaris. Tabel I. Aantal leerlingen, nieuw ingeschreven en in het geheel aanwezig op de scholen voor minvermogenden sedert het jaar 1877. Geheel aantal Inschrijvingen leerlingen (na aftrek der Extraneï) jaren vóórjaar najaar som vóórjaar najaar 4877 474 463 334 4395 1474 78 484 177 364 1395 1476 In October 1878 werd school N*. 3 geopend 79 190 484 374 1484 1546 80 209 459 368 1544 1569 81 178 194 372 4592 1632 82 470 422 292 4600 4566 83 470 178 348 4561 1583 84 181 172 353 4599 4655 85 486 455 341 1656 1668 86 185 4669 Tabel II. Straten Zuidelijk van de Breèstraat en Noordeindc. leerlingen 7 10 1 43 Koorsteeg Diefsteeg Mooi Japiksteeg Langebrug Pieterskerkplein' hof- en gracht Papengracht Houtstraat Gerecht 48 2 2 6 ~59 2 Kloksteeg 14 Heerensleeg 2 Nieuwsteeg 2 Zonneveldsteeg 7 Begijnenhof 4 Kaiserstraat 2 Zegersteeg 2 Kolfmakerssteeg 4 Nonnensteeg 36 95 Doelenst/gracht 25 Groenhazengracht 3 Varkenmarkt 4o Rembrandstraat c Totaal 438 Leiden, 44 September 4886. De Plaatselijke Schoolcommissie heeft bij hare missive van den 12en Juni dezes jaars N'. 419 de aandacht van het Gemeentebestuur ge vestigd op het gebrek aan ruimte op de scholen der 3e klasse (min vermogenden) en gewezen op de middelen om daarin te voorzien, t zij door het bouwen van eene nieuwe school of door vergrooting van het schoolgebouw op het Plantsoen. De Commissie van Fabricage achtte het zich tot hare taak alleen die middelen in overweging te nemen en heeft daartoe ingewonnen het advies van den Gemeente-Architect, die daaraan voldaan heeft door de indiening van zijn rapport van den 4en dezer maand N°. 80/418. De Commissie zou gaarne daaromtrent het oordeel der Plaatselijke Schoolcommissie willen vernemen en heeft dientengevolge met toe zending van het bovengenoemd rapport met de daarbij behoorende twee teekeningen, de eer daartoe Uwe tusschenkomst tp verzoeken. Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. N°. 80 118 Met 5 teekeningen. Leiden, 4 September 4886. Naar aanleiding van het schrijven der Plaatselijke Schoolcommissie, omtrent gebrek aan ruimte op de scholen der 3e klasse, heeft de Gemeente-Architect de eer het volgende op te merken: De Commissie bespreekt twee middelen om in het bedoelde gebrek te voorzien; den bouw van eene nieuwe schooien uitbreiding van school N'. 4. Zij stelt de bezwaren tegen beide middelen in het licht, doch schijnt aan het laatstgenoemde de voorkeur te geven. Voorzeker is het bezwaar dat eventueele verlegging van de grenzen der gemeente van grooten invloed zal zijn op de plaats en de grootte der nieuwe school, van veel gewicht. Mocht dus tot den bouw daarvan worden overgegaan, zoo zal bij de keuze van het terrein en de inrichting van het gebouw reeds nu, op latere uitbreiding moeten gerekend worden, wat niet het geval is bij het bestaande plan Boisot- kade. De daarvoor gestelde som van f 60000 zal dus wel als mini- mumcijfer moeten beschouwd worden. Het uitbreiden der school aan het Plantsoen zou, zooals de Com missie reeds opmerkt, slechts een tijdelijke verbetering opleveren en het is de vraag of de groote kosten daaraan verbonden, gerecht vaardigd zijn. Op bijgaande teekening is aangegeven hoe aan die school een uitbreiding van 120 zitplaatsen zou te geven zijn. De uitvoering van dat plan zou, met meubilair enz. ongeveer f 46000 vereischen. De inrichting der school blijft daarbij onaangetast. Al leen worden de toegangen verbeterd en worden de privaten meer overeenkomstig de tegenwoordige eischen van elkander gescheiden. Er is voorts gerekend op twee nieuwe lokalen, ieder van 60 kinderen. Wenschelijker ware het waarschijnlijk zoo men 3 nieuwe lokalen ieder voor 40 kinderen had kunnen maken, doch dit was zeer be zwaarlijk te verkrijgen, terwijl de nieuwe vertrekten toch gunstiger vorm hebben, dan de overige lokalen dezer schooler is gelegenheid in ieder lokaal te plaatsen een klasse van 24 en een van 36 leer lingen. Zooals echter boven is opgemerkt eischt deze verbouwing een uit gaaf van f 16000 en het is daarom dat ik meen Uwe aandacht te moeten vestigen op een derde wijze van in het gebrek aan ruimte te voorzien, nl. door het maken van een hulpschool op de wijze als o. a. de gemeente Amsterdam die bezigt. Een teekening van een dergelijke school van 120 kinderen gaat hiernevens. Deze inrichting heeft het voordeel dat men ze opslaat, daar waar tijdeljjk behoefte bestaat; het bezit van een dergelijk verplaatsbaar gebouw is vooral voor een gemeente als Leiden, welke zoo weinig lokalen heeft, ge schikt om bij verbouwing van scholen als anderszins, tjjdelyk als zoo danig dienst te doen, een zeer gewenscht iets. Om voor verschillende gelegenheden dienst te kunnen doen, is de ontworpen school zóó gedacht, dat men ook J of er van kan op slaan en alsdan toch een geheel heeft. De kosten er van zijn te stellen, met meubilair enz. op f 7500. Ook al mocht tot den bouw van eene nieuwe school worden overgegaan, behoudt deze hulpschool toch haar waarde en men loopt door de aanschaffing er van dus niet op een te nemen besluit vooruit; wat eigenlijk wel het geval is b(j uitbreiding der school aan het Plantsoen. Mocht derhalve nog niet tot den bouw van eene 4e school voor minvermogenden worden overgegaan, zoo geef ik U in overweging een verplaatsbare hulpschool als bovenbedoeld te doen bouwen. Aan de Commissie van De Gemeente-Arcbitect, b abricage. Knuttel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1886 | | pagina 3