GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 83 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 238. Leiden, 2 September 1886. De Raadsbesluiten van 1 September 1864 (Gembl. 15), 5 Juni 1879 (Gembl. 4) en 3 Maart 1881 (Gembl. 10) schrijven een schoolgeld voor, dat voor het Gymnasium 100 's jaars en voor de Hoogere Burgerscholen voor jongens en meisjes ƒ60 's jaars bedraagt en bepalen tevens dat bij tusschentijds verlaten dier instelling geene teruggave van schoolgeld plaats heeft. Het is gebleken dat deze laatste bepaling in sommige gevallen tot eenc toepassing leidt, welke niet van zekere hardheid is vrjj te pleiten. De gevallen, die wij hier op het oog hebben, zijn: dat de ouders of voogden der leerlingen de gemeente metterwoon verlaten; dat een leerling komt te overlijdenen dat leerlingen zich aanmeldenwier ouders of voogden zich in de gemeente komen vestigen. Naar het ons voorkomt brengt de billijkheid mede dat in deze ge vallen van den regel, dat het schoolgeld over een geheel jaar is ver schuldigd, worde afgeweken en dit slechts geheven worde in de twee eerste gevallen tot en met het loopende kwartaal en in het laatste met ingang van het loopend kwartaal. De omstandigheden, waarin in die gevallen de betrokken ouders of voogden verkeeren, liggen te zeer voor de hand dan dat het noodig zou zijn ze hier uiteen te zetten. Zij zijn van dien aard dat het onbillijk schijnt in deze gevallen aan de bestaande bepaling vast te houden. Het is om die redenen dat wij Uwer Vergadering in overweging geven dc Raadsbesluiten van 1 September 1864 (Gembl. 15), 5 Juni 1879 (Gembl. 4) en 3 Maart 1881 (Gembl. 10) in te trekken en te vervangen door dat, waarvan het ontwerp hiernevens wordt gevoegd: Concept Raadsbesluit regelende de helling van school geld voor de leerlingen van het Gymnasium, de Hoogere Burgerschool voor jongens en de Hoogere Bur gerschool voor meisjes. De Baad der gemeente Leiden Gezien art. 238 der Wet van 29 Juni 1851 (Stbl. n°. 85); Gelet op art. 24 der Wet van 28 April 1876 (Stbl. n°. 102), en op art. 37 der Wet van 2 [Mei 1863 (Stbl. n°. 50); Heeft besloten: Ter tegemoetkoming in de kosten van het Gymnasiumde Hoogere Burgerschool voor jongens en de Hoogere Burgerschool voor meisjes wordt een schoolgeld geheven van iederen leerling, die aan deze instellingen onderwijs geniet. Dit schoolgeld, dat verschuldigd is door de leerlingen of, zoo deze minderjarig zijn, door de ouders of voogden, bedraagt voor hen of haar die alle lessen bijwonen: aan het Gymnasium ƒ100 'sjaars; aan de Hoogere Burgerschool voor jongens ƒ60 'sjaars; aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes ƒ60 's jaars. Wanneer twee of meer leerlingen uit één huisgezin aan dezelfde inrichting alle lessen bijwonen wordt dit schoolgeld voor ieder met een vierde verminderd. Voor de bijwoning van enkele lessen bedraagt het schoolgeld in een enkel vak: aan het Gymnasium: eenmaal 's weeks ƒ15. tweemaal 20 driemaal 25. vier of meermalen 30. aan de Hoogere Burgerscholen voor jongens en meisjes: eenmaal 's weeks ƒ10. tweemaal 15. driemaal 20. vier of meermalen 25.— Het schoolgeld zal slechts verschuldigd zijn tot het einde van het loo pende kwartaal wanneer de leerlingen met hunne alhier wonende ouders of voogden de gemeente verlaten of wanneer de leerlingen overlijden, terwijl het eerst met het loopend kwartaal zal ingaan voor die leerlingen, wier ouders of voogden zich in dat kwartaal in de gemeente vestigen. Het schoolgeld wordt voldaan in eens of in vier driemaandelijksche termijnen. Het bewijs van betaald schoolgeld strekt tot toelating. Dit besluit, waardoor de Raadsbesluiten van 1 September 1864 (Gembl. n°. 15), 5 Juni 1879 (Gembl. n°. 4) en 3 Maart 1881 (Gembl. n°. 10) vervallen, wordt geacht in werking te zijn getreden den 1 September 1886. Concept Verordening regelende de invordering van school geld voor de leerlingen van het Gymnasiumde Hoogere Burgerschool voor jongens en de Hoogere Burgerschool voor meisjes. Art. 1. Het schoolgeld voor de leerlingen van het Gymnasiumde Hoogere Burgerschool voor jongens en de Hoogere Burgerschool voor meisjes wordt door de belastingschuldigen ten kantore van den gemeente ontvanger voldaan óf in eens vóór den len September, óf kwartaals- gewjjze vóór den len September, vóór den len December, vóór den len Maart en vóór den len Juni. Art. 2. Bij gebreke van voldoening, geschiedt de invordering der school gelden volgens de artt. 258—262 der Wet van 29 Juni 1851 (Stbl. n*. 85). sjaars 's jaars Vastgesteld door den Gemeenteraad van Leiden in zijne openbare Vergadering van den Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 384 Leiden, 6 September 1886. In de zitting van 29 April jl. werd besloten van de Leidsehe Bouwvereeniging kosteloos over te nemen terrein aan dc Haverzak laan bestemd voor den aanleg van straten en voor rekening van de gemeente voor de bestrating en verlichting zorg te dragen, terwijl het voorstel om aan de vier aan te leggen straten de namen te geven van l«te, 2de, 3de en 4de Van Banchemstraat, naar aanleiding van de gevoerde discussien blijkens welke er bedenkingen bestonden tegen het geven van denzelfden naam aan de vier straten, slechts voorloopig werd aangenomen en vanwege ons college werd toegezegd dat een voorstel zoude worden ingediend om aan drie straten een anderen naam te geven. Vermits thans met den aanleg der straten een aanvang is gemaakt en reeds enkele huizen bewoond zijn, zal omtrent de benaming aan de straten te geven eene definitieve beslissing moeten worden ge nomen Wij Uwe Vergadering mitsdien, na overleg met het Bestuur der Leidsehe Bouwvereeniging, in overweging om de eerste straat ge legen aan de zijde van den Stationsweg den naam te geven van Van Banchemstraat, aan de tweede van Spoorstraat, aan de derde van Tram straat en aan de vierde van Ambachtsstraat. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 225. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 29 Augustus—4 September 1886. N°. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. Aug. Sept. 31 1 2 3 4 7.00—7.30 7.15—8.15 7.15—8.15 7.15-8.15 7.15—8.15 7.15—8.15 7.15—8.15 7 7 8 8 8 8 8 17.7 18.— 17.6 18.3 17.5 18.5 17.6 Namens de Commissie der Gasfabriek, D. Van der Horst. N°. 226. Evenmin als „.j uuum uci scuuui *e masse n~. j nestaan er bij ons bedenkingen tegen de inwilliging van het verzoek van Van Vliet, om eervol ontslae uit ziini» Leiden, den 7 September 1886. bij het hoofd der school 4e klasse n°. 1 bestaan er r v in- 8 inwilliging van net verzoek van L. J. Van Vliet, om eervol ontslag uit zijne tegenwoordige betrekking van derden onderwijzer aan de school der 4e klasse n°. 1. Wij geven U derhalve in overweging dat ontslag eervol te verleenen, ingevolge zijn verzoek met ingang van 16 October a. s. Aan den Gemeenteraad. Burg, en Weth. van Leiden. Leiden, 4 September 1886. Edel Achtbare Heeren! Hiermede verzoekt ondergeteekende beleefdelijk tegen 16 October 1886, eervol ontslagen te worden als derde onderwijzer aan de school van den heer H. C. Van der Heijde alhier. Met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn UEd. Achtb. Dv. Dienaar, Aan den Gemeenteraad C. J. Van Vliet. van Leiden. Leiden, 7 September 1886. De onderwijzer C. J. Van Vliet is als zoodanig benoemd te 's Graven- hage, en wenscht zijne betrekking aldaar 16 October a. s. te aan vaarden. Tegen de inwilliging van zijn verzoek bestaat bij mij geen bezwaar. Aan den Heer Burgemeester Het hoofd der openb. school 4e kl. n". 1. der Gemeente Leiden. H. C. Van der Heijde. N'. 227. Leiden, 9 September 1886. Door den heer T. Plummer is ontslag verzocht als leeraar in de Engelsche taal aan het Gymnasium, tegen de inwilliging van welk verzoek noch bij Curatoren noch bij den heer Inspecteur der Gym nasia blijkens de hierbij overgelegde stukken bezwaar bestaat. Wij geven Uwe Vergadering uit dien hoofde in overweging aan adressant het gevraagd ontslag eervol te verleenen met ingang van 1 Januari 1887. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 226. Leiden, den 2 September 1886. Wij hebben de eer U mede te deelen dat er ook bij ons geene bedenkingen bestaan tegen de inwilliging van het door mej. E. Van Dijk gedaan verzoek, om eervol ontslag uit hare betrekking van derde onderwijzeres aan de Meisjesschool 1e klasse. Wij geven U derhalve 29 30

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1886 | | pagina 1